Willempje van der Dooze komt in 1824 in de kolonie en is achtereenvolgens vrije koloniste, strafkoloniste, arbeidster en tenslotte weer vrije koloniste en ingedeelde

Willempje van der Dooze is geboren 22 oktober 1788 in het dorpje Vreeland in de provincie Utrecht aan de Utrechtse Vecht. Tweehonderddertig jaar later is zij een van de hoofdpersonen in De strafkolonie.

Ze komt in het boek voor op de bladzijden 12, 17-19, 23-24, 30, 98-99, 120-121, 133, 187-190, 241-243, 289-291, 304. Via deze pagina zijn alle daarvoor gebruikte stukken te bereiken. Omdat ik het in het boek al verhalend gemaakt heb, wordt dit een droge opsomming:

Het leven vóór de kolonie

Willempje van der Dooze trouwt met een Duitser die de voornamen Johannes Bernardus heeft en wiens achternaam voorkomt als Scholbroek, Scholsbroek en Schoolbroek. Hier wordt het laatste aangehouden. Met hem krijgt ze vier dochters:
● Catharina Schoolbroek, geboren 22 april 1814,
● Cunera Schoolbroek, geboren 12 februari 1816,
● Elizabeth Geertrui en Geertrui Elizabeth Schoolbroek, een tweeling, geboren 11 februari 1821.

Echtgenoot Johannes Bernardus Schoolbroek overlijdt in 1823 in het ziekenhuis te Amsterdam. Informatie over het leven van Willempje van der Dooze vóór de kolonie heb ik allemaal van onderzoekster Mieke Kennis en is verzameld op deze pagina.

De voordracht voor de kolonie

De subcommissie van weldadigheid Vreeland valt onder het arrondissement Amsterdam. Dat arrondissement mag in 1824 een aantal gezinnen in de vrije koloniën plaatsen.
Amsterdam gunt ook een plek aan de gemeente Vreeland en die draagt Willempje van der Dooze met haar vier dochters voor.
De Maatschappij wil dat er een jongeman bij het gezin wordt ingedeeld om voldoende arbeidskracht in het huishouden te hebben. Zie de stukken over de voordracht en de discussie daarover.

In de problemen

Op 8 juli 1824 komen Willempje, de vier dochters en de ingedeelde jongeman aan en betrekken ze een hoeve in de kolonie Willemsoord. Volgens de site koloniehuizen op deze plek, maar er zijn uit die tijd geen stamboeken bewaard gebleven.

Vijftien maanden later, op 8 oktober 1825 moet zij voor de raad van tucht verschijnen. Ze wordt ervan beschuldigd spulletjes verkocht te hebben - 'een baaijen roode rok, een nieuw kolonie laken, twee nieuwe vrouwenhemden en twee meisjesbrieven van haar eigen', Maar belangrijker is de beschuldiging van een 'ontuchtig levensgedrag': ze is zwanger van de ingedeelde jongeman. Zie het zittingsverslag.

In de strafkolonie

Ze worden veroordeeld tot een verbanning voor onbepaalde tijd naar de strafkolonie op de Ommerschans, waar ze blijkens dit overzicht op 10 oktober 1825 aankomen.

Daar bevalt Willempje op 7 maart 1826 om zes uur 's morgens van een zoontje dat ze laat dopen Arnoldus van der Dooze, zie op bonmama. Het jongetje overlijdt al heel snel, op 25 maart 1826 om zeven uur in de ochtend, zie bij bonmama. Daarna, op 23 juni 1826, gaat de ingedeelde jongeman er van door en die komt nooit meer terug in de kolonie.

Beoordelingen

Elk jaar beoordeelt de permanente commissie of mensen in de strafkolonie zich voldoende gebeterd hebben om terug te kunnen keren naar de vrije koloniën. Zie bijvoorbeeld het besluit dienaangaande in september 1828. Daarin worden Willempje en haar dochters niet genoemd, wat inhoudt dat ze nog minstens een jaar moeten blijven.

