Drents Archief, toegang 0186, invnr 968
De Permanente Commissie
Besluit
1e aan de ...
2e aan den Directeur der kolonien te schrijven als volgt:
Wij zijn ten aanzien van de executie van het met de Regering
gesloten contract van den 16/19 Juny 1826 thans zoo verre
gevorderd, dat nu ook op de in art 2 bedoelde 2e helft van het
personeel hetwelk door haar kan worden opgezonden huisgezinnen en
enkele personen zullen worden geplaatst
Wij hebben besloten van alle deze personen een afzonderlijk
stamregister aanteleggen met een bijzonder doorloopend
hoofdnummer, welke ten voorkoming van verwarring met een bis
zullen worden geteekend, als N1bis, N2bis, enz.
Voorloopig zullen deze personen op het 1e Gesticht worden
gedirigeerd en de inschrijvingen in het stamregister zullen dus
aldaar geschieden.
Met betrekking tot de huisgezinnen hebben wij bepaald, dat
derzelver verpleging zal zal plaats hebben op den voet der
arbeiders huisgezinnen, terwijl de enkele personen zullen
worden ingedeeld bij arbeiders of ook wel bij kolonisten in de
gewone kolonien naar de omstandigheden, zullende overigens van
deze soort van kolonisten dezelfde maandelijksche opgaven behooren
te worden gedaan als van de overigen.
Van etc...
de P.C.
Van UWEdG missive van den 5 dezer maand N1 kennis genomen
hebbende, en voor de opneming van de daarbij genoemde huisgezinnen
zorgende, heb ik de eer UWEdG, in antwoord op het slot dier
missive, onder de aandacht te brengen, dat mijns inziens de
bekrompenheid der woningen van de arbeiders huisgezinnen als
slechts uit één vertrek bestaande, aan de zijde der zedelijkheid,
een volstrekt beletsel oplevert, om bij dezelve volwassen personen
in te deelen.-
Slechts bij eenige enkele weduwen en weduwnaars met weinige jonge
kinderen zoude misschien zulk eene indeeling van de bejaardste
personen mogelijk zijn, dat te beproeven is.-
In de gewone koloniën, daar en tegen, kan zulks beter, en om het
aldaar bestaande gebrek aan werkzame handen was zulk eene
indeeling zelf wenschelijk, mits gelijk ik vertrouw de over te
nemen personen ligchaamelijk voor den arbeid geschikt zijn, en wel
daarom beter, zooals UWEdG trouwens weten, omdat de kolonisten
woningen van slaapkamertjes of van bedsteden in de uitgangen van
het vertrek naar de schuur, of ook wel op den zolder, zijn
voorzien, hoedanige laatste, desnoods, met geringe kosten, zouden
kunnen worden daargesteld.
Ik zou UWEdG daarom aanraden de eerste proef hiermede in de gewone
koloniën te nemen; zullende ik niet te min bij mijn eerstvolgend
bezoek van Veenhuizen de huisgezinnen nagaan, bij wie hunner,
welligt, eene indeeling zou kunnen plaats hebben en UWEdG daarvan
verslag doen.
Ten aanzien van het registreren der bedoelde huisgezinnen en
enkele personen, meen ik het daarvoor te moeten houden, dat die
beiden op één register zullen komen, en dat ieder lid des
huisgezins een orde nommer zal worden gegeven, waar van echter het
gevolg zijn zal, dat, bij uitbreiding der familien, al de leden
eens huisgezins niet meer elkander zullen opvolgen, en voorts,
dat, al worden er enkele personen in deze kolonie ingedeeld, de
primitieve inschrijving van alle bij het 1 Gesticht zal moeten
geschieden, ofschoon ik het niet volstrekt noodig acht, om, met de
indeeling van deze, in de gewone Koloniën een begin gemaakt
wordende, dezelve op het 1e Gesticht Veenhuizen te dirigeren.
De Directeur der Koloniën
J. Van Konijnenburg
De Permanente Commissie etc
Nader gelezen eene missive van den Directeur der kolonièn van den
9e dezer No 1212
Nader gelet op de margin. disp van den Heer Administrateur voor de
gevangenissen en het armwezen van den 12e october ll N 26
Besluit
1e aan den Directeur der kolonien te schrijven als volgt
Bij eene missive van den 9 dezer N1212 heeft UwEd ter voldoening
van ons verlangen Uw gevoelen medegedeeld nopens de vestiging in
de kolonien van eenige eenloopende personen, welke wij van het
Gouvernement moeten overnemen.
In antwoord op die missive hebben wij de eer UwEd te kennen te
geven dat wij ons met UwEds gevoelen nopens het, over het
algemeen, min doelmatige der indeeling van die eenloopende
personen bij arbeiders huisgezinnen, wel kunnen vereenigen en dat
wij alzoo besloten hebben om dezelve voorloopig bij daartoe
geschikte huisgezinnen in de gewone kolonien in te deelen.
Dientengevolge hebben wij de eer UwEd hierbij te doen toekomen
eene naamlijst van 19 van die personen, welke wij van de regering
hebben overgenomen, en die alsnu naar Frederiksoord zullen worden
opgezonden.
Betrekkelijk het aanleggen van een register van de op de
zoogenaamde 2e helft van het contract van Juny 1826 overtenemen
huisgezinnen en personen valt aantemerken, dat dat slechts één
register moet zijn, waarop ieder individu een doorloopend nummer
ontvangt, terwijl wij ten aanzien Uwer bedenking dat bij de
uitbreiding der familie de leden van een huisgezin niet op
elkander zullen volgen, UwEd moeten doen opmerken dat dat geen
bezwaar oplevert, daar de geboren wordende kinderen toch evenals
dat bij het inschrijven der bedelaars wordt in acht genomen,
kunnen worden aangewezen door kind van N:
Overigens moet, ofschoon de personen welke nu of in het vervolg
zullen worden opgezonden, niet in het eerste gesticht worden
gevestigd, de inschrijving van dezelve evenwel aldaar
plaatshebben.
aan enz.
P.C.