Naar het overzicht
van stukken over GENEESKUNDE





Dokter Schuurman wordt beledigd door de Commissie van Toevoorzigt en tot twee keer toe, 20 december 1824 en 4 juli 1825, trekt hij zijn handen af van de kolonie

De Commissie van Toevoorzigt is het controlerend orgaan van de Maatschappij van Weldadigheid. Een afvaardiging bezoekt elk jaar de koloniën en schrijft daarover een verslag dat ook in de Star verschijnt. In het nummer van november 1824, zie hier,  noemen zij als een van de verbeterpunten:

Ten derde, dat het ons is voorgekomen, dat de Geneeskundige dienst in de vrije Koloniën meerder voorziening zoude vorderen, vermits door den afstand van Steenwijk, en het overlijden van den Geneesheer te Noordwoidc, niet altijd met den vereischten spoed en gercgeldheid Geneeskundige hulp kan worden ingeroepen;

ongaarne moeten wij zelfs vermelden, dat het ons is voorgekomen, dat die Geneesheer te Steenwijk, aan welken de behandeling der zieken in de Kolonie Frederiksoord is opgedragen, in zekere, tijdens ons verblijf aldaar plaats hebbende omslandigheid, niet die hulpvaardigheid betoond heeft, welke gevorderd werd,

evenmin als dezelve, schoon herhaalde malen door den Geneeskunst-oefenaar aan de Ommerschans verzocht om denzelven van de benoodigde koepokstof te voorzien, en de bezorging daar van op zich genomen hebbende, tot nu toe aan die aanvrage voldaan had;


Dat gaat dokter Schuurman te ver. Op maandag 20 december 1824, invnr 71, schrijft de directeur der koloniën aan de permanente commissie:

Ik vind mij in de onaangename verpligting ter kennis van de Permanente Kommissie te brengen dat ZWEd. de Heer Schuurmans mij per missive heeft berigt dat ZWEd. ten gevolge van het ten zijnen opzigte vermelde in het rapport der sub-kommissie van toeverzigt, geplaatst in het laatste numm. der Star, voor de praktijk als Med. Doctor in de koloniën bedankt;

dat ZWEd. intusschen zal continueren tot aan het einde dezes jaars, of desnoods tot ultimo februarij aanstaande, indien de eerste epoque te kort mogt wezen om in de behoefte te kunnen voorzien:

en ik neem tengevolge daar van de vrijheid de Permanente Kommissie te verzoeken mij wel te berigten op welke wijze zij wenscht de geneeskundige dienst voortaan in de vrije koloniën te zien geregeld of waargenomen, en wat de Perm. Kommissie verlangt dat door mij in dezen zal worden gedaan of bewerkstelligt;

voorlopig diende de Perm. Kommissie tot informatie dat in deeze environs geen andere genees­heer is, dan de dr. Hsen(?) te Steenwijk.


Ik weet niet of en hoe hierop gereageerd is. Het enige dat ik heb is een volgende melding, in een brief van de directeur op maandag 4 juli 1825, invnr 75:

De Heer Schuurman med. doctor te Steenwijk, geeft mij per missive dd. 3 dezer berigt dat ZHEdGeb. om gegronde reedenen voor de praktijk in de koloniën bedankt.

Dat ZHEdGeb. om de kolonisten niet dadelijk in verlegen­heid te laten, dezelve nog gedurende deze maand als naar gewoonte zal bedienen, doch na dien tijd zich daar van ontslagen zal achten.

Ik heb gemeend dit dadelijk ter kennis van de Permanente Kommissie te moeten brengen, met verzoek mij wel te willen informeeren, wat door mij in dezen zal behoren te worden verrigt.

De plaatsen in deeze environs waar geneesheeren wonen, zijn zoo ver mij bekend, Steenwijk en Noordwolde; dan ik vind mij verpligt hier te moeten bijvoegen dat de geneesheer van Noordwolde bij mij, om gegronde reden niet het minste vertrouwen ten aanzien van het behande­len van zieken verdiend.