Na de beoordeling van 1829, zie hier, beschouwt men het gezin als onverbeterlijk en doet de permanente commissie het voorstel het gezin terug te sturen naar Vreeland. Dat levert een heleboel correspondentie, zie de stukken.

Geboorte Willem

Het terugsturen gaat uiteindelijk niet door en inmiddels heeft Willempje verkering met de bedelaarskolonist en bedelaar-veldwachter Christiaan Willem Harbrecht. Zijn naam komt ook voor als Haarbrech en Hartbrecht, en in alle variaties met een 'g' in plaats van de 'ch', maar ik hou hier Harbrecht aan, Voor meer over hem zie hier.

Als gevolg van die verkering wordt op 12 december 1830 om half tien 's avonds op de Ommerschans geboren Willem van der Dooze. Die blijft wel in leven.

Schutterij

Die tweede ongehuwde zwangerschap wordt Willempje de komende jaren nagedragen, zie bijvoorbeeld de beoordeling van de strafkolonisten in 1833, waar ze qua aantal zwangerschappen niet blijken te kunnen tellen.

Christiaan Willem Harbrecht gaat een half jaar na de geboorte van zijn zoon, op 1 mei 1831, als plaatsvervanger in dienst bij de schutterij, maar gebruikt het geld dat hij daarvoor krijgt om het gezin van Willempje te ondersteunen.

Dochters trekken weg

De twee oudste dochters trekken de wijde wereld in. In het stamboek van de strafkolonie 1832-1835 met invnr 1584 staat aangetekend dat Catharina Schoolbroek met ontslag de koloniën verlaat op 15 juli 1833. Volgens invnr 145 scan 122 is zij 'benaderd door bloedverwanten', dus ze zal bij de familie in Vreeland wonen.

Een jaar later wil zus Cunera weg. Amsterdam moet toestemming geven en die schrijft op 7 juni 1834 het goed te vinden dat 'Knizena dochter van de weduwe Schoolbroek' met ontslag gaat. De permanente commissie geeft dan op 3 juni 1834 N7 & N10, invnr 425, ontslag en ze vertrekt op 8 juli 1834. De protestantse gemeente te Ommerschans geeft haar ƒ 1,50 voor reisgeld, invnr 171 scan 481.

Christiaan Willem terug

Christiaan Willem Harbrecht keert 25 februari 1835 terug van zijn diensttijd, hij gaat vrijwillig het bedelaarsgesticht in, wordt weer tot 'bedelaar-veldwachter bevorderd en hervat zijn relatie met Willempje. Die 'heimelijke verkeering met een der Veldwachters' schijnt dan algemeen bekend te zijn, zie de beoordeling van strafkolonisten in 1835.

's Nachts zijn ze apart, Willempje en de tweeling in de strafkolonie, invnrs 1584 en 1585, en Christiaan Willem Harbrecht verblijft op de zaal van zaalopziener Blijstra volgens het overzicht dat begint op scan 438 van invnr 163. Zijn positie als bedelaar-veldwachter wordt bevestigd door een lijst van veldwachters per 7 januari 1836, invnr 167 de scans 128-129.

Trouwplannen

Dan willen Willempje en Christiaan Willem trouwen, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want ook daarvoor heb je in de koloniën van weldadigheid toestemming nodig. Op 18 januari 1836 schrijft Christiaan Willem Harbrecht een PRACHTIG verzoekschrift aan de permanente commissie, of beter gezegd: laat hij een verzoekschrift schrijven, waarin hij toestemming vraagt om met de weduwe Schoolbroek te trouwen en vraagt of ze daarna als vrije kolonisten geplaatst mogen worden.

Dat wordt afgewezen, maar later in het jaar onderneemt Christiaan Willem opnieuw actie en dan komt er schot in. Christiaan en Willempje laten weten dat ze na hun huwelijk graag in de vrije koloniën geplaatst worden.

