Naar het overzicht
van de POST
Ingekomen post invnr 62. Brief van Ameshoff aan
de Permanente Kommissie:
De zaak der Blokzieler haven wordt aangepakt, eindelijk zal ZM
van de angstvolle gemeente, nog dezen week een rekwest erlangen.
2 augustus 1822, Faber van Riemsdijk vanuit Frederiksoord
(brievenboek invnr 20)
Ingekomen post invnr 62. Brief van Johannes vd
Bosch aan W.A. Ockerse:
Frederiksoord den 3 augustus 1822
Uwe brieven mijn waarde vriend zijn mij wel laat geworden.
- over bedelaars uit Delft. transcriptie
Aan Lis te antwoorden dat het bedelaars instiuut nog niet ten
volle gereed is, maar dat denkelijk zijn zal in de laatste helft
dezer maand en er als dan gelegenheid zijn zal de opgegeven
persoon te plaatsen.
Frans Hensbergen door de Heer Madlener opgegeven zal bij
gelegenheid in aanmerking komen. Gelieft hem als zodanig op de
lijst der sollicitanten te brengen en te informeren of hij
schrijven en rekenen kan.
De stukken betrekkelijk H. Polman en van H. Bartels te Avereest
vinde ik niet, maar zal er nog nader na zoeken. Metselaars kunnen
wij niet plaatsen en over doctors spreken wij nader.
Het certificaat van ter Wolde zal ik zoeken.
Over de kinderen van Kinzer(?) nader bij mijn volgende. Dit moet
onderzocht worden.
Na hartelijke groeten, ook aan de professor en famillie van ons
allen, blijve ik in haast
T.T.
VdBosch 62)
Ingekomen post invnr 62. Brief van directeur
Visser aan de Permanente Commissie:
4. Dat de voormalige kolonist Sent Vergeer en vrouw door hun
huwelijk natuurlijk als kolonist werden ontslagen; hetgeen door
het vertrek van zijn moeder, de wede Vergeer nog meer is
bevestigt: dat zijn schoonvader, de kolonist Bodenstaf hem
aanvankelijk wel in deszelfs huis heeft opgenomen - met consent
van den Heer Direkteur B. van den Bosch - doch dat dit nimmer als
verbindend voor altijd, is kunnen worden beschouwd; en hij,
Vergeer, zijns vaders huis moet verlaten en voor zijn onderhoud
zorgen, zoodra dezen niet langer goed vindt hem bij zich te
behouden. De brief van Vergeer gaat hier nevens te rug.
5. Dat Z.H.Ed.Gestr. den Heer 2e Adsessor nogmaals heeft op zich
gelieven te nemen, het beantwoorden van den brief des Heeren
Sekretaris der subkommissie te Monnickedam, waarna ik de eer zal
hebben, gen. missive als mede die van de Heer President van
dezelve kommissie, de Permanente Kommissie te retourneren:
zullende intusschen aan die bewuste zaak geen verder gevolg
worden gegeven; terwijl ik het verlangen der gedagte
subkommissie, om hunnen wezen tot een huisgezin te herenigen
billijk vindende, tragten zal huisverzorgers tot dat einde te
bekomen.
De brief van Vergeer niet gevonden.
7 augustus 1822, Rekwest aan Zijne M den Koning, tot verzoek van
vrijstelling der proportionele regten van mutatie en
overschrijving ten aanzien van eenige aankopen van vaste goederen
ten behoeve der Maatschappij. (= opschrift op uitgaande brief
invnr 353)
Ingekomen post invnr 62. Brief van directeur
Visser aan de Permanente Commissie:
Voorts vind ik mij verpligt de Permanente Kommissie te informeren
dat op den 7 dezer op de middag is afgebrand het koloniale huisje
bewoond door den kolonist Matena in kol. N3, zijnde daarbij
verbrand een gedeelte der meubelen, eenig hooij en ongedorscht
rogge; de oorzaak van dit ongeluk heeft men met geene zekerheid
kunnen opsporen.
Ingekomen post invnr 62. Brief van directeur
Visser aan de Permanente Commissie:
Een rekening ten laste der Maatschappij van den kolonist
Bodenstaff als aannemer van het verplaatsen van eenige koloniale
woningen.
P.S. De beide in de koloniën tegenwoordige lieden ontslag gegeven
hebbende aan den gewezen wijkmr. daarna adsistend boekhouder
Stokheimer; zal het HunEd aangenaam zijn dat, hiervan aan het
ministerie van oorlog wordt kennisgegeven.
De bedoelde "lieden" zijn Johannes vd Bosch en Faber van
Riemsdijk.
Ingekomen post invnr 62. Brief van de weduwe
Vrijhoef aan de Permanente Commissie:
Dat zij, requistrante verpligt zal zijn ingevolge aanzegging des
Heer Directeur dezer koloniën, van het huis door haar thans
geoccupeerd, te zullen moeten ruimen, en tevens haar, door gem:
Heer Directeur permissie verleend is, zich wederom in eene andere
woning, op deze kolonien te mogen etablisseren, staande en
geleegen in de West Vier Parte nabij de 6e kolonie, mits dezelve
op haare eigene rekening te moeten repareeren, en bewoonbaar
maaken.
