Naar het overzicht
van de MUNT-pagina's
De eerste is Hendrik Willem Lambertus Post. Hij is geboren 22
juli 1806 te Utrecht, en vijf dagen later daar Nederduits
Gereformeerd gedoopt, als zoon van Willem Post en Diderica
Elisabeth van Schaardenburg.
Hij treedt maart 1830, dus 23 jaar oud, in dienst van de
Maatschappij van Weldadigheid als 'directeur voor de
comptabiliteit', in de stukken ook wel aangeduid als 'directeur
voor de administratie', voor 1500 gulden per jaar, invnr 1007
mapje 1 (met de initialen H.L.W. in plaats van H.W.L., maar
dat wordt in volgende overzichten verbeterd).
Het werk op het bureau in Den Haag is onderverdeeld in 'secretarij' en 'comptabiliteit'. Die organisatiestructuur zal zijn in gang gezet door de reorganisatie van 1 juni 1829 toen de voormalige secretaris van de permanente commissie Jan van Konijnenburg werd bevorderd tot directeur der koloniën. Hendrik Willem Lambertus leidt dus de comptabiliteit en heeft daarbij onder zich een 'verificateur' (1.000 per jaar) en enkele 'geëmployeerden' met salarissen tussen de 350 en de 500.
Zo'n inkomen biedt de mogelijkheid een gezin te stichten. Hij
trouwt 27 augustus 1830 te Monnickendam met Cornelia Petronella
Thierens. Zij is een dochter van een zus van zijn moeder, dus een
nicht van Hendrik Willem Lambertus. Hun kinderen worden in Den
Haag geboren, maar drie van de vijf overlijden heel snel en
slechts eentje zal later zelf een gezin stichten.
Zijn salaris wordt per 1 februari 1840 verhoogd tot 1700 per
jaar, invnr 1007 mapje 5. Per 1 juli 1847 worden de secretarie en
de comptabiliteit samengevoegd. Hendrik Willem Lambertus Post is
vanaf dat moment, invnr 1007 mapje 7, 'secretaris en tevens
directeur voor de administratie' en hij verdient dan 2.000 gulden
per jaar. Dat is heel veel, binnen de Maatschappij van
Weldadigheid verdienen alleen de directeur en de inspecteur (zie
hieronder) der koloniën met 2.500 per jaar mee.
Hendrik Willem Lambertus Post behoudt die functie en die
salariëring tot en met 1859. Dan neemt de Staat de gestichten te
Veenhuizen en Ommerschans over en moet de Maatschappij van
Weldadigheid met Frederiksoord, Wilhelminaoord en Willemsoord de
eigen broek ophouden. Onderdeel daarvan is dat het kantoor in Den
Haag (een in verhouding tot het hele project waanzinnig hoge
kostenpost) in zijn geheel wordt opgeheven. Dus Hendrik Willem
Lambertus vliegt dan ook de laan uit. Hij overlijdt te Den Haag op
19 november 1886.
De inspecteur der koloniën, die tevens 'adviseur der permanente
commissie' is en 2500 gulden per jaar verdient voor het regelmatig
bezoeken en inspecteren van alle koloniën, is Wouter Visser,
geboren 17 oktober 1789 te Sliedrecht, bij de Maatschappij
begonnen als adjunct-directeur van de Ommerschans augustus 1820,
daarna directeur der koloniën van april 1821 tot 1 juni 1829 en
sindsdien inspecteur der koloniën. Zie iets meer informatie over
hem op deze
pagina.
Van de kaartjes met de handtekeningen van Post en Visser zijn
voor zover ons bekend twee bewaard gebleven.
De ene is van het derde gesticht te Veenhuizen en staat op deze pagina,
Het andere bewaard gebleven exemplaar bevindt zich in de
Nationale Numismatische Collectie bij de Nederlandse Bank en is
gecatalogiseerd GP-00834. De werkelijke grootte is 54 bij 41 mm en
hij is van wit karton en omdat er bovenaan geen nummer staat is
hij in gebruik geweest in de vrije koloniën (Frederiksoord,
Wilhelminaoord en Willemsoord).
Dit soort kaartjes blijft in de vrije koloniën in gebruik tot 28
december 1842 als ze allemaal worden ingenomen en er ook in die
koloniën munten van koper en zink worden ingevoerd, zie deze pagina.