Naar het overzicht
van de
KLEINE RAAD
Alle leden zijn tegenwoordig.
Artikel 1. Voorstellen, verzoeken en klagten van Kolonisten.
Verschenen zijn:
A. Hoogmoed van Kolonie no 3 verzoekt om met
verlof te gaan met zijnen zoon Andries naar ’s-Gravenhage
voor den tijd van 14 dagen.
Is toegestaan voor eerstgenoemde, doch voor den zoon niet omdat
hij benoodigd is bij het aardappelrooijen.
Kleinee van Kolonie no 3 verzoekt met verlof te gaan naar ’s-Gravenhage
voor den tijd van 14 dagen.
Is toegestaan.
Gallee van Kolonie no 3 verzoekt verlof voor zijnen
vrouw naar Amsterdam voor den tijd van 14 dagen om hare
ouden zieke vader te bezoeken.
Is toegestaan.
Elisabeth van Waveren ingedeelde bij Hendrik Jacobs,
van Kolonie no 2 verzoekt om met verlof te gaan naar Monnickendam
voor den tijd van 14 dagen, hebbende de toestemming harer
besteders vertoond.
Is toegestaan.
De vrouw van de Kolonist B. Maas van Kolonie no 3
verzoekt om met verlof te gaan naar Amsterdam voor den
tijd van 14 dagen om familiezaken te verevenen.
Is toegestaan.
Vrouw Van Os van Kolonie no 1 verzoekt om met verlof te
gaan naar Tiel voor den duur van 14 dagen.
Is toegestaan.
Samuel de Lange en de weduwe Zuidhoorn, beide
van Kolonie no 3 verzoeken met elkander in het huwelijk te treden,
de eerste is oud 49 jaren hebbende drie kinderen bij zich, waarvan
de oudste 14 jaren en de jongste 7 jaren oud is. De andere is oud
45 jaren en heeft twee eigen kinders bij zich, de eene oud 14 en
de andere 12 jaren.
De Raad oordeelt dat dit een goed huisgezin uit kan maken waarom
ze dit huwelijk aan de Permanente Commissie voorsteld.
In de kantlijn bijgeschreven: De Directeur kan zich hiermede wel vereenigen.
In de kantlijn bijgeschreven: De Lange
uit de contributie Rotterdam heeft nog drie kinderen te huis; de
weduwe Zuidhoorn op contract van het Algemeen Armbestuur
te Rotterdam heeft twee kinderen.
De Kolonist F. van Hemert van Kolonie no 3 verzoekt om
met verlof te gaan naar Dortrecht en Bommel voor
den tijd van 14 dagen. Is toegestaan.
Artikel 2. Zijn ingekomen de opgaven van de mestmakerij
in de verschillende Kolonien en zijn die bevonden als volgt:
Kolonie no.1. Hensbergen geen mest gemaakt, al het
achterstallige van de vorige week bijgewerkt, uitgezonderd bij Augustein.
Den Onderdirecteur opgedragen te zorgen dat het achterstallige in
het begin der volgende week in het gelijk komen.
Kolonie no.2. Burks het achterstallige bijgewerkt, voor het
overige geene aanmerkingen.
Kolonie no.3. van Acker voer mest te min gemaakt; Brans
verminderd van 60 op 40 voer mest, zonder vermelding waar dezelve
gebleven is. Van Dinter en Van der Kooi het
achterstallige nog niet bijgewerkt, waarom de Raad goedvindt beide
in de volgende week ieder 6 pond brood te korten. De
Onderdirecteur last gegeven het achterstallige te doen bijwerken
en aan de inhoudingen van brood in de volgende week gevolg te
geven.
Artikel 3. De maandelijksche opgave van den staat des
werks op de hoeven, die ingekomen zijn nagezien hebbende, is
bevonden dat er de volgende gebreken zijn.
Kolonie 1. De Rapporten teruggezonden; zijnde dezelve niet
goed opgemaakt, daar de twee eerste op een zeer klein stukje
papier zijn gesteld en die van wijk no.3 niet behoorlijk is
ingevuld.
Kolonie 2. Alles in orde bevonden.
