Drents Archief, toegang 0186, invnr 81
Ik heb de eer de Permanente Kommissie te berigten;
1. dat de door haar tot magazijnmeester benoemden persoon
van Koekoek, zwarigheden maakt, om de aan hem opgedragen
functien te aanvaarden, en zich niet berekend vind, de admin: van
het Magazijn naar behoren te kunnen waarnemen, weshalve hij
verzogt om van die betrekking te worden ontheven, en met eene
ligtere administrative post te worden
begunstigd.
2. dat den zaalopziener Jurgens in het 1e Etabl:
Veenhuizen door klimmende jaren, thans minder geschikt zou zijn,
voor eenen post als winkelier, dan wel in deszelfs betrekking van
zaalopziener te kontinueeren.
3. dat het van belang is, om ook in de Roomsche
Meisjeszaal van het 1e Etablissement een opziener te hebben, die
hetzelfde geloof beleidt, terwijl deselve Zaal nog steeds door een
opziener der Protestantse gemeente wordt
beheerd.
4. dat de Heer Adj Direkteur Drijber, gaarne den
boekhouder Feith, welk tengevolge het in de Kolonien
genomen besluit van het 2e naar het 1e Etabl. moest worden
overgeplaatst, zoude verlangen bij zich te houden, en dus verzogt,
dat in deze bepaling eene verandering mogt worden gemaakt.
Weshalven ik de vrijheid neem de Permanente Kommissie
voortestellen:
1o Om aan den persoon van Koekoek, vroeger tot
magazijnmeester benoemd, ontslag uit den dienst der Maatschappij
te verleenen, uit hoofde zijn onbekwaamheid tot dien post.
2o Om in de Roomsche Meisjeszaal in het 1e Etablissement
Veenh., waarin nu geplaatst is, den opziener L.Vriese,
overteplaatsen den opziener J. Groen, van hetzelfde
Etablissement.
3o Om in de plaats van den opziener Groen te
benoemen den, in het 3e Etabl. onlangs aangekomen, en tot nu toe
niet in functie zijnde geeempl. J.W. Vender.
4o Om de zaalopziener H. Jurgens, uit hoofde van zijn
braaf gedrag, en geschiktheid van deszelfs huisgezin, te benoemen
als winkelier in het 3e Gestigt, op het gewoon salaris van f 7-.
5o Om in de plaats van den Zaalopziener H. Jurgens
over te plaatsen den Zaalopziener L. Vriese.
6o Om in de plaats van den tot ontslag voorgedragene
Magazijnmr van het 2e Etabl. Koekoek te benoemen, den
arbeiders kolonist F.F. Berg van het 2e Etablissemt,
sedert eenen geruimen tijd, als adsistent bij den Boekhouder
binnen werkzaam, welke functien hij ook vroeger, bevorens zijne
verplaatsing van het 1e Et aldaar heeft waargenomen, en zulks uit
hoofde deze kolonist steeds door zijn braaf gedrag, kennis in
admin. en voortdurende ijver, wel eene onderscheiding zoude
verdienen, en hij ook door zijne superieuren van de gunstigste
zijde tot deze post wordt voorgesteld.
7o Om den Boekhouder F. Veith van het 2e Etabl
buiten welke naar aanleiding van het in de Kolonien genomen
besluit naar het 1e Etablissemt zoude worden overgeplaatst, in
deszelfs post bij het 2e Etabl te laten verblijven.
8o Om den geemploijeerde van het Algemeen Bureau J.F.
Krieger welke in de plaats van den Boekhouder Feith
benoemd was, te verplaatsen als Magazijnmeester van het 3e Etabl
Veenhuizen.
9o Om in de plaats van den Boekhouder C.W. Rensing
van het 1e Etabl buiten, welke tot Boekhouder binnen het 3e Et is
overgeplaatst, te benoemen den Boekhouder bij de Fabriek te
Veenhuizen J.A. Bergner, welke als zodanig door den Heer
Adj Direkteur Poelman is aangevraagd.
10o Om in de plaats van den Boekhouder Bergner te
benoemen den onlangs te Veenhuizen aangekomen geemplde Meijer
op het salaris dat voor hem tegenwoordig als zaalopziener genoten
wordt.
Eindelijk informeere ik de Permanente Kommissie, dat tot bovenst.
verplaatsingen en benoemingen, door den Heer 2e Assessor dezer
dagen, bij ZHEg aanwezen te Veenhuizen, reeds autorisatie is
verleend, ter voorziening in den lopende dienst.
Met de meeste hoogachting heb ik de eer
De Direkteur der Kolonien,
bij deszelfs absentie,
de Adj Dir. G. Falck