Naar het overzicht
van de POST
Ingekomen post volgens het brievenboek met invnr 19.
De Direkteur B. van den Bosch. Zendt in de verantwoording, naar de
laatste bepaling, over february met de daartoe betrekkelijke
stukken; kennis gevende van een verschil in de uitgave derzelve à
ƒ71,10, met ZijnEd gewone verantwoording. 19)
Uit de notulen van de Permanente Commissie:
Direkteur vd Bosch, Frederiksoord, 30 october ... Meldt dat
Fanner en zijn vrouw vertrekken zullen, en zich bij de Kommissie
zullen aanmelden om zich te beklagen over de onderdirekteur
Evers; zendt een lijst van kleedingstukken, door het huisgezin
van Winning medegenomen, met bijvoeging dat het huisraad, vooral
het beddegoed, door verregaande onvoorzichtigheid bijna vernield
is; meldt nog dat de 3 jongens uit Delft aangekomen zijn en naar
de Ommerschans worden getransporteerd; stelt voor den sergeant
Koppens als wijkmeester te emploijeeren; beklaagt zich over de
ongeschiktheid van Reichard.
Besloten ... om Koppens tot wijkmeester aantestellen, en Reichard
te rug te zenden.
Adjunkt Direkteur Visser, Ommerschans, 1 november. Meldt dat de
zoon eenes fabrikants in wollen stoffen te Oldenzaal, die hem als
zeer geschikt voorkomt, en bekend is met de wolspinnerij en
weeverij, maar niet met de vlas spinnerij, genegen is de post van
onderbaas in de Ommerschans uit te oefenen, en voorstelt, één,
twee of drie maanden, tegen een door de P.K. te bepalen
dédomagement, naar mate zijner bekwaamheden, provisioneel die
functie waartenemen, mits ten minste één maand te voren
gewaarschuwd wordende.
Besloten te schrijven dat die jongeling, zoo spoedig mogelijk kan
worden aangenomen; met kennisgeving dat hij zoo spoedig doenlijk
naar de Ommerschans overkome. 38)
Uit het brievenboek:
De Direkteur B. vd Bosch. Accuseert de ontvangst der mandaten
no.342 & 343 met verzoek om meerdere.
Geeft berigt van eenige aankopen en te doene voorschotten, en van
den staat der gewassen, benevens van verdere koloniale
aangelegenheden.
Meldt zijne uiterste verlegenheden om kledingstukken, verzoekende
ook toezending van 12 peyen broeken. 19)
Ingekomen post volgens het brievenboek met invnr 19.
Over proefkolonist Van der Heijden.transcriptie:
Uit de notulen van de Permanente Commissie 4 november 1820, invnr
38.:
Direkteur vd B., 3 november. Geeft kennis ... dat hij verscheidene
voorschotten aan de kolonisten heeft moeten doen, die op zijne
verantwoording niet voorkomen, en dat daarom nog geene genoegzame
middelen heeft ter bestrijding derzelver in de toegezonden
mandaten; geeft kennis dat de gewassen in de koll. no.2 en 3
bijzonder goed staan; is zeer verlegen om kledingstukken, verzoekt
een twaalftal peyen broeken grootste soort;
Stukje over proefkolonist Van der Heijde.transcriptie
Ingekomen missive van den onderdirekteur Drijber, 3 november, de
dringende behoefte der kol. om kledingstukken te kennen gevende,
benevens eene miss. van den adjunct direkteur Visser van 2 nov. om
aankomst der Delftsche weeskinderen en derzelver indeeeling bij
den onderopzigter Zijl bedeleende.
De Generaal produceert een missive van Frederiksoord, 8 october,
door den gewezen huisverzorger Fanner ingezonden, behelzende
verscheiden aanklagten tegen den onderdirekteur Everts en den
boekhouder Bade: welke worden opgegeven dat door het getuigenis
van den kolonist Heskom, Willem Vroeg, den onderopzigter Koppens,
den sergeant Reichard, de kolonist Emilia Blondin, zouden kunnen
worden bevestigd: terwijl vrouw Fanner verder nog opgeeft, dat
door haar aan den Heer Direkteur zoude zijn ter hand gesteld
veertien guldens voor den Heer Harry.
