Naar het overzicht
van de
KLEINE RAAD




Volledige transcriptie van:

Notulen van het verhandelde bij de kleinen raad, in de gewone kolonien gedurende de Maand Maart 1842



Zaturdag den 5 Maart 1842

Alle leden zijn tegenwoordig.

Art 1 Voorstellen, verzoeken en klagten van kolonisten.

Verschenen zijn:

Vogel, van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan naar Amsterdam, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.

Vrouw van Ooijen. van kolonie no 2, verzoekt dat hare dochter Alida, oud 24 jaren, welke door dienstbaarheid den 24e December 1837 uit de kolonien is ontslagen, wederom in de sterkte van het huisgezin mag worden opgenomen.daar zij thans buiten dienst is.
De Raad, in aanmerking nemende dat zij ziekelijk is en daardoor niet in staat te dienen, advyseert gunstig voor dit verzoek.

Art 2. Zijn ingekomen de lijsten der afwezig geweest zijnde schoolkinderen van de vorige week en bevonden, dat er bij Nicola en Rutten ieder 20 centen is moeten worden ingehouden. Dezelve zullen aan den Adjunct Directeur voor het schoolwezen worden gezonden.
Die van deze week ingekomen en ter beoordeeling en beboeting aan den Onderdirecteurs afgegeven.


Zaturdag den 12 Maart 1842

Alle leden zijn tegenwoordig.

Art 1 Voorstellen, verzoeken en klagten van kolonisten.

Verschenen zijn:

Westerveld, van kolonie no 1, verzoekt met verlof te gaan naar 's Gravenhage, voor den tijd van veertien dagen.
Is geweigerd, daar het huisgezin buiten hem niet in staat is de voeding te verdienen.

Bakker, van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan naar Amersfoort, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.

Jansen en Grollé, beide van kolonie no 3, verzoeken met verlof te gaan naar Nijkerk, voor den tijd van acht dagen.
Is toegestaan.

Art 2. Zijn ingekomen de lijsten der afwezig geweest zijnde schoolkinderen van de vorige week en bevonden, dat geene gelden zijn behoeven te worden ingehouden. Dezelve zullen aan den Adjunct Directeur voor het schoolwezen worden gezonden.
Die van deze week ingekomen en ter beoordeeling en beboeting aan den Onderdirecteurs afgegeven.


Zaturdag den 19 Maart 1842

Alle leden zijn tegenwoordig.

Art 1 Voorstellen, verzoeken en klagten van kolonisten.

Verschenen zijn:

Vrouw Aukes, van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan naar Alkmaar, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.

Dirk Capbelle van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan naar Kampen, voor den tijd van acht dagen.
Is toegestaan.

Geijtenbeek van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan naar Lisse, voor den tijd van acht dagen.
Is toegestaan.

Vrouw Evers van kolonie no 1, verzoekt met verlof te gaan naar Assen, voor den tijd van vier dagen.
Is toegestaan.

Vrouw Landsbach van kolonie no 1, verzoekt met verlof te gaan met hare dochter Alida naar Amsterdam, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.

Art 2. Zijn ingekomen de lijsten der afwezig geweest zijnde schoolkinderen van de vorige week en bevonden, dat er geene gelden zijn behoeven te worden ingehouden. Dezelve zullen aan den Adjunct Directeur voor het schoolwezen worden gezonden.
Die van deze week ingekomen en ter beoordeeling en beboeting aan den Onderdirecteurs afgegeven.


Zaturdag den 26 Maart 1842

Alle leden zijn tegenwoordig.

Art 1 Voorstellen, verzoeken en klagten van kolonisten.

Verschenen zijn:

C. van Ham, van kolonie no 2, verzoekt met verlof te gaan naar Breda, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.

P. en J. de L'Orme, ingedeelden bij van der Kleij in kolonie no 3, en Bodenstaf in kolonie no 1, verzoeken met verlof te gaan naar Bommel, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan, hebbende zij de toestemming hunner besteders vertoond.

K. van Zwol van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan naar Zwolle, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.

W. Kuit van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan naar Koog aan de Zaan, voor den tijd van acht dagen.
Is toegestaan.

Art 2. Zijn ingekomen de lijsten der afwezig geweest zijnde schoolkinderen van de vorige week en bevonden, dat er geene gelden zijn moeten worden ingehouden. Dezelve zullen aan den Adjunct Directeur voor het schoolwezen worden gezonden.
Die van deze week ingekomen en ter beoordeeling en beboeting aan den Onderdirecteurs afgegeven.

Art. 3. Zijn ingekomen de mestrapporten van de verschillende koloniën over deze maand en bevonden dat ieder hun getal voeren mest heeft aangemaakt.

Art. 4. Zijn ingekomen de maandelijksche opgaven van den staat des werks om en bij de huizen, welke bevonden zijn als volgt:
Kolonie 1 en 3 geen aanmerkingen.
Kolonie 2: Bij Volgering, Krunenberg en Van Ham de sloot voor het huis niet schoon.
De kolonisten zijn aangezegd het gebrekkige te herstellen.


Voor eensluidend afschrift
De secretaris van den Kleinen Raad
T.H.P. van Marle