Naar het overzicht
van stukken over de CRISIS in 1829





31 juli 1829, dokter Sasse: 'Wat men zoo gaarne gelooft daar voor zoekt men zoo gretig overtuigings gronden'

Dokter Sasse sluit de maand op 31 juli 1829 met zijn definitie van wishfull thinking: 'Wat men zoo gaarne gelooft daar voor zoekt men zoo gretig overtuigings gronden.' Alles wat hij in zijn twee vorige brieven, van 8 juli en van 18 juli, schreef blijkt niet te kloppen. Er zijn heel veel zieken en heel veel sterfgevallen onder zijn handen. Invnr 97:


WelEdel Gestr: Heer!

Wat men zoo gaarne gelooft daar voor zoekt men zoo gretig overtuigings gronden, en zoo had ik mij dan gevleid, dat de eens begonnen ziekte zich geheel of grootendeels bepalen zou tot de nieuw aangekomenen en niet of weinig de vroegere bewoners zou aantasten, maar spoedig naar UWelEds vertrek, zijn de nieuwelingen bijna geheel vrijgebleven, en is de ziekte tot anderen overgegaan.

Een getal van 179 zieken die wij in de vorige week in de ziekezaal gehad hebben, waarvan van Zaturdag tot en met Zaturdag 7 gestorven en 84 hersteld zijn, doet genoegzaam de algemeenheid zien.-

De gestorvenen waren geene nieuwelingen, maar meestal kinderen van vroegere Jaren, en die wegens zwakte, diaré of andere ongesteldheden reeds eenen geruimen tijd in de ziekenzaal geweest waren.-

Daar zich dus de ziekte nu het meest tot de oudere kinderen bepaalt, en zich aan het tweede en derde gesticht reeds heeft vertoond, moet ik mijn vroeger oordeel, dat het eene acclimatisatie-ziekte zoude zijn, terugnemen, want ofschoon elke ziekte die belangrijke verontrusting in het ligchaam te weeg brengt als zodanig kan werken, vind ik de oorzaak van deze ongesteldheid voor zoo ver ik uit Analogie of overeenkomst kan of mag besluiten in de aanhoudende nattigheid van den voorzomer, verbonden met de zuidelijke winden, die nu meer dan 6 weken gewaaid hebben.-

Door de aanhoudende vochtigheid, neemt het ligchaam gestadig de door de warmte in de lucht opgetrokkene scherpte en vochten op, welke op de een of andere wijze moeten ontlast worden, zal de ligchaamelijke toestand op den duur zich gelijk blijven.-

Volgt er dan koude op het vochtige weer, dan gaan die stoffen naar de ingewanden en veroorzaken vooral bij kwaadsappige kinderen moeijelijk op te houden ontlastingen onder den naam van loop of roode loop etc: bekend.-

Is daarentegen het luchtgestel warm, de huid meer werkzaam, dan verplaatsen zich de scherpe stoffen na den huid en van daar dan alle soort van uitslag hetwelk zich alsdan openbaart.

Het voorspellen van de zeker te  verwachten ongesteldheden, veronderstelt eenen scherperen blik in de keten der natuur verschijnselen, dan waartoe wij in staat zijn; maar terug te zien en oorzaak en gevolg in verband te brengen of voor de bestaande natuur verschijnselen eene waarschijnlijke oorzaak te zoeken is den mensch ingeschapen.-

Daarom kan en mag ik zeggen, vandaar de menigvuldige uitslagziekten, welke te gelijker tijd, bijna overal in de Noordelijke Nederlanden, heerschen, vandaar dat roodvonk of Mazelen aan de oevers der grootere en tragere rivieren als vastgeworteld staan, en van daar de moeilijkheid om bij eene algemeen verspreide ziekte, die niet als bijzonder besmettelijk bekend staat, met zekerheid te bepalen uit welk brandpunt de stralen zijn uitgegaan.

Want de oorzaken, welke op de eene plaats die ziekte hebben voortgebragt, kan niet diezelfde zamenloop van omstandigheden elders plaats hebben?

Ongelukkig scheen het voor mij bewaard deze twee jaren, die door hunne vochtigheid zoo ongezond zijn, de geneeskundige behandeling te Veenhuizen te hebben, terwijl het getal der gestorvenen bij het algemeen wel als meer of minder gebrek gerekend wordt, maar ook gedeeltelijk als maatstaf van de kunde der geneeskundigen wordt aangenomen.

Wegens de groote vermeerdering van zieken, zie ik vooruit dat ik met den voorraad van medicamenten niet zal toekomen, en wensch dus zoo spoedig mogelijk nog het hiernevens vermelde te hebben, tevens op welk eene wijze ik de medicamenten, die ik bij volstrekt gebrek heb moeten ontbieden in de vorige maand in rekening zal brengen.-

Zoude het dan ook voor het vervolg niet beter zijn de medicamenten aan mij te doen adresseeren, ten einde ieder oponthoud te verhoeden; de laatste keer toch hadden de medicamenten zonder de attensie van den oppasser van het magazijn nog wel een week in Assen kunnen blijven, zonder dat ik er kennis van gekregen had; de rekening voor de vracht moet ik toch uitschieten en dan voor de 3 gestichten berekenen.-

Spoedig hoop ik een gunstiger rapport te kunnen leveren, en durf dit veronderstellen als het overschot van den zomer slechts niet ongunstig is; terwijl ik met de meeste hoogachting de eer heb mij te noemen
WelEdel Gestr Heer
UwWelEdWDr(get) H. F. A. Sasse

Voor kopij konform
De Direkteur der Koloniën
J. van Konijnenburg