Besloten den Direkteur te schrijven, dat de P.K. wenscht gezegde
aanklagten door den raad van toezigt in de kol. no.2 te benoemen,
ernstig te doen onderzoeken, dat de opgegevene getuigen, door
dien raad gehoord moeten worden en aan de P.Kommissie omstandig
verslag van de toedragt der zaken worde ingezonden. Vrouw Fanner,
zich te aanzien van het bijwonen harer dochter beroepen hebbende
op eene permissie daar toe door den Heer Direkteur verleend en
zeggende dat deze bijwoning slechts negen dagen geduurd heeft,
zoo wenscht de P.K. deswegens alsmede te worden ingelicht, als
ook, of de ƒ14 voor den Heer Harry werkelijk ontvangen zijn. 38)
Uit de notulen van de Permanente Commissie:
Besloten aan Heer A. te schrijven dat de P.K. zich in de
dringendste noodzaak bevindt van over gelden te disponeren en
ZijnEd verzogt wordt om te zorgen dat op de meest gepaste wijze de
gelden bij de Heren Vl. en K. disponibel gesteld, gepasseerd
worden; zijnde de P.K. van gevoelen dat zij in deze zich beter op
de zenle(?) van den Heer kassier kan verlaten, dan ZijnEd
maatregelen voortestellen. 38)
Ingekomen post volgens het brievenboek met invnr 19.
Direkteur der fab. mat. arbeid Brouwer. Verzoekt autorisatie tot
aankoop van leder.
Verzendt 2 stukken linnen, het ene door een kolonist in kol. no.3,
en het andere door een particulier geweven. 19)
Ingekomen post volgens het brievenboek met invnr 19.
De Direkteur B. vd Bosch. Accuseert de ontvangst der mandaten
no.548-553; inzendende kwit. voor het ontvangene dedomagement.
Geeft gedetailleerde berigten omtrent het gedrag en de geaardheid
van Fanner en huisvrouw toepasselijk op het met hun
voorgevallene, zoo ook wegens hunne klachten over de behandeling
van den onderDir. Evers.
Geeft de redenen op, waarom ZijnEd deze persoon, tot op heden nog
heeft doen kontinueren in zijnen post, met voorstel daaromtrent.
19)
Direkteur van den f. arbeid Brouwer. Vraagt de bepaling der P.K.
omtrent het gebruik van kagchels in de spinzaal van kolonie no.3
19)
Ingekomen post volgens het brievenboek met invnr 19.
De Direkteur B. van den Bosch. Zendt in de gewone verantwoording
van gelden over october met de daartoe behorende kwit.n, met
berigt dat de verdere stukken nader zullen worden ingezonden. 19)
Ingekomen post volgens het brievenboek met invnr 19.
De onderopziener Reichardt te Frederiksoord. Verzoekt instantelijk
in zijne betrekkingen in de kolonien te mogen blijven, ten minste
nog voor den winter, met belofte van beterschap. 19)
Uit de notulen van de Permanente Commissie:
Subk. Enkhuizen ... verzoekt redres in de behandeling van Jan
Klerk in de kolonie.
Besloten ... die subk. aanteschrijven ... dat wat Jan Klerk
betreft, de P.K. dadelijk order heeft gegeven om naauwkeurig
onderzoek te doen, en dat, zoo redenen van klagten bestaan,
dadelijk daar in zal worden voorzien, zullende het der P.K. altijd
aangenaam zijn, zoo er eenige grond tot klagen mogt bestaan, daar
van tijdig te worden geinformeerd, ten einde daar in en spoedig
doenlijk te voorzien. Voorts besloten den Direkteur van de
opgegevene klagten kennis te geven, met verzoek de gegrondheid te
onderzoeken, te redresseeren, en aan de P.K. daar van kennis te
geven. 38)
Ingekomen post volgens het brievenboek met invnr 19.
G.S. de Rochemont, te s'Hertogenbosch. Stelt voor, om, in plaats
van te kontrakteren, voor het te besteeden kind, in eens de
bestedingspn voor 6 jaren vooruit te voldoen en wanneer deze
propositie niet mogt worden aangenomen, als dan een kontrakt ter
teekening toetezenden.
