Naar het overzicht
van stukken over GENEESKUNDE
18 Miss Gecommitteerde der Regering 14 Jan 107
rapporterende nopens de klagte van Regn over de
Stadsbestedelingen te Amsterdam over de physieke gesteldheid
hunner weezen te Veenhuizen houdende beschouwingen en
mededeelingen nopens de vermoedelijke oorzaken van en het ontstaan
van oogziekten bij vele weezen te veenh: als mede nopens de
werking van het reglement van voeding en verkwikking der zieken
bij de Gestichten → in advies
16 Miss Gecommitteerde der Regering bij de
Maatschappij van Weldadigheid 1 Dec 96 voorloopig
mededeelende den hoofdzakelijken inhoud eener missive van Binn
Zaken waarbij ZHWGeb wordt opgedragen
1e met de P.C. in overleg te treden over de middelen om
den aard en den omvang der oogziekten in het
kinderGesticht te Veenh. naauwkeurig nategaan almede over de
middelen die aangewend moeten worden om de uitbreiding daarvan te
voorkomen en die ziekte zoo mogelijk te doen verminderen.
2e de aandacht der P.C. te vestigen op de verkromming
der ledematen bij vele kinderen en met haar te beramen over
de middelen die tot de kennis des vermoedelijke oorzaken kunnen
leiden:
ten einde een en ander met te meerder vrucht op de eerste
vergadering der P.C. zoude kunnen behandeld worden → In advies
’s Gravenhage, den 9 Dec 1852
N. 2
(Zie 7 dezer N16 in advies, zie 20 Jan ll. N18 in advies)
DE PERMANENTE COMMISSIE DER MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID
Besluit
1. Aan den Dir der kolonien te schrijven als volgt
Bij missive van den Heer Gecommitteerde der Regering bij de
Maatschappij, van den 1 dezer N 96, zijn wij uitgenoodigd met
ZHWGeb in overleg te treden, omtrent de middelen die strekken
kunnen om den aard en den omvang der oogziekten in het kinder
gesticht te Veenhuizen naauwkeurig na te gaan, alsmede
nopens de pogingen, die aangewend moeten worden, om de uitbreiding
daarvan te voorkomen en die ziekten zoo mogelijk te doen
verminderen,
terwijl voorts daarbij ook wordt ter sprake gebragt de verkromming
der ledematen die bij vele kinders in het Eerste gesticht wordt
waargenomen en waaromtrent onder andere betrekkelijk was Uwe
missive van den 14 Januarij 1852 N 107 en bijlage,
en bij welk schrijven UwEd het voornemen mededeelde bij Uwe eerste
komst te Veenhuizen nategaan of het mogelijk zoude zijn,
in overeenstemming met het door den geneesheer Huber
aangegeven denkbeeld, zeker getal van de kleinste kinderen in
kribben te leggen of een ander doelmatig middel te vinden, om het
nadeel dat het gebruik van hangmatten zou te weeg brengen, te
keeren.
Door opgemelden brief van den Heer Gecommitteerde der Regering en
bijlage hiernevensgaande verzoeken wij UwEd de daar in vervatte
onderwerpen in gezette overweging te nemen en ons Uwe
Consideratien te dien aanzien, vergezeld van daartoe
dienstige opgaven en inlichtingen onder terugzending der stukken
mede te deelen, ten einde de onderwerpelijke aangelegenheden
grondig te behandelen & toe te lichten, waartoe ook
inzonderheid in aanmerking komt de mededeeling van het geen het
onderzoek met het gebruik van kribben heeft opgeleverd, en
waaromtrent ons geene bijzonderheden zijn kenbaar geworden.-
De P.C.
2. Aan den Heer Gecommitteerde der Regering bij de Maatschappij
Na kennis genomen te hebben van den inhoud Uwer missive van den 1
dezer N 96, betrekkelijk den physieken toestand der weezen in het
1 Gesticht te Veenhuizen, is het ons alzo doelmatig voorgekomen de
Koloniale Directeur omtrent de bij die missive behandelde punten
te hooren en al die opgaven en inlichtingen te vragen die dienstig
kunnen zijn om de onderwerpelijke aangelegenheden grondig te
behandelen.-
Wij hebben derhalve dien over eenkomstig den Directeur der
Kolonien aangeschreven en zullen, na dat aan die aanschrijving zal
zijn voldaan, op de voorgestelde wijze, over het bedoelde
onderwerp gaarne met UHWGeb in overleg treden.
In afwachting hiervan hebben wij de eer UHWGeb van het ten
deze verrigte kennis te geven.-
de P.C.