9 november 1855 N2: Wijziging van het besluit van 7 november 1853 N2 en den bedelaarskolonisten volledige vergoeding opgelegd voor verkochte, ontbrekende of verwaarloosde goederen en hen alleenlijk de volstrekt benoodigde kleeding in vervanging tegen betaling mogen worden verstrekt


Drents Archief, toegang 0186, invnr 984


Nr  2
’s Gravenhage, den 9 Nov: 1855

DE PERMANENTE COMMISSIE DER MAATSCHAPPIJ VAN WELDADIGHEID

Gelezen den brief van den Heer Gecommitteerde der regering bij de Maatsch v Weld van den 12 Oct ll. N 113

Gelet op het verhandelde in de vergadering van den 26 daaraanvolgende

Gezien haar besluit van den 7 nov: 1853 N 2 nopens de toepassing der straf van dubbele vergoeding van verkochte, ontvreemde of verwaarloosde goederen, bedoeld bij art 13 van het Reglement van Tucht voor de bedelaars kolonisten.

In aanmerking nemende dat de bepaling dat uit de dubbele vergoeding de tot aanvulling benoodigde nieuwe artikelen aan den overtreder kosteloos zullen worden verstrekt, in dien zin toegepast wordende, dat de schuldige al het verkochte terug ontvangt, ten gevolge heeft, dat hij terstond weder goed  van kleederen wordt voorzien en daardoor opnieuw in de gelegenheid komt, om daarvan door verkoop misbruik te maken, terwijl hij daarenboven, het gemis niet ondervindt van vroeger, toen hem, bij dubbele vergoeding, alleen het hoogst benoodigde op rekening werd verstrekt.

Besluit

bij wijziging van het besluit van den 7 nov. 1853 N 2 volledige vergoeding te doen betalen voor het verkochte, ontvreemde of verwaarloosde en alleenlijk de volstrekt benoodigde kleeding in vervanging, tegen betaling, te doen verstrekken.

Afschrift dezes zal worden gezonden aan den Dir der Kolonien ter uitvoering.-
de P. C.


Brief van de Gecommitteerde der Regering naar aanleiding waarvan het bovenstaande besluit is genomen

Drents Archief toegang 0186 bij uitgaande post van 9 november 1855 N2, invnr 818

P. 16 Oct 55
9 November 1855 N 2

N. 133
’s Gravenhage, 12 October 1855

Tijdens mijn bezoek der Gestichten is mij gebleken, dat de bepaling van het Reglement van Tucht, houdende dubbele vergoeding van de verkochte kleederen, ingevolge de jongste explicatie ongunstig werkt.

Zeer teregt heeft de Permanente Commissie dit Artikel van het reglement in dien zin doen toepassen, dat de dubbele vergoeding niet ten gevolge moest hebben, dat het verkochte dubbel werd vergoed en daarenboven de nieuwe kleederen, die de verkochte moesten vervangen, op schuld zouden worden aangeschreven.

De Permanente Commissie verlangde, dat de dubbele vergoeding in dien zin zoude worden verstaan, dat de dubbele vergoeding zou moeten strekken om het verkochte te vergoeden en tevens het nieuw aan te schaffen te betalen.

Die bepaling, op zich zelve zeer juist, werkt echter verkeerd.

Vroeger deed men den Kolonist het verkochte dubbel vergoeden, en gaf men hem op rekening niet meer dan het hoogst nodige.
Thans bekomt de bedelaar voor de dubbele vergoeding al het verkochte terug.
Het gevolg hiervan is, dat hij dadelijk weder goed in de kleederen is en gelegenheid heeft om die weder te verkoopen.
Ook voelt hij door die geheele vergoeding en daaraan verbonden geheele vervanging van al zijne kleederen, het gemis niet dat hij vroeger ondervond.

In verband tot het bestaande en het aanstaande Reglement van Tucht wenschte ik dit punt met de Permanente Commissie in eene harer Vergaderingen te behandelen.

De Gecommitteerde der Regering bij de Maatschappij van Weldadigheid


Bijgeschreven dwars op de pagina door een lid van de permanente commissie verwijzingen naar eerdere besluiten over dit punt:
9 Oct 1839 N5
18 Oct 1844 N12
7 Nov 1853 N2