Naar het overzicht
van de MUNT-pagina's





Het 'geld', dus de winkelkaartjes, in het gesticht voor wezen, vondelingen en verlaten kinderen Veenhuizen-1 vanaf onbekende datum (het begin?) tot 24-26 november 1831

Bij andere winkelkaartjes en bij munten is het een verschrikkelijke uitzoekerij bij welke kolonie ze precies behoren. Dat is niet het geval bij de hieronder afgebeelde winkelkaarten. Ze zijn namelijk allemaal voorzien van de naam J. Poelman en dan weten we precies waar we zijn moeten.

Jannes Poelman, geboren of gedoopt 13 mei 1769 te Groningen, is vanaf het begin van het wezenetablissement Veenhuizen-1, de eerste bewoners arriveren op 20 december 1823, tot zijn dood op 14 maart 1845 de adjunct-directeur van het eerste gesticht en daarmee de hoogste gezagsdrager ter plekke. Zie voor iets meer over hem deze pagina.

Van ?? tot 24-26 november 1831

Gezien zijn naam op deze kaartjes is dus zeker dat ze in gebruik waren bij het eerste gesticht te Veenhuizen. Het is niet bekend vanaf wanneer precies ze in gebruik zijn, maar vermoedelijk al vanaf het prille begin van het gesticht. Voor de einddatum zie onderaan de pagina.

Onderstaande kaartjes bevinden zich bij de Nationale Numismatische Collectie (verder kortweg NNC), die wordt beheerd door De Nederlandse Bank.

Het is niet duidelijk of er verschil is tussen de blauwe, de rode en de geelachtige kaartjes en zo ja, wat voor verschil. Het zijn wel de enige betaalmiddelen in de koloniën met een beetje vrolijke kleurtjes. Dat is ongetwijfeld op initiatief van Poelman, want hij is ook de enige die kleurige omslagen doet rond zijn ontslagvoordrachten. Vermoedelijk vond hij dat passen bij een wezengesticht.

INVENTARISATIE

Bij de NNC hebben zij de inventarisnummers 1993-2194 tot en met 1993-2196 (de blauwe kaartjes van 5, 10 en 25 cent), 1993-2197 tot en met 1993-2199 (de rode kaartjes idem) en 1993-2200 tot en met 1993-2202 (de geelachtige kaartjes idem). Volgens de beschrijving van de NNC zijn de kaartjes van karton, staat er niets op de achterkant en zijn ze 47 à 50 millimeter hoog en 38 à 42 millimeter breed.

DE BLAUWE SERIE




DE RODE SERIE




DE GEELACHTIGE SERIE




EINDDATUM

Het is bekend tot wanneer deze kaartjes functioneren, want op 24-26 november 1831 maakt de directeur der koloniën een einde aan de wildgroei aan betaalmiddelen in Veenhuizen en voert hij uniforme kaartjes in, zie deze pagina.

Bij die gelegenheid blijkt dat er in het eerste gesticht ook koperen munten gebruikt worden om te winkelen, want de directeur neemt dan voor zo'n 500 gulden aan koperen muntjes van het eerste gesticht in. Die munten zullen dan in combinatie met de winkelkaarten gebruikt zijn, net zoals er in de vrije koloniën gewerkt werd met een combinatie van metalen en papieren munten. Zie voor enkele bespiegelingen over de vroege munten in Veenhuizen deze pagina.