Besluit permanente commissie 5 december 1831 N1: Veranderingen in de administratie van het 2 & 3 Gesticht te Veenhuizen


Drents Archief, toegang 0186, invnr 969

De Permanente Commissie,

Overwegende dat het doelmatig is de beide gestichten van Weezen te Veenhuizen zoo veel mogelijk op eenen gelijken voet te brengen zoo wel ten aanzien van den landbouw als met betrekking tot de huishouding en administratie.

Overwegende dat de landbouw bij het 2 en 3 gesticht slechts eene administratie en Directie uitmaakt.

Overwegende dat het doelmatig is den adjunct Directeur van elk gesticht ook met de administratie van hetzelve te belasten.

Overwegende dat de Adjunct Directeur Drijber met de Directie van den landbouw, tot nu toe aan het 2 en 3e Etablissement gezamenlijk verbonden, belast is.

Gehoord het rapport van den Inspecteur der Koloniën,

Besluit:

Artikel 1.
Met 1e Januarij aanstaande zal:
a. De landbouw bij het 2 en 3e Gesticht uitsluitend tot het 3e Gesticht behooren, en als zoodanig den naam van Veenhuizen N3 buiten aannemen.
b. De adjunct Directeur Drijber met de directie zoo wel den administratie en huishouding als van den landbouw van het 3e Gesticht worden belast.
c. De adjunct directeur de Geus mitsdien de directie van het 2 Etablissement worden opgedragen, waaraan geen landbouw hoegenaamd doch de direktie van de broodbakkerij zal verbonden zijn.
d. De adjunct Directeur Drijber en de adjunct directeur de Geus onderling van stand of woonplaats verwisselen, zoodat eerstgene aan het 3e en de laatste aan het 2e Etablissement zal gevestigd zijn.

Artikel 2.
Al de veteranen huisgezinnen van het 3e Etablissement zullen zoo veel moogelijk naar het 2e worden overgeplaatst en daarentegen de arbeiders en bedelaars huisgezinnen van het 2e Etablissement, zoo er die zijn, naar het 3e.

Artikel 3.
Het 2e Etablissement zal, alzoo geheel op zichzelf staan en de bevolking van hetzelve tot den landbouw en andere werkzaamheden zoo wel bij het 1e als bij het 3e gesticht kunnen worden gebruikt, hetwelk op de bestaande wijze van administratie van geen invloed zijn zal.

Artikel 4.
Om voortekomen dat door de bepaling in voorgaand art. vastgesteld, geene botsingen tusschen de adjunct Directeurs van het 1 en 3 gesticht ontstaan en teneinde de adjunct Directeur van het 2e Gesticht wete waar de bevolking van zijn Gesticht zal moeten werken, zal de Directeur der Kolonien naar evenredigheid der behoefte en krachten bij ieder der genoemde Etablissementen een zeker getal personeel voor het eerste beschikbaar stellen, waartoe altijd zoo veel mogelijk veteranen behooren te worden genomen.

Artikel 5.
Wanneer bijzondere omstandigheden zulks doelmatig doen schijnen, zullen door de Adjunct-directeurs van het 1e en 3e Etablissement bij onderlinge schikking hier in verandering kunnen worden gemaakt, waarvan zij in de eerste plaats den Adjunct-Directeur van het 2e Gesticht kennis geven, die zich daarnaar zal gedragen, doch in geen geval het regt zal hebben om minder manschappen naar het 1e Etablissement te zenden, dan het door de Directeur der Kolonien bepaalde getal, of waaromtrent de Adjunct Directeurs zijn overeengekomen.

Artikel 6.
Indien de ondervinding onverhoopt mogt doen zien, dat de bepalingen in beide vorenstaande art. onvoldoende waren, zal de PC een voorstel tot meer naauwkeurige bepalingen omtrent deze zaak van den Directeur der Kolonien tegemoet zien.

Artikel 7.
Door geene der bepalingen in dit besluit vervat, wordt eenige verandering gemaakt in de bestaande wijze van administratie, zullende alleen de boekhouder buiten of voor den landbouw bij het tweede Gesticht naar het 3e overgaan en even als nu met de administratie der turfgraverij blijven belast, terwijl de administratie der bakkerij, aan den boekhouder van het 2e Etablissement zal worden opgedragen.
Afschrift dezes etcetera.
PC