Naar het overzicht
van stukken over ONDERWIJS
Wateren, den 7 April 1836
De 2e onderwijzer van het 1e Gesticht te Veenhuizen, de
verdienstelijke J.J. Witzier, is vertrokken en de
omstandigheid vordert, dat deze vacature spoedig vervuld worde.
Volgens de vastgestelde Klassificatie der onderwijzers
betrekkinge (besluit van de Permanente Commissie van 27 Augustus
1832 N45) behooren de 2e onderwijzers bij de kindergestichten tot
de 4e klasse, terwijl er tot de daaropvolgende 5e klasse alleen
behoort de onderwijzer van de bijschool in de Oostvierdeparten,
zijnde P. van der Koogh, bij het begin dezes jaars aldar in
functie gesteld.
Hoe jammer het nu voor deze bijschool is, die ik in het laatst
der vorige maand reeds aanmerkelijk verbeterd vond, zoo geloof ik
toch, dat deze gemakkelijker goed te vervullen is, dan de 2e
onderwijzers betrekking van het 1e Gesticht.
Ik heb alzoo de eer UWEdG. tot 2e onderwijzer aan het 1e Gesticht
voor te stellen, P. van der Koogh, en voor dezen wederom J.
Meijer Drees, onderwijzer van de 2e bijschool van kolonie 2,
en J. Y. Sasburg, 3e onderwijzer van het 1e Gesticht, de
beide eenigste personen, der 6e klasse.
De eerste aanvaardde zijne dienst in 1832 en de laatste in 1833,
en beide zijn voor die betrekking wel berekend.
De vacature door de verplaatsing van een hunner, zoude vervuld
kunnen worden door Daniel Was, ondermeester aan de
hoofdschool van kolonie 2, die door een of anderen jongeling wel
wederom te vervangen zoude zijn.
De Adjunct-Directeur voor het onderwijs,
J.H. van Wolda