Naar het overzicht
van de MUNT-pagina's





Bronzen en zilveren herdenkingspenningen in 1844 naar aanleiding van het overlijden van Johannes van den Bosch

Na het overlijden van Johannes van den Bosch op 28 januari 1844 worden herdenkingspenningen gemaakt. Initiatiefnemer is Pieter Otto van der Chijs, langjarig hoofdredacteur van de maandbladen van de Maatschappij van Weldadigheid de Star en de Vriend des Vaderlands, zie hier voor meer over hem.

INTEEKENING

Wiebe Nijlunsing vond een advertentie in de Leijdse Courant van 26 augustus 1844 waarin bekendheid aan de herdenkingspenning wordt gegeven:

Het is onbekend hoeveel mensen in de twee weken die daarvoor openstaan op de penning hebben ingetekend en dus weten we ook niet hoeveel er zijn gemaakt.

Eerst maar eens hoe de penning er uit ziet. Afbeeldingen van voor- en achterzijde van de bronzen penning staan op de site van het Teylers Museum, daar geïnventariseerd als TMNK 16097. Door rechtsonder op het icoontje met de 'i' te klikken krijg je meer informatie.

VOORZIJDE

Ook afbeeldingen van voor- en achterzijde van de zilveren medaille staan op de site van het Teylers Museum, daar geïnventariseerd als TMNK 02967, en hierop zijn de teksten beter leesbaar. De plaatjes, eerst de voorzijde met het portret:


De tekst op de rand luidt: 'JOHANNES GRAAF VAN DEN BOSCH, GEB. TE HERWAARDEN 2 FEBR. 1780, OVERL. TE S HAGE 28 JAN. 1844'.

ACHTERZIJDE

Dan de achterzijde die vol met tekst staat:

Bovenaan staat: FREDERIKSOORD en eronder JAVA. En daaronder de hele carrière van Johannes van den Bosch in vogelvlucht::

LUIT. DER GENIE 1797
KOLONEL 1808
JAVA VERDEDIGD 1802-1808
NAARDEN INGESLOTEN 1818-1819
DIRECT. DER MILIT. ZAK. VAN JAVA 1814
GENERAAL MAJOOR 1816
DE MAATSCH. VAN WELD. GESTICHT 1818
ADMIN. DER NAT. MIL. EN SCHUTTERIJ 1823
COMM. GEN. DER W. INDIEN 1827-1828
GOUV. GEN. VAN NEERL. IND. 1829-1834
MINISTER VAN KOLONIEN 1834-1839
LID DER 2E KAMER 1842-1844

OVERIGE EXEMPLAREN

Als gezegd weten we niet hoeveel exemplaren er van de penningen gemaakt zijn. Het Rijksmuseum heeft ook een zilveren penning, met objectnummer NG-VG-1-3919, maar daarvan is nog geen plaatje beschikbaar. Door linksonder op 'Objectgegevens' te klikken is wel de beschrijving te zien.

En in een artikel in het blad De beeldenaar meldt Wiebe Nijlunsing dat het Gevangenismuseum te Veenhuizen in de vaste opstelling een bronzen exemplaar heeft, in bruikleen van het Haags Historisch Museum.

DE MAKER

Als maker van de penning wordt in de hierboven afgedrukte advertentie genoemd Johannes Petrus Schouberg (1798 – 1864), stempelsnijder aan ’s Rijks munt te Utrecht. Normaliter zet die een signatuur op zijn produkten, maar dat is bij deze penning niet gebeurt. Wiebe Nijlunsing geeft daarvoor in het genoemde artikel een mogelijke verklaring:

Het is een opvallend, kwalitatief hoogwaardig en goed gelijkend portret waarop Johannes ons in vol ornaat aankijkt, in plaats van links of rechts gewend te zijn afgebeeld.
De reden dat Schouberg zijn naam er niet op zette kan zijn dat het portret een grote gelijkenis vertoont met het schilderij dat Cornelis Kruseman in 1829 van Johannes van den Bosch maakte vlak voor zijn vertrek naar Nederlands Indië en dat nu in het Rijksmuseum hangt.
Je zou haast zeggen: zoek de verschillen. Het gezicht is wat ouder gemaakt met rimpels, de onderscheiding om de hals en de hand met de kaart van Java zijn weggelaten maar de gelaatstrekken en het uniform zijn verder gelijk.
Het vakmanschap van Schouberg is goed te herkennen maar de creativiteit ontbreekt.

LANG GELEDEN

Overigens heeft de familie Schouberg al eens met de Maatschappij van Weldadigheid te maken gehad. Volgens een kwitantie in invnr 1021, de stukken voor de jaarverslagen 1821-1823, hebben J. Schouberg & Zoon geleverd 'een opwaarstempel met de woorden De Maatschappij van Weldadigheid'. Ik heb geen idee wat een 'opwaarstempel' is, maar ze krijgen er ƒ 10,50 voor.

Tegelijk leveren ze 'twee druk balle met ink' voor ƒ 4,50. Ik heb weer geen idee waar ze het over hebben, maar volgens de 'Lijst der Gekreëerde mandaten, sedert primo April 1821, tot ultimo Maart 1822', ook invnr 1021, krijgen ze juli 1821 er voor betaald.

OVERIGE BIJZONDERHEDEN

De diameter van de penning is 51,9 à 52 mm. Het gewicht van de zilveren penning bij het Rijksmuseum is 42,26 gram. Volgens J. Dirks, Beschrijving der Nederlandsche of op Nederland en Nederlanders betrekking hebbende penningen, geslagen tusschen November 1813 en November 1863, zie hier, is de illustratie bovenaan de achterzijde een 'hemellicht' en die onderaan de achterzijde het familiewapen van Van den Bosch.