Drents Archief, toegang 0186, invnr 967
De Permanente Commissie etc
Nader gelet op de sub 24 July ll N4 in advies gehoudene missive
des Directeurs van den 13de bevorens N48 betrekkelijk het geven
van verlof aan kinderen uit het 1e en 3e Gesticht te Veenhuizen,
Besluit aan den Directeur der kolonien te schrijven als volgt:
Bij eene missive van den 13e July ll N48 heeft UwEd ons
onderhouden over het verleenen van verlof aan eenige kinderen uit
het 1e en 3e Gesticht te Veenhuizen en daarbij bedenkingen in het
midden gebragt ten aanzien van de wijze waarop de reiskosten welke
die kinderen in het geval zouden zijn te maken, zouden behooren te
worden bestreden.
De beslissing op UwEd voorstel aangehouden hebbende omdat een
onzer medeleden voornemens was binnenkort de kolonien te bezoeken
en die zaak alsdan het onderwerp van nadere overwegingen zoude
kunnen uitmaken, hebben wij gemeend, nu dat bezoek heeft plaats
gehad, daartoe te kunnen overgaan.
Wat het geven van verlof aangaat is het ons voorgekomen, dat aan
een zeker aantal van de beide gestichten, bijvoorbeeld van 50 tot
70, tegen het einde dezer maand een verlof van drie weken zoude
kunnen worden toegestaan.
Echter zou vooraf dienen te worden onderzocht, of de kinderen die
verlof verlangen van genoegzaam zakgeld zijn voorzien om de
reiskosten goed te maken, aangezien, en dit strekt ter oplossing
der door UwEd geopperde bedenkingen, het onze begeerte is, dat in
het vervolg geene kinderen met verlof worden weggezonden welke van
hun zakgeld niet de noodige reispenningen zullen hebben bespaard,
of in wier reiskosten door hen die hunne overkomst verlangen, niet
wordt voorzien door benoodigde geld ter dispositie van de directie
der Gestichten te stellen, terwijl in geen geval van het bij de
Maatschappij opgelegde tegoed eenige verstrekkingen, tot
goedmaking der bedoelde kosten mogen geschieden.
UwEd gelieve in dien geest de noodige voorschriften te geven,
terwijl die kinderen welke te jong zijn om alleen te reizen of
voor welke de gelegenheid zich niet voordoet, om onder het geleide
van andere kinderen te reizen, door de belanghebbenden zullen
behooren te worden afgehaald of deswege door hen op hunne
verantwoordelijkheid de noodige schikkingen worden gemaakt.
Bij deze gelegenheid moeten wij ten gevolge der bij ons boven
bedoelde medelid, tijdens deszelfs inspectie gerezene bedenkingen
UwEd nog te kennen geven dat aan de jonge kolonisten uit de vrije
kolonien het verlof van drie maanden niet behoort te worden
toegestaan zoo lang zij den ouderdom van 18 jaren niet zullen
hebben bereikt.