Naar het overzicht
van stukken over de OMMERSCHANS
Op requeste van den baron A. Pallandt van Eerde cs, zoo voor zich
zelve, als in qualiteit van Markenregter over de aan de
ingezetenen van de stad Ommen (Overijssel) in particulier eigendom
toebehoorende onverdeelde gronden, benevens eenige andere
belanghebbenden in de naburige veenen en velden, daarbij eenige
toelage verzoekende uit 's Rijks Kas, tot goedmaking der kosten
van een aanteleggen kanaal van Ommen tot in de nieuwe vaart van
Hasselt, in de Oosterhuizer veenen.
Gezien
- 1o het rapport van onze ministers van binnenlandsche zaken en
voor het publieke onderwijs, de nationale nijverheid en de
kolonien van den 20 february no 567/no 3 – No 139.
- 2o het rapport van onzen Staats-minister belast ad interim met
de portefeuille van het ministerie van den waterstaat en de
publieke werken van den 18 september No 15133 houdende eenige
bedenkingen tegen de geprojecteerde rigting van het voorschreeven
aanteleggen kanaal,
- 3o het advies van onzen commissaris generaal van oorlog van den
3 december 1819 no 1197,
- 4o het rapport van onze minister van financien van den 21
december 1819 no 2368
Gelet op het nader advies van onzen staats-minister Jhkr O.
Repelaar van Driel en van onzen commissaris generaal van oorlog
van den 15 dezes no 1666,
Hebben goedgevonden en verstaan aan de rquestranten consent te
verleenen tot het graven van het voorschreven door hen
geprojecteerden kanaal van Ommen tot in de nieuwe vaart, welke
door de Avereester veenen reeds is gegraven, en uitloost door de
Aad(??) Hasselt in het Zwarte Water, mits hetzelve zoodanig worde
aangelegd, dat het van de nieuwe vaart zal uitgaan beneden het
verlaat genaamd Steedman, en geleid worden volgens de alignementen
op de kaart aan deze resolutie geannexeerd door eene geele kleur
en met de letters (omgekeerde B) bF aangewezen, voorts van F tot
aan het punt a, en van daar meer zuidwaards op, naar Ommen, en
wijders op die wijze, welke met overleg van de militaire Genie
nader zal behooren te worden bepaald en geregeld; wordende tevens
aan de requestranten te kennen gegeven, dat in 't geval hen de
fondsen mogten ontbreken tot de uitvoering van hun ontwerp, zij
zich alsdan aan de gedeputeerde staten van de provincie Overijssel
zullen behooren te adresseren, met verzoek om zoodanige middelen
voor te dragen, als in de provincie aanwezig zijn, en strekken
ooggezien(?) om het voorgestelde oogmerk te bereiken.
(en afschrift aan alle betrokken ministers... enzv enzv)