Huwelijk

Op 25 april 1838 is het zo ver, RHC Overijssel, toegang 123, Invnr 10217, gemeente Ommen Stad, Huwelijksakte nummer 3:
Bruidegom Christian Wilhelm Hartbrecht, 40 jaar, geboorteplaats: 's Gravenhage, beroep veldwachter, Vader Bernhard Christoph Hartbrecht, Moeder Anna Josina Tiemann, en
Bruid Willempje van der Dooze, 49, beroep koloniste, weduwe van Johannes Bernardus Scholsbroek, Geboorteplaats: Vreeland (Ut), Vader Reinier van der Dooze, Moeder Cunera van den Bogaard.
Zoon Willem van der Dooze wordt gewettigd.

Volgens het stamboek van de strafkolonie 1834-1847 met invnr 1574 folio 26 trekt Christiaan Willem op de huwelijksdatum in bij het gezin in de strafkolonie.

Veenhuizen

De permanente commissie heeft keer op keer laten weten dat ze hen niet in de vrije koloniën wil hebben en dat gebeurt ook niet. Ze krijgen de (lagere) status van arbeidershuisgezin in Veenhuizen, zie enkele algemene opmerkingen over die bevolkingscategorie, en al snel, op 5 mei 1838, trekken ze daar naar toe.

Ze wonen nu in een van de woningen aan de buitenkant van het derde gesticht. Christiaan Willem Harbregt, Willempje van der Dooze 'eerder weduwe Scholbroek', de tweeling Geertrui Elisabeth Schoolbroek en Elisabeth Geertrui Schoolbroek en zoon Willem, die ondanks het feit dat hij bij het huwelijk gewettigd is toch als 'onechte zoon', dus Willem van der Dooze, staat genoteerd.

Enkele bijzonderheden over hun leven in Veenhuizen, met daarbij ook de aanwezigheid van Willempje bij het huwelijk op 28 april 1841 van haar dochter Cunera in Amsterdam, staan hier.

Naar de vrije koloniën?

Op 5 februari 1840 stelt de directeur der koloniën voor om het gezin Harbrecht-van der Dooze vanuit Veenhuizen over te plaatsen naar de vrije koloniën. Hij meldt vanuit Veenhuizen dat het gezin 'zich hier uitmuntend gedraagt' en dringend verzoekt overgeplaatst te worden. Dit fragment staat hier.

Maar de permanente commissie blijft afwijzend reageren (uitgaande post 7 maart 1840 N26, invnr 499, geen scans). Ze besluit in krom Nederlands 'den directeur te kennen geven dat de terugplaatsing van het gezin van Harbregt van Veenhuizen naar de gewone kolonien niet in overweging te worden gelaten'.

Naar de vrije koloniën!

Op 28 maart 1843 moet de directeur der koloniën gezinnen voordragen die de lege plekken in de vrije koloniën kunnen opvullen. Op die voordracht prijkt ook het gezin Harbrecht-Van der Dooze. En dit keer is de permanente commissie er niet om het tegen te houden, want die is tijdelijk afgetreden.

Daarom beslissen de 'Heeren Hoofdambtenaren bij de Maatschappij van Weldadigheid tijdelijk belast met het bestuur der loopende zaken'. En die keuren op 6 april 1843 bij agendapunt N6 (invnr 539, geen scans) de voordracht goed.

Frederiksoord

Op 15 april 1843 komen Willempje, Christiaan Willem Harbrecht, de dochters Geertrui Elisabeth en Elisabeth Geertrui en zoon Willem van der Dooze aan in Frederiksoord en betrekken ze hoeve 123. Ze staan in het stamboek Frederiksoord 1841-1848 met invnr 1350. Zie voor de locatie van die hoeve dit kaartje. Tegenwoordig is dat Wilhelminaoord, toentertijd hoorde het bij Frederiksoord.

