Besluit der Permanente Kommissie van Weldadigheid, houdende bepalingen omtrent het personeel van haar Bureau en andere, van den 22 januari 1826


Drents Archief, toegang 0186, invnr 961

De Permanente Kommissie van Weldadigheid,

Overwegende dat het afsterven van den Heer W.A. Ockerse het noodzakelijk maakt in den post van Sekretaris van de Permanente Kommissie zoo wel als de redaktie van het Tijdschrift de Star te voorzien;

Hier mist een stukje, maar het komt er op neer dat de permanente commissie het beter vindt om redaktie van het maandblad de Star en secretariaat (wat Ockerse allebei deed) voortaan van elkaar te scheiden

Overwegende dat het uit der aard der zaak voortvloeit, dat de werkzaamheden van de komptabiliteiten en den secretarie, eigenlijk van elkander geheel afgescheiden zijn, en ieder dier afdelingen geheel op zich zelve staan;

En willende aan den Heeren van Sluyters en Van Konijnenburg, beide reeds zoo lang in dienst van de Maatschappij dadelijk, en zonder dit uittestellen tot de finale regeling van de bovengem onderwerpen, een bewijs geven van de bijzondere tevredenheid der Permanente Commissie, over de waarneming van derzelver werkzaamheden, en de bijzondere vlijt en naauwkeurigheid daarin aan den dag gelegt;

Willende voorts aan den dochters van den Heer W.A. Ockerse voorloopig een bewijs geven van dankbaarheid voor de uitstekende diensten, door wijlen den Heer Ockerse aan de Maatschappij sedert haar oprigting betoont;

Verlangende, eindelijk, aan de verdere geëmployeerden op het Bureau van de Maatschappij een blijk van aanmoediging toeteleggen, hetwelk hun ten prikkel zal verstrekken om in de waarneming hunner werkzaamheden de meest mogelijken ijver aan den dag te leggen, 

Heeft besloten:

Artikel 1
De Heer J. van Sluiters wordt benoemd tot Algemeen Boekhouder der Maatschappij, werkzaam onmiddelijk onder toezigt van de Permanente Kommissie.

Artikel 2
De Heer J. van Konijnenburg wordt benoemd tot secretaris der Permanente Kommissie van Weldadigheid; en aan ZijnEd. wordt opgedragen het geheele bestuur van de secretarie.

Artikel 3
Aan de Heeren van Sluijters en van Konijnenburg wordt ieder toegelegd een traktement van vijftien honderd guldens, 's jaars.

Artikel 4
Aan den dochters van den Heer W.A. Ockerse wordt voorloopig, en behoudens de nadere bepalingen van de Permanente Kommissie, aangeboden de inwoning in het lokaal der Maatschappij, onder de verpligting van die zorgen, welke tot nu toe voor dezelve gedragen zijn.

Artikel 5
Het traktement door wijlen de Heer Ockerse genoten, zal aan zijnEd. dochters over deze en de volgende maand nog uitbetaald worden.

Artikel 6
Aan den heer van Sluijters wordt bepaaldelijk toegevoegd één geëmployeerde, C. Krieger, en aan den Heer van Konijnenburg de geemployeerden W.P. Kouwenhoven en C. Coenen, welke laatste tot vast geemployeerde wordt aangesteld.

Artikel 7
Het traktement van den geemployeerde Kouwenhoven wordt op vijfhonderd guldens; dat van den geemployeerden Krieger op vierhonderd guldens, en dat van den geemployeerde Coenen op drie honderd guldens bepaald.

Artikel 8
De gemelde traktementen zullen ingaan met 1 february aanstaande.