Neemt zij requistrante de vrijheid zich te adresseeren, dat
alhoewel deeze aan haar vergunde menschlievendheijd het onmogelijk
is, dit locaal bewoond te kunnen worden, doordien het zelve niet
voor droogte, of andere gevaaren bevreid is, die onontbeerlijk
zijn om het, door haar nog thans gecontinueerd wordende bedrijf te
kunnen volvoeren of haare winkelwaaren, aan verderf onderhevig te
kunnen beveiligen.
En zij requistrante zich finaal buiten staat bevind, om deze aan
haar gedane propositie te kunnen uitvoeren, als zijnde weduwe,
ontstoken van pensioen en verdiensten van haaren overledene man,
geene andere resourse, of moijen van bestaan hebbende als deeze
haare winkel, dewelke haar als oud opper onder officiers weduwe,
en thans geheel kreupelend, haare nog overblijvende tijd zoude
kunnen geneezen, daar het bij haare Hoog Geachte Heeren
Superieuren bekend is, met welke zele en activiteit, en tot de
minst mogelijke prijsen, zij haare winkel waaren heeft
gedebiteerd.
De Permanente Commissie neemt de verbouwing op zich, mits niet
meer kostende dan f100,-
Ingekomen post invnr 62. Brief van de
subcommissie tot Nut en Beschaving aan de Permanente Commissie
over de kolonist Hazelip. transcriptie
Ingekomen post invnr 62. Visser stuurt
koloniale berichten voor de Star. 62)
Ingekomen post invnr 62. Brief van kolonist
Franciscus Westhoff aan de Permanente Commissie:
Wel Eedele Heeren!
Geeft mit de hoogste eerbiet te kenne ik ondergetekende Fs
Westhoff colonist in de Westvierdeparte als dat mijn sohn genaamt
Ps Westhoff oud zijnde 24 jaare in eene verkeering geraakt zijnde
mit eene Neeltje de Weyn, welke als huysversorgster, op de
bovengenoemde colonie, insgelijks woonagtig sijnde,en sij bijde
sodanig over een gekomen zijnde, van sich gaarne in het huwelijk
te vereenigen, hiertoe egter, van UWelEedele Heeren de admissie en
approbatie nodig hebbende, en ik als vader, van den bovengenoede
P: Westhoff mijne goedkeuring geve; so bin ik te rade geworde van
mijn mit deses bij UWelEedele Heeren te vervoege mit versoek, dat
het UWelEedelens behaage moogen, de hiertoe benodigde admissie te
verleenen, ten eijnde sij sich in der echt mogen vereenigen, en
mijn sohn, als colonist mogen ontslagen worden, en als
huijsversorger door UWelEedelens gunst mogen worde geaccepteert
en opdat, dit mijn versoek door UWelEedelens moge worde
toegestaan. Noeme ik mijn mit eerbiet U:WelEedelens onderdanigste
Dienaar
Fs Westhoff colonist in de Westvierdeparten No. 62
Frederiksoord den 20 augustus 1822
Het verzoek wordt toegestaan.
Brief van Doopsgezinden Haarlem over De Haan (brievenboek invnr
20)
Ingekomen post invnr 62. Visser verzoekt
informatie omtrent de plaatsing van een kolonist.
Ingekomen post invnr 62. Visser stuurt de
gerectificeerde verantwoordingen van maart en april.
Ingekomen post invnr 62. Visser denkt de
komende week ƒ3200,- nodig te hebben.
Ingekomen post invnr 62. Brief van Faber van
Riemsdijk aan W.A. Ockerse:
Daar door ons aan den Hr. Visser uit hoofde van buitengewone
famille zaken een verlof van 14 dagen geaccordeerd is, dienen de
gepetitioneerde mandaten aan de order van den Hr. Adjunkt
Direkteur Falck gesteld te worden. Zijn dezelve onverhoopt reeds
verzonden, gelief dan eene gelijke som aan die order te
verzenden, dan zullen die aan de order van den Hr. Visser blijven
liggen en bij ZEd. retour dienen.
Faber van Riemsdijk meldt ook binnen weinige dagen terug te
zullen keren.
Ingekomen post invnr 62. Falck stuurt
vestigingsstaten van aangekomen kolonisten.
Besluit volgens brievenboek invnr 20. Besluit tot bericht aan Delft dat de tien mogen komen (pas dag later komt brief Van Riemsdijk die in Kloosterhuis staat)
30 augustus 1822, N58/8, Koncept. Missive aan Z. Exc den
Minister van Binnenlandsche Zaken en Waterstaat, houdende berigt
dat van nu af wekelijks 200 bedelaars kunnen overgenomen worden,
invnr 353,
30 augustus 1822, subkommissie Delft, meldt de bedelaars
aanstaande donderdag per Rotterdamsche Zwollenaar onder het
geleide van een agent der policie te zullen afzenden (brievenboek
invnr 20)
De directeur-generaal van de katholieke eredienst te Brussel meldt een kapelaan voor de Maatschappij bij de Aartspriester van Salland en Drenthe te hebben aangevraagd.