Kolonie 3. Brinkman het aschhok niet in orde; voor het
overige alles in orde bevonden. Het rapport van den wijkmeester de
Nekker teruggezonden, omdat hetzelve niet op een behoorlijk
stuk papier gesteld: De Onderdirecteur last gegeven om het
gebrekkige te doen herstellen en de gebrekkige rapporten te doen
vernieuwen.
Artikel 4. Zijn ingekomen de schoollijsten van de
vorige week en, bevonden dat de ouders der schuldigen zijn beboet.
Dezelve aan den Adjunct-Directeur van het schoolwezen zenden. Die
van deze week ingekomen beoordeelden aan de Onderdirecteur
afgegeven ter beboeting van de schuldigen en die van den
schoolonderwijzer Uhl: teruggezonden omdat dezelve niet
naar het model is opgemaakt met last om dezelve maandagmorgen
terug te zenden.
Alle leden zijn tegenwoordig met uitzondering van den Onderdirecteur Faaken, welke met voorkennis van den Adjunct-Directeur naar Dwingelo is om koeijen te koopen.
Artikel 1. Voorstellen, verzoeken en klagten van Kolonisten.
Verschenen zijn:
Anne Smals, bestedeling van het Gouvernement in Kolonie no 3 verzoekt voor zes dagen verlof naar Sneek om zijne familie te bezoeken. Is toegestaan, uit hoofde genoemde persoon zich goed gedraagt.
Vrouw Kramer van Kolonie no 2 verzoekt om met verlof te
gaan naar Holthen bij Deventer voor den tijd van 8
dagen om de noodige papieren te halen uit het voltrekken van zijn
huwelijk.
Is uitgesteld, omdat de verzoeker het noodige reisgeld ontbreekt,
zullende hij nu eerst daarom schrijven.
Artikel 2.
Zijn ingekomen de opgaven van de mestmakerij in de
verschillende Kolonien en zijn dus bevonden als volgt:
Kolonie no.1. Hensbergen komt nog twee voer mest tekort, Augustijn
het achterstallige nog niet bijgewerkt: verder geene aanmerkingen.
Den Onderdirecteur zal last gegeven worden in het begin der
volgende week het achterstallige het gelijk te doen brengen.
Kolonie no.2 .Wiederholt geen mest gemaakt, verder geene
aanmerkingen. Den Onderdirecteur last gegeven te zorgen dat het
achterstallige met de volgende week worde bijgewerkt.
Kolonie no. 3. Van der Kooi, Van Dinter en Van
Acker het achterstallige bijgewerkt; de vermindering bij Brands
van de vorige week is gebleken dat eene verkeerde opgaaf van den
wijkmeester is geweest. Homrich geen mest gemaakt, verder
geene aanmerkingen. Den Onderdirecteur last gegeven het
achterstallige van Homrich te doen bijwerken.
Artikel 3.
De ontbrekende maandelijksche opgaven van den toestand der
hoeven zijn gedeeltelijk ingekomen, nagezien en bevonden als
volgt:
Kolonie no.1, wijk no 1 geene gebreken;
Kolonie no.2, wijk no 1 geene gebreken. De
Adjunct-Directeur zal zelf onderzoeken wat de reden is dat bij
Kolonie no.1 de rapporten van wijk no. 2 en 3 niet zijn
ingekomen.
Artikel 4.
Zijn ingekomen de schoollijsten van de vorige week en
bevonden dat de ouders der schuldigen zijn beboet. Dezelve aan den
Adjunct-Directeur van het schoolwezen zenden. Die van deze week
ingekomen beoordeeld en aan den Onderdirecteur afgegeven ter
beboeting van de schuldigen.
Alle leden zijn tegenwoordig met uitzondering van den Onderdirecteur Schurer, welke van zijn achterblijven geen kennis heeft gegeven aan den Adjunct-Directeur.
Artikel no.1. Voorstellen, verzoeken en klagten van
Kolonisten.
Verschenen zijn:
Jozeph van der Lucht van Kolonie no 1 verzoekt om met
verlof te gaan naar Vlaardingen voor den tijd van veertien
dagen. Is toegestaan.
