Naar het overzicht
van stukken over GENEESKUNDE





1852: De Gecommitteerde der Regering meldt dat Binnenlandse Zaken vindt dat er iets moet gebeuren tegen de oogziekten en verkrommingen in het wezengesticht

Van de discussie hierover in 1852 heb ik slechts geringe gedeelten, maar voor geïnteresseerden zijn er wel de mogelijkheden om de stukken hierover op te zoeken. Het begint met een stukje uit de uitgaande post van de permanente commissie van 20 januari 1852 agendapunt N18, invnr 717. Hier is ook het doorgestreepte gedeelte opgenomen, want dat is best opvallend:


18
Miss Gecommitteerde der Regering 14 Jan 107 rapporterende nopens de klagte van Regn over de Stadsbestedelingen te Amsterdam over de physieke gesteldheid hunner weezen te Veenhuizen houdende beschouwingen en mededeelingen nopens de vermoedelijke oorzaken van en het ontstaan van oogziekten bij vele weezen te veenh: als mede nopens de werking van het reglement van voeding en verkwikking der zieken bij de Gestichten → in advies

Daarna heb ik pas weer op het eind van het jaar. Opnieuw uitgaande post van de permanente commissie, 7 december 1852 agendapunt N16, invnr 740:


16 Miss Gecommitteerde der Regering bij de Maatschappij van Weldadigheid 1 Dec 96 voorloopig mededeelende den hoofdzakelijken inhoud eener missive van Binn Zaken waarbij ZHWGeb wordt opgedragen

1e met de P.C. in overleg te treden over de middelen om den aard en den omvang der oogziekten in het kinderGesticht te Veenh. naauwkeurig nategaan almede over de middelen die aangewend moeten worden om de uitbreiding daarvan te voorkomen en die ziekte zoo mogelijk te doen verminderen.

2e de aandacht der P.C. te vestigen op de verkromming der ledematen bij vele kinderen en met haar te beramen over de middelen die tot de kennis des vermoedelijke oorzaken kunnen leiden:
ten einde een en ander met te meerder vrucht op de eerste vergadering der P.C. zoude kunnen behandeld worden → In advies

Op 9 december 1852 transporteert de permanente commissie het geheel door, uitgaande post 9 december 1852 agendapunt N2, invnr 740:

’s Gravenhage, den 9 Dec 1852

N. 2
(Zie 7 dezer N16 in advies, zie 20 Jan ll. N18 in advies)

DE PERMANENTE COMMISSIE DER MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID

Besluit

1.  Aan den Dir der kolonien te schrijven als volgt

Bij missive van den Heer Gecommitteerde der Regering bij de Maatschappij, van den 1 dezer N 96, zijn wij uitgenoodigd met ZHWGeb in overleg te treden, omtrent de middelen die strekken kunnen om den aard en den omvang der oogziekten in het kinder gesticht te Veenhuizen naauwkeurig na te gaan, alsmede nopens de pogingen, die aangewend moeten worden, om de uitbreiding daarvan te voorkomen en die ziekten zoo mogelijk te doen verminderen,

terwijl voorts daarbij ook wordt ter sprake gebragt de verkromming der ledematen die bij vele kinders in het Eerste gesticht wordt waargenomen en waaromtrent onder andere betrekkelijk was Uwe missive van den 14 Januarij 1852 N 107 en bijlage,

en bij welk schrijven UwEd het voornemen mededeelde bij Uwe eerste komst te Veenhuizen nategaan of het mogelijk zoude zijn, in overeenstemming met het door den geneesheer Huber aangegeven denkbeeld, zeker getal van de kleinste kinderen in kribben te leggen of een ander doelmatig middel te vinden, om het nadeel dat het gebruik van hangmatten zou te weeg brengen, te keeren.

Door opgemelden brief van den Heer Gecommitteerde der Regering en bijlage hiernevensgaande verzoeken wij UwEd de daar in vervatte onderwerpen in gezette overweging te nemen en ons Uwe Consideratien te dien aanzien, vergezeld  van daartoe dienstige opgaven en inlichtingen onder terugzending der stukken mede te deelen, ten einde de onderwerpelijke aangelegenheden grondig te behandelen & toe te lichten, waartoe ook inzonderheid in aanmerking komt de mededeeling van het geen het onderzoek met het gebruik van kribben heeft opgeleverd, en waaromtrent ons geene bijzonderheden zijn kenbaar geworden.-
De P.C.

2. Aan den Heer Gecommitteerde der Regering bij de Maatschappij

Na kennis genomen te hebben van den inhoud Uwer missive van den 1 dezer N 96, betrekkelijk den physieken toestand der weezen in het 1 Gesticht te Veenhuizen, is het ons alzo doelmatig voorgekomen de Koloniale Directeur omtrent de bij die missive behandelde punten te hooren en al die opgaven en inlichtingen te vragen die dienstig kunnen zijn om de onderwerpelijke aangelegenheden grondig te behandelen.-

Wij hebben derhalve dien over eenkomstig den Directeur der Kolonien aangeschreven en zullen, na dat aan die aanschrijving zal zijn voldaan, op de voorgestelde wijze, over het bedoelde onderwerp gaarne met UHWGeb in overleg treden.

In afwachting  hiervan hebben wij de eer UHWGeb van het ten deze verrigte kennis te geven.-
de P.C.

Meer over deze discussie heb ik helaas niet, maar dat zou te vinden moeten zijn via het mapje Geneeskunde in de doos met overzichten van de post in 1852, invnr 946.