Besluit 25 april 1833 N27: Inhouding voor kleeding, huisraad en gereedschappen op de verdiensten der Veteranen

Drents Archief, toegang 0186, invnr 971 en invnr 411

De Permanente Commissie etc

Gelezen eenen brief van den Directeur der kolonien van den 13 dezer N732,

Besluit

1e De verdiensten der Veteranen Veldwachters, welke voor de helft in koloniale munt worden uitbetaald, ook voor die helft te onderwerpen aan de gewone inhouding voor kleeding.

2e Het bij besluit van den 28 Januart 1831 N9 vastgestelde tarief van inhouding op de verdiensten der veteranen huisgezinnen voor derzelver kleeding, huisraad en gereedschappen, zal worden beschouwd als bepalende het minimum der inhouding, zullende de koloniale directie vermogen en verpligt zijn daar boven te gaan, wanneer het belang der huisgezinnen zulks mogt vorderen.

3e Aan etc


NB-1: In het 'Register van besluiten van het bestuur betreffende de administratie van de comptabiliteit, 1829-1859', invnr 1129, zie deze pagina, staat het besluit als volgt vermeld:

Bepaling dat van de verdiensten der Veteranen-veldwachters voor kleeding volgens tarief zal behooren te worden ingehouden. Machtiging om het school aan het 3e gesticht te vergrooten. Benoeming der voormalige boerenmeid tot waschvrouw

Daar worden elementen genoemd die in bovenstaande transcriptie uit invnr 971 niet staan en dus in invnr 411 staan, maar die ik niet belangrijk genoeg vindt om nog eens op te halen.

NB-2: Volgens de tekst is dit een wijziging van het besluit van 28 januari 1831. Dat besluit moet ik nog een keer ophalen en komt dan hier te staan.

NB-3: Dit besluit is een reactie op een brief van de directeur van 13 april 1833, nummer N732, invnr 135 scan 467-471, een verslag van een bezoek aan Veenhuizen, waarbij de betreffende passage luidt:

De verdiensten der veteranen veldwachters, welke ƒ  2.-- bedragen en voor de helft in gewoon en voor de andere helft in koloniale munt worden uitbetaald, behoorden, voor deze tweede helft, mede onderworpen te zijn aan de gewone inhouding voor kleeding, dat echter niet zoo behandeld wordt.
Voorts bestaan er enkele veteranen huisgezinnen, voor welke de inhouding voor kleeding niet toereikende is, al waarom ik de eer heb UwEdG voortestellen, het eerste te willen voorschrijven, en te bepalen dat het tarief het minimum der inhouding voor kleeding bepaalt, waarboven de directie gaan kan en moet, wanneer het belang des huisgezins zulks volstrekt vorderen mogt.

.....