Artikel no.2.
De Onderdirecteur Schurer verschijnt na het openen van
de Raad.
Artikel no.3.
Verder komen voor:
Impijn van Kolonie no 2 verzoekt om met verlof te gaan
naar Haarlem voor den tijd van veertien dagen. Is
toegestaan.
Pieter Elsing en J. Beun, beide van Kolonie no
2; eerstgenoemde verzoekt ontslag voor zijnen zoon Gerhardus
Johannes, oud 20 jaren en laatstgenoemde voor zijnen dochter
Lena, oud 21 jaren.
De Raad oordeelt dit verzoek aan de Permanente Commissie te moeten
voorstellen.
Bolletje van Kolonie no 3 verzoekt om met verlof te
gaan naar Amsterdam.
De Raad oordeelt dit te moeten weigeren om de drukken
werkzaamheden; doch heeft hem voorgesteld om eerst honderd roeden
land te bemesten op zijne hoeve, hetwelk hij heeft geweigerd als
zoude hij dit niet alleen kunnen verrigten waarom hem het verlof
finaal is geweigerd.
Artikel no.4.
Zijn ingekomen de opgaven van de mestmakerij in de
verschillende Kolonien en zijn die bevonden als volgt:
Kolonie no.1. Hensbergen het achterstallige van vorige week
bijgewerkt. Augustijn het achterstallige nog niet
bijgewerkt, verder geen aanmerkingen. Den Onderdirecteur last
gegeven het achterstallige Maandag te doen bijwerken.
Kolonie no.2. De Vries geen mest gemaakt wegens ziekte,
het achterstallige bij Wiederholt van de vorige week
bijgemaakt. Verder geen aanmerkingen.
Kolonie no.3. het achterstallige van Homrich is
gebleken dat in de vorige week eene verkeerde opgaaf van den
wijkmeester is geweest; verder geene aanmerkingen.
Artikel no. 5.
Zijn ingekomen ontbrekende maandelijks die rapporten van den
vorigen maand van den staat der hoeven bij Kolonie no.1 en
Wijk no.2 en3 welke bij den Onderdirecteur waren blijven liggen en
bevonden dat op dezelve geene aanmerkingen te maken zijn.
Artikel no. 6. Zijn ingekomen de schoollijsten
van de vorige week en bevonden dat de ouders der schuldigen zijn
beboet, uitgezonderd van Kolonie no.1 welke den Onderdirecteur
door zijne afwezigheid in de vorige week te laat in handen zijn
gekomen. Dezelve aan den Adjunct-Directeur van het schoolwezen
zenden. Die van deze week ingekomen, beoordeeld en aan den
Onderdirecteur afgegeven ter beboeting van de schuldigen.
Alle leden zijn tegenwoordig met uitzondering van den Onderdirecteur Schurer welke zonder voorkennis van den Adjunct-Directeur is achtergebleven.
Artikel no.1. Voorstellen, verzoeken en klagten van
Kolonisten.
Verschenen zijn:
Vrouw Hogenberg van Kolonie no 2 verzoekt dat hare
dochter Jannetje welke den 25 Augustus 1830 is ontslagen
wederom in de sterkte mag worden opgenomen. De Raad oordeelt dit
gunstig aan de Permanente Commissie te moeten voorstellen uit
hoofde het een klein huisgezin is waarin zij zeer goed van dienst
kan zijn.
In de kantlijn bijgeschreven: De Directeur heeft hierop geene bedenkingen.
In de kantlijn bijgeschreven: Vrouw Hogenberg
heeft nog een zoon.
Boole van Kolonie no.2 verzoekt om meerdere uitbetaling
van zijnen verdiensten tot betaling van de accijns van zijn
varken.
De Raad geeft hem te kennen dat hieromtrent in de betaalstaat
geene verandering kan gemaakt worden, maar geeft last aan den
Onderdirecteur om zooveel voorschot aan Boole te geven dat
hij de accijns kan voldoen.
Artikel no.2.
De Onderdirecteur Schuurer verschijnt na het openen
van de Raad.
Artikel no.3.
