Naar het overzicht
van stukken over GENEESKUNDE





Jan Jacob Willem Voorhorst, arts van de vrije koloniën van 1855 tot 1875.


Jan Jacob Willem Voorhorst treedt op 21 augustus 1855 in dienst van de Maatschappij van Weldadigheid als arts voor de vrije koloniën Frederiksoord, Wilhelminaoord en Willemsoord.

Bovendien is hij 'Chef van de geneeskundige dienst in de koloniën'.

Volgens Roelfsema is Voorhorst gepromoveerd in Groningen tot medicinae doctor op 5 juli 1851 met de dissertatie Nonnula de neuralgia otica (Iets over zenuwpijn van het oor) en op 13 oktober 1852 tot doctor in de verloskunde met Stellingen.

In het personeelsregister met invnr 998 staat hij eerst op folio 56 als 'Genees- Heel en Vroedmeester en Chef der Geneeskundige Dienst'. Hij zou zijn geboren op 24 april 1825. Hij is getrouwd met Coenradina Frederica Christina van Reede, volgens de kolonieadministratie geboren op XXXX.XXX. Huwelijk 14 januari 1853 te Aalten, wat ook de geboorteplaats van Voorhorst is.

Vermeld wordt dat zijn aanstelling is geschied bij besluit van XXX. Dat heb ik niet gezien, maar onderzoekers kunnen dat vinden in invnr XXX en er is goede kans dat ook zijn sollicitatiebrief zich op die plek bevindt.

Daarna staat hij in hetzelfde register op folio 9 met grotendeels dezelfde gegevens.

Ze hebben de volgende kinderen:

Etienne T.P. Voorhorst, geboren 21 februari 1855,
Eduard Caesar C. Voorhorst, geboren 24 juni 1857, en
Theresius C. Voorhorst, geboren 10 augustus 1859.

Volgens de kolonistendatabase staan in latere personeelsregisters (invnr 1675 folio 3, invnr 1677 folio 1, invnr 1678 folio 3 en invnr 1679 folio 4) nog twee kinderen:

Jacobus J.K. Voorhorst, geboren 22 mei 1861, en
Coenradina F.C. Voorhorst, geboren 11 oktober 1862.

Van zijn hand is op deze pagina's het 'Geneeskundige verslag der Kolonien en Gestichten van de Maatschappij van Weldadigheid over het dienstjaar 1857', zie deze pagina.

Roelfsema meldt op pagina 26 een incident uit april 1858 waarbij Voorhorst ervan wordt beschuldigd met een gezelschap aangeschoten collega's zeer laat in de avond de vrouwenzalen in het eerste gesticht te Veenhuizen te hebben bezocht.

Als in 1859 de Staat de gestichten te Ommerschans en Veenhuizen overneemt, blijft hij in dienst van de Maatschappij, maar dan alleen voor de vrije koloniën.

Volgens de raad van tucht van 31 augustus 1860, zie het zittingsverslag zou iemand(en) de tilbury (= het rijtuigje) van dokter Voorhorst beschadigd hebben

En Voorhorst zou door de vrouw van kolonist Van Attekum beledigd zijn, aldus een verslag van de raad van tucht in juli 1862, zie het zittingsverslag.

Hij blijft arts van de vrije koloniën tot 1 november 1875. Volgens de kolonistendatabase is zijn ontslag niet op eigen verzoek, maar na 'moeilijkheden'. Nadere informatie daarover zou te vinden kunnen zijn in invnr XXX.