De Direkt. B. vd Bosch. Zendt in het proces verbaal van het
verhoor der getuigen, wegens het onlangs voorgevallene met het
huisgezin van Fanner; door de raad van toezigt van kol. no.2 den
12 dezer gehouden. 19)
Uit de Staatscourant:
's Gravenhage, den 13 november.
De Permanente Commissie der Maatschappij van Weldadigheid ontving
dezer dagen eene gift voor het fonds dier Maatschappij, ter somme
van ƒ 300:00, van eenen onbekenden donateur, te Utrecht, die
(gelijk hij zelfs zegt) dit geschenk voornamelijk deed ter
aanmoediging van zijne meer vermogende land- en stadgenooten, tot
eene ruimere bijdrage, ter uitbreiding der Maatschappij van
Weldadigheid, wier belangen, regt gekend en begrepen, geene andere
zijn, dan die van het algemeen, en daarom ook, door onzen
verlichten Koning, op eene zoo edele wijze bevorderd worden, ten
voorbeelde van navolging voor allen, die op den erenaam van
Vriend van Vaderland en Vorst billijke aanspraken maken willen.
Hulde doende aan de grootmoedigheid van dezen weldoener, wijst zij
anderen op dit voorbeeld, en blijft zich, op de edelaardige
denkwijze der landgenooten, ter ondersteuning van het
maatschappelijk fonds, met gerustheid verlaten.
P. van Hemert, secretaris. sc 14.11.20
Uit de notulen van de Permanente Commissie:
Br. van den Heer Richemond, 's Bosch, 9 november. Stelt voor om
voor de besteeding van het bewuste kind, gedurende 6 jaar, ineens
ƒ300 te betalen, behalve de reeds gefourneerde ƒ60.
Besloten te antwoorden, dat de P.K. noch kan, noch wil van de
eenmaal gemaakte en gepubliceerde cyname(?) afwijken, en dat het
kind, zonder kontrakt, niet houden kan, waartoe toe hier bij het
model gaat.
Br. van Reichard, Frederiksoord, 11 nov.. Verzoekt instantelijk in
de kolonie te mogen blijven, op verzoek van beterschap.
Besloten, dit rekwest aan den Direkteur te zenden, en de zaak aan
den Direkteur overtelaten. 38)
Ingekomen post volgens het brievenboek met invnr 19.
H.J. Colmschatz te Almelo. Berigt dat in die environs onlangs te
duur ploegen aangekocht zijn voor de koln blijkens bijgevoegde
nota.
Geeft in bedenking de vervaardiging van Feer uit te graven
Kienhout. 19)
Ingekomen post volgens het brievenboek met invnr 19.
De Direkteur B. vd Bosch. Accuseert de ontvangst van missives en
mandaten.
Verzoekt toezending op 1e dec. van een mandaat à ƒ1440 voor de Hr.
Van Coeverden wegens geleverd vlas.
Rapporteert op de ingekomene klachten wegens Jan Klerk en de
kinderen van Harderwijk; benevens op het verzoek van V. Offen
omtrent de indeeling van zijn broeder.
Berigt de desertie der dochter van den kolonist Nieuwenhuis.
Herinnert de P.K. de kinderen bij Fanner ingedeeld geweest en
Eleonara Mond van 's Bosch.
- subcommissie Nut en Beschaving over Winnink. transcriptie
Ingekomen post volgens het brievenboek met invnr 19.
De Direkteur B. van den Bosch. Zendt in de extracten uit de
onderDirekteurs boeken van kol. 2 & 3.
Zal de registers van het personeel van kol. 1 & 2 zaturdag,
geverifieerd retourneren.
Meldt dat de Heer van Roijen met de gevraagde opgave gereed is.
19)
Notulen van de permanente commissie invnr 38.
- over gedeserteerde kolonist Winnink. transcriptie
Ingekomen post volgens het brievenboek met invnr 19.