Verder komen voor:
Jan van der Weert van Kolonie no 3 verzoekt om verlof
om naar Kampen te gaan voor den tijd van 14 dagen.
Is uitgesteld totdat de rogge in de grond zal zijn.
Antonia Meijer, ingedeelde bij A.O. Kleinman van Kolonie no 1 verzoekt om met verlof te gaan naar Veenhuizen, voor den tijd van vier dagen om hare moeder, welke ziek is, te bezoeken.
Vrouw Roseboom van Kolonie no 1 verzoekt om met verlof
te gaan naar Groningen voor de tijd van 8 dagen.
Is toegestaan.
Arie van Bruchem van Kolonie no 1 verzoekt om met
verlof te gaan naar Zaltbommel voor den tijd van acht
dagen.
Is toegestaan.
Artikel no.4.
Zijn ingekomen de opgaven van de mestmakerij in de
verschillende Kolonien en zijn die bevonden als volgt:
Kolonie no.1. Augustijn het achterstallige bijgewerkt,
voor het overige geene aanmerkingen.
Kolonie no.2. Smit twee voer mest te min gemaakt, De
Vries het achterstallige van vorige week nog niet
bijgewerkt, voor het overige geene aanmerkingen. De Onderdirecteur
last gegeven het achterstallige in het begin der volgende week te
doen bijwerken.
Kolonie no.3. Van Welsum geen mest gemaakt, verder geene
aanmerkingen. Den Onderdirecteur last gegeven het achterstallige
van Van Welsum in het begin der volgende week te doen
bijwerken.
Artikel no.5.
Zijn ingekomen de schoollijsten van de vorige week en
bevonden, dat de ouders der schuldigen zijn beboet. Dezelve aan
den Adjunct-Directeur van het schoolwezen zenden. Die van deze
week ingekomen, beoordeeld en aan den Onderdirecteur afgegeven ter
beboeting van de schuldigen.
Alle leden zijn tegenwoordig.
Artikel no.1. Voorstellen, verzoeken en klagten van
Kolonisten.
Verschenen zijn:
Vrouw de Bruin van Kolonie no 2 verzoekt met verlof te
gaan naar Gouda voor den tijd van 14 dagen.
Is toegestaan.
Lucassen van Kolonie no 1 verzoekt om met verlof te
gaan naar Amsterdam voor den tijd van acht dagen.
Is toegestaan.
Weduwe Grollee van Kolonie no 3 verzoekt om met verlof
te gaan met hare zoon Antonie naar Amsterdam voor
den tijd van 14 dagen.
Is toegestaan, hebbende hij de toestemming van zijne besteders
vertoond.
Kooistra van Kolonie no 1 verzoekt om met verlof te
gaan naar Leeuwarden voor den tijd van 8 dagen, om de
noodige papieren te halen tot het aangaan van een huwelijk.
Is 14 dagen uitgesteld.
In de kantlijn bijgeschreven: Kooistra
is uit contributie Leeuwarden, heeft zes jonge kinders,
waarvan het oudste, een meisje, in 1817 is geboren.
Ook verzoekt gemelde Kooistra om in het huwelijk te mogen treden
met eene weduwe Van IJsveen, in de nabijheid van de
Kolonie welke drie kinderen heeft, waarvan de oudste 12, de tweede
8 en de jongste 5 jaren is.
Daar Kooistra zelf reeds zes kinderen heeft en de weduwe
aan de Kolonie geheel vreemd is, maakt de Raad zwarigheid dit
verzoek gunstig bij de Commissie voor te dragen, het nogtans aan
haar overlatende hierin zoodanig te beschikken als zij zal
vermenen te behoeven.
In de kantlijn bijgeschreven: De
Directeur advijseert daartegen.
Marten Gerritsma van Kolonie no 2, oud 18 jaren verzoekt
om eenen verlofpas voor den tijd van drie maanden om te gaan
dienen te Noordwolde.
Is toegestaan.
Jeltje Merks Verf, ingedeelde op Kolonie no 1 bij Ladru
verzoekt om met verlof te gaan naar Heerenveen, voor den
tijd van vier dagen om een zieken neef van haar te bezoeken.