Een maand later komt de in 1833 uit de koloniën vertrokken dochter Catharina Schoolbroek vragen of ze bij het gezin mag komen wonen en dat wordt toegestaan. Zie de stukken. Op 11 augustus 1843 komt Catharina er bij wonen, maar op het eind van het jaar, 24 december 1843, vertrekt ze al weer om 'te gaan dienen'.

De tweeling

Dochter Geertrui Elisabeth vertrekt ook, op 17 oktober 1844, maar keert op 10 april 1845 weer terug.

Dochter Elisabeth Geertrui vertrekt op 6 januari 1845 van de kolonie, maar daar zit meer achter. Want een paar maanden later, op 7 april 1845 deserteert de kolonistenzoon Antonie van der Sluis van de kolonie en op 3 juli 1845 trouwen ze te Weststellingwerf met elkaar. Nog diezelfde maand wordt hun eerste kindje geboren, dus Elisabeth Geertrui is al zwanger van de kolonie vertrokken.

Zowel uit notities van de koloniedirectie (invnr 322 scan 88) als uit de geboorteakten van hun eerste kinderen wordt duidelijk dat ze wonen in het semi-illegale huttendorp dat eerst bekend staat als 'de hutten onder Noordwolde', later als 'Noordwolde-Zuid' en nog later als 'Lombok'.

Overige bijzonderheden over het leven van Willempje, Christiaan Willem en hun gezin in Frederiksoord staan op deze pagina.

Een vrijer voor Geertrui Elisabeth

September 1846 meldt zich een vrijer voor de enige nog thuiswonende dochter Geertruij Elisabeth Schoolbroek. Maar de directie staat huiverig tegenover een huwelijk tussen haar en de kolonistenzoon Koene Jonker. Die laatste is 'geen van de ijverigsten' en bovendien belijden 'de jongelieden verschillende godsdiensten'. Zie de stukken.

Het gaat dus niet door. Als de moeder van Koene Jonker daarna overlijden, probeert hij het in november 1846 nog een keer. Maar het lijkt hem er vooral om te gaan de hoeve waarop hij en zijn moeder hebben gewoond over te nemen en als er nog steeds godsdienstige bezwaren tegen het huwelijk blijken te zijn, ziet hij van het huwelijk af.

Verhuizing

Het gezin van vier personen (Willempje van der Dooze, Christiaan Willem Harbrecht, Geertruij Elisabeth Schoolbroek en Willem Harbrecht) verhuist op 31 maart 1847 van Frederiksoord naar Wilhelminaoord. Vermoedelijk was dat op eigen verzoek en een reden valt wel te bedenken, want hoeve 41 van Wilhelminaoord ligt dicht bij het huttendorp onder Noordwolde, zie de locatie van de hoeve. En in dat huttendorp wonen twee dochters.

Enkele bijzonderheden over hun eerste jaren in Wilhelminaoord staan op deze pagina.

Huwelijken

Op 26 april 1849 vindt een huwelijk plaats waar iets vreemds mee is. Volgens de burgerlijke stand van Weststellingwerf trouwt de kolonistenzoon Jacobus Johannes Schaeffer met 'Kuinera Schoolbroek'. Later blijkt hij echter getrouwd te zijn met Catharina Schoolbroek. Zie hierover deze pagina, waar ook een overzicht staat van het gezin van Cunera Schoolbroek.

Het huwelijk op 30 april 1852 is duidelijker. Geertrui Elizabeth Schoolbroek heeft ontslag van de kolonie gekregen en de kolonistenzoon Frederik Adolph. Schnoor heeft dat een maand eerder gehad. Uit de geboorteakten van hun kinderen blijkt dat ook zij zich in het huttendorp vestigen. Er wonen nu dus drie dochters met hun gezinnen in 'de hutten onder Noordwolde'.

