Naar het overzicht
van de
KLEINE RAAD
Alle leden zijn tegenwoordig.
Art 1 Voorstellen, verzoeken en klagten van kolonisten.
Verschenen zijn:
Vogel, van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan naar
Amsterdam, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.
Vrouw van Ooijen. van kolonie no 2, verzoekt dat hare
dochter Alida, oud 24 jaren, welke door dienstbaarheid
den 24e December 1837 uit de kolonien is ontslagen, wederom in de
sterkte van het huisgezin mag worden opgenomen.daar zij thans
buiten dienst is.
De Raad, in aanmerking nemende dat zij ziekelijk is en daardoor
niet in staat te dienen, advyseert gunstig voor dit verzoek.
Art 2. Zijn ingekomen de lijsten der afwezig geweest
zijnde schoolkinderen van de vorige week en bevonden, dat er bij Nicola
en Rutten ieder 20 centen is moeten worden ingehouden.
Dezelve zullen aan den Adjunct Directeur voor het schoolwezen
worden gezonden.
Die van deze week ingekomen en ter beoordeeling en beboeting aan
den Onderdirecteurs afgegeven.
Alle leden zijn tegenwoordig.
Art 1 Voorstellen, verzoeken en klagten van kolonisten.
Verschenen zijn:
Westerveld, van kolonie no 1, verzoekt met verlof te gaan
naar 's Gravenhage, voor den tijd van veertien dagen.
Is geweigerd, daar het huisgezin buiten hem niet in staat is de
voeding te verdienen.
Bakker, van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan naar
Amersfoort, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.
Jansen en Grollé, beide van kolonie no 3,
verzoeken met verlof te gaan naar Nijkerk, voor den tijd
van acht dagen.
Is toegestaan.
Art 2. Zijn ingekomen de lijsten der afwezig geweest
zijnde schoolkinderen van de vorige week en bevonden, dat geene
gelden zijn behoeven te worden ingehouden. Dezelve zullen aan den
Adjunct Directeur voor het schoolwezen worden gezonden.
Die van deze week ingekomen en ter beoordeeling en beboeting aan
den Onderdirecteurs afgegeven.
Alle leden zijn tegenwoordig.
Art 1 Voorstellen, verzoeken en klagten van kolonisten.
Verschenen zijn:
Vrouw Aukes, van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan
naar Alkmaar, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.
Dirk Capbelle van kolonie no 3, verzoekt met verlof te
gaan naar Kampen, voor den tijd van acht dagen.
Is toegestaan.
Geijtenbeek van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan
naar Lisse, voor den tijd van acht dagen.
Is toegestaan.
Vrouw Evers van kolonie no 1, verzoekt met verlof te gaan
naar Assen, voor den tijd van vier dagen.
Is toegestaan.
Vrouw Landsbach van kolonie no 1, verzoekt met verlof te
gaan met hare dochter Alida naar Amsterdam, voor
den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.
Art 2. Zijn ingekomen de lijsten der afwezig geweest
zijnde schoolkinderen van de vorige week en bevonden, dat er geene
gelden zijn behoeven te worden ingehouden. Dezelve zullen aan den
Adjunct Directeur voor het schoolwezen worden gezonden.
Die van deze week ingekomen en ter beoordeeling en beboeting aan
den Onderdirecteurs afgegeven.
Alle leden zijn tegenwoordig.
Art 1 Voorstellen, verzoeken en klagten van kolonisten.
Verschenen zijn:
C. van Ham, van kolonie no 2, verzoekt met verlof te gaan
naar Breda, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.
P. en J. de L'Orme, ingedeelden bij van der
Kleij in kolonie no 3, en Bodenstaf in kolonie no 1,
verzoeken met verlof te gaan naar Bommel, voor den tijd
van veertien dagen.
Is toegestaan, hebbende zij de toestemming hunner besteders
vertoond.
K. van Zwol van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan
naar Zwolle, voor den tijd van veertien dagen.
Is toegestaan.
W. Kuit van kolonie no 3, verzoekt met verlof te gaan naar
Koog aan de Zaan, voor den tijd van acht dagen.
Is toegestaan.
Art 2. Zijn ingekomen de lijsten der afwezig geweest
zijnde schoolkinderen van de vorige week en bevonden, dat er geene
gelden zijn moeten worden ingehouden. Dezelve zullen aan den
Adjunct Directeur voor het schoolwezen worden gezonden.
Die van deze week ingekomen en ter beoordeeling en beboeting aan
den Onderdirecteurs afgegeven.
Art. 3. Zijn ingekomen de mestrapporten van de
verschillende koloniën over deze maand en bevonden dat ieder hun
getal voeren mest heeft aangemaakt.
Art. 4. Zijn ingekomen de maandelijksche opgaven van den staat
des werks om en bij de huizen, welke bevonden zijn als
volgt:
Kolonie 1 en 3 geen aanmerkingen.
Kolonie 2: Bij Volgering, Krunenberg en Van
Ham de sloot voor het huis niet schoon.
De kolonisten zijn aangezegd het gebrekkige te herstellen.
Voor eensluidend afschrift
De secretaris van den Kleinen Raad
T.H.P. van Marle