Is niet toegestaan daar zij zich reeds vroeger aan desertie heeft
schuldig gemaakt.
Jurrien Maatje, oud 21 jaren, zoon van de Weduwe Maatje
van Kolonie no 1, verzoekt om te mogen huwen met Helena Maria
de Wals oud 25 jaren, dochter van den Kolonist de Wals
van Kolonie no 1 en tevens in de Kolonie te mogen blijven bij
eenen brief aan de Permanente Commissie gericht.
De raad brengt dat verzoek bij de Commissie over, toevoegende dat
op het gedrag der jongelieden niets nadeeligs valt aan te merken.
In de kantlijn bijgeschreven: Het gezin van Maatje
is overgenomen van wijlen de Subcommissie Appingedam en
dat van de Wals van die te Geertruidenberg.
Artikel no.2. Zijn ingekomen de opgaven van de
mestmakerij in de verschillende Kolonien en zijn die bevonden als
volgt:
- Kolonie no.1. Geene aanmerkingen.
- Kolonie no.2. Dirksen schijnt vijf voer mest
minder te hebben dan de vorige week, dat zeker eene
verkeerde opgave van den wijkmeester zijn zal. Smit en De
Vries het achterstallige nog niet bijgewerkt. De
Onderdirecteur last gegeven om het achterstallige in het begin der
volgende week te doen bijwerken en de opgave van de mest bij Dirksen
te onderzoeken.
- Kolonie no.3. Het achterstallige van Van Welsum
van de vorige week bijgewerkt; verder geene aanmerkingen.
Artikel no.3.
Zijn ingekomen de maandelijksche opgaven van den staat
des werks op de hoeven en bevonden als volgt:
Kolonie no 1. De Weduwe Smit, Verbeek, Zandtwijk,
Hendriks, Mulder, Kok, Haaseloop,
Geertsma, van Os, Poot, Penning,
Faarenkamp, Boon, Van Rooijen, Versluis,
allen het aschhok niet in orde. Hofman geen vonder op het
voetpad. Bakema, Jansen Mei en Anne Kleinsman
de greppen om het huis niet in orde.Van Os, Gunther
en Rochel de gierton in stukken. De Onderdirecteur last
gegeven het gebrekkige te doen herstellen en daarvan in de
volgende week rapport te doen.
Kolonie no 2. Geertsma het aschhok niet digt, is aangezegd
om daarvoor te zorgen. Leenhout en Stoffels de
giertonnen niet in orde. De Onderdirecteur neemt op zich het
gebrekkige te doen herstellen. Het rapport van den Wijkmeester van
Heest is niet ingekomen, waarover genoemde wijkmeester zal
worden onderhouden.
Kolonie no 3. J. de Vries het aschhok niet goed gedekt. De
Onderdirecteur neemt op zich hiervoor zorg te dragen, verder
geene aanmerkingen.
Artikel no.4.
Zijn ingekomen de schoollijsten van de vorige week en
bevonden, dat de ouders der schuldigen zijn beboet. Dezelve aan
den Adjunct-Directeur voor het schoolwezen zenden. Die van deze
week ingekomen, beoordeeld en aan den Onderdirecteur afgegeven ter
beboeting van de schuldigen.
Voor eensluidend afschrift,
de Secretaris van de kleinen Raad,
P. van Marle.
Frederiksoord, den 26 October 1831
Weledele Heren,
Dewijl de natuur zijn loop heeft en hebben wil, zo moet ik U
Edelen bekend maken dat ik kennis gekregen heb aan de dochter van
de Kolonist Jacobus van der Wals en verzoeke des U Edelen
toestemming om in het huwelijk te treden en tevens was mijn
verzoek ook om in de Maatschappij waarin ik thans geplaatst ben te
zeggen in de colonie geplaatst te mogen blijven, hetzij als
Kolonis of op een andere manier. Zooals U Edelen dit het beste
schikt en in die verwachting dat U Edelen daarom werk van maken
zult, blijve ik met alle nedrigheid U allerbereidwilligste
Dienaar,
J. Maatje.