Naar het overzicht
van stukken over de OMMERSCHANS
F1: Wymbritseradeel – subcommissie, 5 januari 1822, 14 personen à f 30
F2: Delft – subcommissie, 7 februari 1822, 10 bedelaars à f 30
F3: Monnickendam – subcommissie, 11 maart 1822, één bedelaar, à f 30
F4: Epe – subcommissie, 20 juni 1822, één bedelaar, à f 30
F5: Lisse – subcommissie, september 1822, één bedelaar, à f 30
F6: Gravenhage – burgemeesteren, 20 september 1822, tien bedelaars, à f 40
F7: Gravenhage – subcommissie, 18 september 1822, vijf bedelaars, à f 40
F8: De Minister van Binnenlandsche Zaken en Waterstaat – 7 oktober 1822, 1000 bedelaars à f 40
F9: De Minister van Binnenlandsche Zaken en Waterstaat – 1 februari 1823, 200 bedelaars à f 40
F10: Leiden – subcommissie, 22 maart 1823, tien bedelaars, à f 40
F11: Leiden – subcommissie, 22 maart 1823, zes bedelaars, à f 40
F12: Utingeradeel – subcommissie, 19 juni 1823, twee
bedelaars, à f 40
Een uitleg over deze contracten, inclusief over het verschil
tussen die f 30 en die f 40, staat op pagina 88 van de Star
van februari 1822. Dat is weer zo'n bijzonder staaltje proza dat
ik het hier gewoon overneem en de lezer veel plezier en sterkte
toewens:
Als eene laatste wijze van kontraktering kan men aanmerken die omtrent de bedelaars, welke niet in de vrije Koloniën der Maatschappij, maar in hare établissementen in de Ommerschans enzv. gevestigd worden, hetzij bij enkele, individuele personen, of verdeeld en zamengevoegd in huisgezinnen, in beide gevallen onder een gepast huisselijk opzigt, en onder een strenger bedwang, zoo van verblijf binnen het établissement als aangaande den arbeid: wordende hier geen voorschot op schuld gedoogd, maar wekelijks slechts zoo veel uitgereikt, als er door arbeid werkelijk verdiend is.
Noch gebrekkigen, noch kinderen beneden de 6 jaren, worden aangenomen.
Zoowel Snb-Kommissiën en bijzondere personen, als plaatselijke en Armen-besturen, kunnen over bedelaars kontrakteren.
Er worden aan de Maatfchappij jaarlijks ƒ 40.00 per hoofd voor bestedings-penningen betaald.
Elk kontrakt wordt aangegaan voor den tijd van 16 jaren; doch de uitvallende bedelaars kunnen worden aangevuld, bij overlijden als anderzins, kontrakterende men altijd voor een getal, niet voor de namelijke individu's.
De bedelaars worden tot een werkzaam leven, en, zoo mogelijk, ook tot beschaving en redelijkheid opgeleid.
Zij genieten 1/3de hunner verdiensten boven kost en kleeding zelve, wordende een deel daarvan voor hen in de Spaarbank gelegd; de overige 2/3de strekkea den besteders in mindering der jaarlijksche bestedingspenningen, zoodat, indien een bedelaar ƒ 40.00 of meer in het jaar boven kost en kleeding verdient, hij zijnen besteder niets
kost.
Na 16 jaren kan een gelijk getal andere bedelaars gratis geplaatst worden, alleen met eene retributie van ƒ 15.00 voor elk. ééns, voor buitengewone kleedingskosten.
Ziet men van dit laatste persoonlijk voordeel, en van de uitkeering van 2/3de van het over verdiende jaarlijks af, dan betaalt men voor elken bedelaar slechts ƒ 30.00 in het jaar.
Ook deze kontrakten, zoo zij niet door een plaatselijk .bcstuur worden aangegaan, vereischen deszelfs garantie, en in alle gevallen de approbatie der Staten en van het Gouvernement.
Voor elken bcstedeling wordt vereischt een certifikaat van gezondheid en gaafheid van leden, en een ander, konstaterende, dat hij niet behoord heeft, sedert het laatste jaar, tot eenig Godshuis; in geval het tegendeel van één en ander naderhand bevonden wierd, behoudt de Permanente Kommissie het regt van terugzending.
Ook de Sub-Kommissiën kunnen zoodanige kontrakten sluiten, onder verband van 1/2 der kontributie tot kwijting der jaarlijksche betaling, en in dat geval behoeft de plaatsenlijke garantie alleen dan te werken, wanneer dat gedeelte der kontributie daarvoor niet toereikende mogt bevonden worden.
● Naast de twee grote contracten met de overheid zijn er
dus 60 bedelaars die via zo'n contract in het
bedelaarsgesticht opgenomen kunnen worden.
● Betalingen op F-contracten (en op C-contracten) worden
bijgehouden in een schriftje in inventarisnummer 1154.
● De F-contracten zelf bevinden zich in inventarisnummer
1441, behalve de contracten F1 en F2 die nergens meer te vinden
zijn, en de contracten met de overheid F8 en F9 die zich in invnr
1440 bevinden.
● Vanaf 1 november 1829 staat iedereen die op een
F-contract in de kolonie is, met een B-nummer in het stamboek met
invnr
1389 en in het alfabetische
register daarop.
● Een transcriptie van het contract met de overheid voor
1.000 bedelaars (F8) staat op
de site van De bedelaarskolonie. Het contract van 1
februari voor een extra 200 bedelaars (F9) is behalve de datum en
het aantal bedelaars helemaal gelijk aan F8.
● Waar de op een F-contract geplaatste bedelaars staan in
de stamboeken van bedelaars is mij grotendeels een raadsel. Als
iemand ze tegenkomt hoor ik dat graag.