Naar het overzicht
van stukken over de OMMERSCHANS



Er wordt gezocht naar personeel voor de Ommerschans en op 25 september 1819 worden de eerste twee employés aangesteld

Op 12 september 1819, invnr 53 scans 86-88, reageert de directeur der koloniën Benjamin van den Bosch op het verzoek van de permanente commissie haar te adviseren welke nieuwe beroepskrachten zij moet aannemen:

(...)
Terwijl ik den Heer Fenner uit zijnen zonderlingen brief niet durvende beoordelen, mij eeniger mate met het daarop verlang­den advies, heb verlegen gezien.
Dat overtuigd van het belang om een goede onder-directeur te bekomen, ik mij heb voorgeno­men in persoon informatie van genoemde Heer Fenner te gaan inwinnen en dat ik daartoe gelegenheid zal hebben aanstaande zondag als zullende dan den 2 assessor bij zijn retour, over Hasselt en de Ommerschans vergezellen; waarna ik de Kommissie van mijne bevinding zal verslag doen.

Daarna dient hij de permanente commissie van advies en op de vergadering van 25 september 1819, waarvan de notulen in invnr 38 zitten, stelt de permanente commissie de eerste twee employés voor de Ommerschans aan:

De boekhouder Craaij, voor ƒ 60 jaarlijks, om te dienen in de Ommerschans.
Vermoedelijk wordt hier bedoeld de voormalige Monnickendamse ontvanger van de directe belastingen Bruining Nicolaas Craaij, over wiens plaatsing in de koloniën rond deze tijd gecorrespondeerd wordt. Craaij zal echter pas op 5 januari 1821 in de kolonie aankomen en nooit naar de Ommerschans gaan, maar in Frederiksoord wonen. Zie voor meer over hem deze pagina.

De heer Fenner, als onderdirecteur in de Ommerschans, voor een proefperiode van 3 maanden. Mocht hij aangesteld worden, dan kan hij rekenen op 1 gulden daags en vrije woning.
Karl Franz Ludwich Fenner zal enkele maanden later, februari 1820, inderdaad op de Ommerschans gaan wonen en er als onderdirecteur een enorm circus van maken. Heel veel informatie over zijn optreden is te bereiken via deze pagina.