Naar het overzicht
van stukken over ONDERWIJS





De pas benoemde 'Opziener der schoolen' bezoekt juli 1844 de scholen in Veenhuizen

Jan Hessels van Wolda overlijdt 21 april 1844. Daarna wordt Jan Hendrik Geraets 'opziener der schoolen'. Op 30 juli 1844 stuurt directeur der koloniën Van Konijnenburg een kopie van een schoolbezoek aan Veenhuizen door Geraets, invnr 294. Die doet achtereenvolgens eerste, tweede en derde gesticht:


Ik heb de eer UWHoogEdG: hienevens copiëlijk mede te deelen een rapport van den Opziener der scholen in do 23 dezer maand, van een afgelegd schoolbezoek te Veenhuizen, met berigt, dat ik de voorgestelde bedelaars-kolonisten F: Heijvaart ter vervanging van den met ontslag vertrokken ondermeester G: Ter Hoeven bij het 2e gesticht aldaar en J: van den Broek, tot opvolger van de minder geschikten Ondermeester Weststrate, te Ommerschans benoemd heb.-

De Directeur der Kolonien
Van Konijnenburg



Wateren den 23e Julij 1844

WelEdel Gestrenge Heer,

Ten einde het onderwijs te Veenhuizen, na de plaats gehad hebbende veranderingen in het personeel der hoofdonderwijzer aan het 1e en 3e Gesticht in deszelfs geheelen omvang te beschouwen, heb ik mij drie dagen lang aldaar opgehouden, en het genoegen UWEdG van den toestand dier scholen het volgende verslag te geven.-

Beginnende met het 1e of Weezen Gesticht, alwaar het onderwijs, wegens noodzakelijke reparatien, geheele vernieuwing en hooger brenging der vloer eenigen tijd stilstond, is het mij aangenaam te kunnen melden, dat het schoolhouden, volgens eene door UWEdG op de plaats zelve beraamde schikking, dadelijk is hervat geworden en thans, nú die herstellingen en aanmerkelijke verbeteringen geheel afgeloopen zijn, het onderwijs op den gewonen voet voortgaat.

Alle onderwijzers beijveren zich, om de geledene schade zoo veel mogelijk intehalen.

Orde en regelmaat waren bij alle werkzaamheden zeer zigtbaar.

De aanwezige kinderen, welke op de dagscholen gezamenlijk 728 leerlingen, en des avonds 265 meisjes telden, zagen er goed uit en werden, zoo wel van de zijde der Directie, als door de Onderwijzers zelve tot eene getrouwe opkomst gehouden.

Daar in de zoo genaamde kleine school slechts 80 kinderen den derden Onderwijzer W: Vrieze (die den 17 dezer den tweeden rang heeft bekomen) waren aanbevolen, terwijl in eene der zalen 180 leerlingen aan eenen minder geschikten Ondermeester werden toevertrouwd, zoo hebben wij eene omzetting dezer personen allezins noodig geoordeeld, dat op denzelfden dag geschied is.

Overigens waren alle klassen in behoorlijke afdeelingen verdeeld in de scholen van eenen rooster voorzien, naar welke de leervakken dagelijks geregeld en doelmatig behandeld werden.-


Aan het tweede Gesticht in de groote school 94, en in de kleine 64 leerlingen aanwezig, welke ik in het lezen, schrijven en rekenen heb zien onderrigten.

Daar er bij het eerste nagenoeg niets werd gesproken, heb ik den Onderwijzer in bedenking gegeven, of zulks ter ontwikkeling der verstandelijke vermogens en tot beter begrip van het gelezene niet een noodzakelijk vereischte ware dat, toestemmend beantwoord zijnde, voortaan in acht zou worden genomen.-

Het overige was tamelijk wel; zoo ook orde en zindelijkheid. De Ondermeester van der Hoeven door zijne Besteders van Amsterdam op gevraagd zijnde en alzoo eerlang staat te vertrekken, ben ik zo vrij UWEdG ter vervulling dier Vacature voortestellen den binnen kolonist F. Heijvaart, houder van den derden onderwijzers rang, welke vroeger in diezelfde betrekking werkzaam geweest – doch door het misbruik van sterken drank daaruit geraakt is.

Deze voordragt geschiedt met te meerder gerustheid, naardien de Adjunct-Directeur zoo wel als de Onderwijzer van dat Gesticht mij daartoe hebben aangezocht en verklaard, dat genoemde persoon, door een goed gedrag van drie Jaren, zijne vroeger begane fout geheel heeft uitgewischt.


De school van het 3e Gesticht schijnt door de verandering van hoofd onderwijzer weinig of niets te hebben verloren.

De nieuw benoemde geeft zich veel moeite, om alles ordelijk, op de beste en doelmatigste wijze voorttezetten; zelfs ook de muzijk.

Met genoegen woonde ik dan ook hier, zoo wel bij dag, als in de avondschool het onderwijs bij.

Op de eerst telde men 166 en op de laatste 124 jongens en meisjes, welke allen goed geklassificeerd waren en op eene nuttige aangename en doelmatige wijze werden bezig gehouden.


Eindelijk moet ik UWEdG nog berigten, dat zich in het 2e Gesticht te Veenhuizen een onderwijzer van den derden rang bevindt Jochem van den Broek genaamd, vroeger privaat onderwijzer te Ommerschans en thans opziener bij de Veldarbeiders, die gaarne bij het onderwijs en wel, bij verkiezing, te Ommerschans wenscht geplaatst te worden.

Daar de Directie nú over dezen persoon zeer te vreden is, zou hij den minder geschikten ouden ondermeester Weststraten te Ommerschans wel kunnen vervangen het welk ik almede zoo vrij ben UWEdG in overweging te geven.

Met de meeste hoogachting heb ik de eer te zijn
WelEdelGestr Heer

UWEdG Dv Dienaar
=Get= J. H. Geraets

Voor copie conform
De Directeur der koloniën
Van Konijnenburg


Op het verslag zijn diverse dingen geschreven door leden van de permanente commissie, met name over de genoemde bedelaarskolonisten die Geraets een rol bij het onderwijs heeft toebedacht:
'● F. Heijvaart N 3354 aangekomen 22 Maart 1841 vrijwillig 3 maal
● J. van den Broek N. 2333 aangekomen 15 Aug 1843 vrijwillig 5 maal
Als ondermeesters uit de Bedelaars Kolonisten voor de 3e & 5e maal in de gestichten!'

Daarbij de notitie van de dominee in de commissie: 'G. Ruitenschild verzoekt dezen geplaatste worde kennis te geven dat streng zal worden toegezien op hunne gedragingen.'