Drents Archief, toegang 0186, invnrs 961 en 963
De Perm. Komm. van Weldadigheid,
Overwegende, dat de mindere verdiensten van sommige Bedelaars
Kolonisten te Ommerschans bij ongunstig weder of in andere
toevallige omstandigheden, het noodzakelijk maken, om op eene
gepaste wijze in eene suppletie tot hun noodig onderhoud te
voorzien;
Overwegende, dat daar het krediet van de bed. kolkonisten in voor
den arbeid gunstige tijdvakken bijzonder wordt verhoogd, ook in
min gunstige omstandigheden hen de gelegenheid dient opengesteld
te worden om door eene toelage uit dit krediet eene ruimere
verstrekking te erlangen;
Heeft besloten:
Art. 1
Aan alle kolonisten van het Bed. etablissement te Ommerschans,
welke een tegoed op hun krediet bij de Mij hebben, zal, wanneer
zij door ongunstig weder of eenig andere oorzaak buiten hun
toedoen, in de onmogelijkheid gesteld worden, om de bij de
reglementen van administratie bepaalde som voor een volle voeding
inteleveren, eene uitkeering uit dit krediet plaats hebben.
Art. 2
Deeze uitkeering zal elke week van het opgelegd krediet, zoo op de
rekening in het bijzonder als zakboekjes worden afgetrokken, en
finaal ophouden, wanneer het krediet van den kolonist door de
uitkeering zal geabsorbeerd zijn.
En zal een afschrift... enzv.