Besluit permanente commissie 22 januari 1833 N2: Benoeming van den Boekhouder des Directeurs tot lid van den Raad van Policie en Tucht der Gewone kolonien


Drents Archief, toegang 0186, invnr 971 en 408


De Permanente Commissie etc
Nader gelet op eene missive van den Directeur der kolonien van den 31 December 1831 N 2479, daarbij om aangevoerde redenen in overweging gevende dat zijnen boekhouder J.H.P. van Marle tot werkelijk lid van de Raad van Policie en Tucht in de gewone kolonien te benoemen,
Herzien hare Resolutie van den 9 july 1831 N 4

Besluit

Den Boekhouder des directeurs der kolonien F.H.P. van Marle te benoemen tot lid van den Raad van Policie en Tucht in de gewone kolonien, blijvende dezelve tevens belast met de functie van secretaris
Afschrift dezes enz...


Bijlage in invnr 408 bij het besluit is een brief van directeur Van Konijnenburg (met nummer N2479) aan de permanente commissie, gedateerd 31 december 1832:

Bij het vertrek van den Adjunct Directeur voor het onderwijs naar Wateren, is mijn boekhouder in diens plaats benoemd tot secretaris van den Raad van Policie en Tucht, zonder denzelven echter, eene stem toetekennen.
Er bestaat geen de minste reden om hem deze bevoegdheid langer te onthouden, waardoor ik minder gebruik zal behoeve te maken van de toekenning eener dubbele stem aan mij, aan het slot van Art 12 van het reglement, behalve dat ook de boekhouders bij de gestichten mede stem geregtigd zijn.
Ik heb mitsdien de eer UEdG voor te stellen, om mijn boekhouder tot werkelijk lid van de Raad van Policie en Tucht te benoemen.


Voor wat Van Konijnenburg bedoelt met artikel 12, zie het reglement van tucht voor de vrije koloniën.