Naar het overzicht
van stukken over ONDERWIJS
De Permanente Commissie
Overwegende dat uit hoofde van de menigte jonge kinderen, welke zich onder de bevolking van het 1 Gesticht te Veenhuizen bevindt, één schoolonderwijzer onvoldoende is, om aan al de onderwijs behoevende het noodig onderwijs te geven, en mitsdien van de bepaling bij het Reglement van huishouding van ééne schoolonderwijzer voor elk instituut immers voor het 1e gesticht eenigzins behoort te worden afgeweken,
Heeft besloten:
Artikel 1.
In het 1e gesticht te Veenhuizen zullen zijn, een eerste, een
tweede en een derde schoolonderwijzer.
Artikel 2.
Tot 1e schoolonderwijzer wordt thans definitivelijk aangesteld de
Heer H.A. Swarts op het tractement van f 7.50 ’s weeks, mitsgaders
het voordeel van vrije woning.
Artikel 3.
Het tractement voor den 2e onderwijzer wordt bepaald op f 4.00
wekelijks mede benevens het voordeel van vrije woning, wordende
den Directeur uitgenodigd den persoon voor den 2e onderwijzer aan
de P. C. voor te dragen.
Artikel 4.
Tot 3e onderwijzer zal worden gebruikt een der meest gevorderde en
geschiktste élèves van het Instituut te Wateren of van het
gesticht te Veenhuizen op voordragt van den 1e onderwijzer ter
keuze van den Adjunct-Directeur voor het onderwijs en onder
goedkeuring van den Directeur der Koloniën en zal die élève boven
de gewone voeding genieten f 1: ’s weeks.
Artikel 5.
Alle vroegere hier niet mede strijdige bepalingen, omtrent het
onderwijs in het algemeen, blijven op den bestaanden voet.
En zal afschrift enz. enz.