Drents Archief, toegang 0186, invnr 984
De Permanente Commissie der Maatschappij van Weldadigheid,
Gelezen den brief van Zijne Excellentie den Heere Minister van
Binnenlandsche Zaken van den 17 dezer N155, afdeeling 7,
Besluit:
Aan den Directeur der Kolonien te schrijven als volgt:
Naar aanleiding van den inhoud Uwer missive van den 6 Augustus ll.
N2049 hebben wij aan Zijne Excellentie den Heere Minister van
Binnenlandsche Zaken de vraag voorgesteld hoe met opzigt tot de
daarbij vermelde gedetineerden en wel bepaaldelijk met J.
Bruins, zou behoren te worden gehandeld na het uiteinde
hunner gevangenisstraf.
Dien ten gevolge is ons geworden de brief waarvan wij een
afschrift hiernevens voegen.
Overeenkomstig den inhoud daarvan, waartegen aan onze zijde geene
bedenkingen bestaan, verzoeken wij UwEd alsnu den Heer Staatsraad
Commissaris des Konings in de provincie Noord-Holland in te
lichten in antwoord op deszelfs missive die met bijlagen
hiernevens aan UwEd wordt teruggezonden.
Helaas! Dit zegt dus helemaal niets als we de inhoud van die
brieven niet kennen.