Opvolging

In 1853 zet Christiaan Willem Harbrecht de procedure voor opvolging in werking. Er volgens brieven van de subcommissie Amsterdam, van de adjunct-directeur voor de vrije koloniën en van de directeur. Iedereen vindt het oké. Op 26 mei 1853 geeft de permanente commissie haar toestemming: de hoeve mag na diens huwelijk worden overgeschreven op naam van de zoon van Willempje en Christiaan Willem.

Die zoon staat in de kolonieadminstratie nog meestal te boek als Willem van der Dooze maar heet eigenlijk Willem Harbrecht. Hij trouwt met de kolonistendochter Cornelia Zandwijk.

De voorwaarde zoals Amsterdam die formuleert is 'dat de ouders bij hun blijven inwonen, en, op den duur, door hen met liefde zullen worden verzorgd'. En zoals de permanente commissie het formuleert 'dat de ouders bij de jongelingen zullen blijven inwonen en levenslang naar kinderpligt met liefde zullen worden verzorgd'.

Een soort reünie

Christiaan Willem Harbrecht en Willempje van der Dooze wonen als ingedeelden bij hun zoon en schoondochter, en de uit dat huwelijk geboren kinderen. In het huttendorp onder Noordwolde in de directe omgeving wonen drie dochters, waarvan twee ook kleinkinderen leveren.

Maar de ene na de andere dochter verwerft zich een koloniale hoeve:

18 januari 1861 betrekken Catharina en echtgenoot hoeve 62 van Frederiksoord, maar ze verhuizen in 1864 naar iets dichterbij en 1865 naar vlakbij;
26 februari 1861 vestigen Geertrui Elisabeth en gezin zich in hoeve 8 van Wilhelminaoord, en na de door van haar echtgenoot komt Geertrui Elisabeth er ook vlakbij wonen;
3 juli 1866 komen Elizabeth Geertrui en gezin in Wilhelminaoord wonen.

Een overzichtje van die gezinnen en daarmee van kleinkinderen en andere familieleden van Willempje van der Dooze, en waar ze in de kolonie wonen staat hier.

Willempje van der Dooze overlijdt 23 oktober 1867, Christiaan Willem Harbrecht op 15 oktober 1878.

Tenslotte nog een overzicht van het gezin van de op de Ommerschans geboren zoon van Willempje van der Dooze en Christiaan Willem Harbrecht, maar dan komen we al in de twintigste eeuw.

------

En helemaal tenslotte, voor de duidelijkheid want het wordt een beetje rommelig, een overzicht van de sub-pagina's die bij dit verhaal horen:

Het leven van Willempje van der Dooze vóór de kolonie, 1788-1824
De voordracht voor de kolonie, in 1824.
■ De tuchtzaak waardoor ze naar de strafkolonie moet, in 1825
Discussie over een mogelijk ontslag, in 1829
Informatie over Christiaan Willem Harbregt, naar aanleiding van de geboorte van Willem van der Dooze in 1830.
Eerste poging om toestemming te krijgen voor een huwelijk in 1836.
Tweede (geslaagde) poging toestemming voor een huwelijk te krijgen in 1837.
Hun leven in de kolonie Veenhuizen 1838-1843.
De voordracht voor overplaatsing naar de vrije koloniën in 1843.
De tijdelijke terugkeer van dochter Catharina in 1843.
Hun leven in de kolonie Frederiksoord 1843-1847.
Eerste poging Koene Jonker tot een huwelijk met Geertrui Elisabeth, okt 1846.
Tweede poging Koene Jonker tot een huwelijk met Geertrui Elisabeth, nov 1846.
Hun leven in de kolonie Wilhelminaoord, 1847-1853.
Het raadselachtige huwelijk van Cunera of Catharina in 1849.
De overschrijving van de hoeve op zoon Willem Harbrecht in 1853.
Overzicht van de drie gezinnen van de dochters die de kolonie opkomen, 1961-1866.
Het gezin van zoon Willem Harbrecht, 1853-1916.