Besluit der P.K. Om den Heer S.J. van Royen te Vledder te
verzoeken, om den Heer de Jong te Groningen uittenoodigen tot het
opnemen en bestek maken van het geprojecteerde kanaal uit de
vaart van den Hr van Dedem tot de stad Ommen en hetzelve aan de
P.K. intezenden, met bijvoeging dat de regering van Ommen en den
Hr Visser hem de noodige inlichtingen deswege zullen geven.
Den Direkteur B. van den Bosch. Accuseert de ontvangst van
missive's en mandaten.
Doet voorloopig rapport omtrent de te duur aangekochte ploegen.
Zal de verlangde aanklagte tegen Winninck nader inzenden, en
omtrent het te houden abouchement met de reg. van Steenwijk
wegens de zware porto's, van antwoord dienen.
Verzoekt de opzending van den gedesigneerde Van Velzen.
Maandag 27 november 1820
Uit de notulen van de Permanente Commissie:
Besloten te schrijven aan den Heer van Ommeren, inspecteur van
den waterstaat in de 4e afdeeling, om te mogen geinformeerd
worden, of het bestek voor het kanaal van Blokzijl naar Groningen
haast gereed zal zijn, als zijnde het voor de belangen der
Maatsch. zeer noodzakelijk daar omtrent spoedig geinformeerd te
worden.
Besloten J. van den Einde aantestellen tot onderopzigter in dienst
der Maatsch., en dien aanteschrijven om zich naar Frederiksoord te
begeven en aldaar bij den Heer Direkteur te melden. 38)
Dinsdag 28 november 1820
Uit het brievenboek:
De Direkteur B. vd Bosch. Zendt in:
Missive van SK Amersfoort wegens de klagten van den kolonist
Kramer.
Missive van den ontv. generaal van Drenthe, wegens de op ƒ100:- te
hoog gestelde wissel op SK Assen.
Missive van den kol. Drijver wegens de te duur gekochte ploegen.
Nota van verzondenen garen met bijvoeging van ZijnEd aanmerkingen
en verzoek om de bepaling der P.K. op een en ander.
Vraagt ook decisie omtrend Fanner.
Berigt zijne hoogste bezorgdheid der verdiensten van de wezen.
19)
Uit de Leeuwarder Courant (samen met de drie stukken achteraan dit
chronofile opgenomen in de brochure "De kolonie Frederiksoord en
de Maatschappij van Weldadigheid" (Sneek, 1823). Overdruk uit de
Leeuwarder Courant van 1820, inventarisnr. 3507:
Dockum den 28 November 1820. Twee huisgezinnen, vijf
weeskinderen en eene weduwe met een kind, zamen 22 personen,
zijn, het eene huisgezin in december 1819, het ander met de wezen
en de weduwe en haar kind in augustus dezes jaars, van hier naar
de kolonie Frederiks-oord en Willems-oord vertrokken; welke
allen, volgens ingekomen berigten, het aldaar bijzonder naar
wensch gaat. Zoo betuigt het hoofd van het eerste verhuisde
huisgezin M. van der Poort, dat hij met vrouw en kinderen het ten
vollen naar genoegen heeft; dat de kinderen het voorregt hebben
van goed en nuttig onderwijs te genieten; dat hij, al wierden hem
ook duizend guldens aangeboden, echter niet genegen zoude zijn,
de kolonie te verlaten; ja, dat hij zelfs niet meer verlangt, met
de zijnen het immer beter te hebben. Even voldoend is het berigt
dat het hoofd des anderen huisgezins K. Dijkstra. Hij meldt niet
alleen, dat de weduwe het goed naar haren zin heeft, en de
weeskinderen het ongemeen wel hebben; maar hij roemt er tevens
op, alles te bezitten, wat hij voor zich, en de zijnen behoeft,
als voedsel en kleederen, huisraad en beddegoed, werkgereedschap;
daar bevenens 6 pondematen lands, en eene koe; waarbij nog twee
schapen zullen gevoegd worden, en hij besluit met de woorden: "Ik
begeer hier niet weer weg, want ik geloof, dat ik het ruim zal
krijgen, en wij bedanken de Heeren voor al het goede, dat zij aan
ons gedaan hebben." LC 1 dec/3507)