Besluit der Perm. Komm. van Weld. houdende ontslag van den Boekhouder Heyzer, zijne provisionele vervanging en het opnemen van van zijn administratie van den 7 september 1825 N1


Drents Archief, toegang 0186, invnr 961

De Perm. Komm. van Weld.,

Gehoord het rapport van het medelid den Heer Mr Faber van Riemsdijk,
 
Overwegende dat het gebleken is dat in Kol nr 4 aan de Huisgezinnen niet zijn verstrekt alle de kleeding en huisraad stukken waarvoor dezelven op hunne schuldenboekjes gedebiteerd zijn, en dat ook deze niet uitgegeven huisraad en kleding stukken zich niet bevinden in het magazijn der kolonie;

Overwegende; dat een en ander is toeteschrijven aan het verregaande misbruik door den boekhouder Heyser gemaakt, van het te groot vertrouwen door de Onder-direkteur der kolonie in hem gesteld;

Heeft besloten:

Art. 1
De boekhouder Heyser wordt dadelijk uit den dienst der Maatschappij gedemitteerd, voorbehouden zoodanige maatregelen, tot het daarstellen van een regterlijk onderzoek, als de Permanente Kommissie na de volledige opsporing dezer zaak zal vermeenen te moeten nemen.

Art. 2
Er zal dadelijk met juistheid geconstateerd worden, welke kleeding en huisraad stukken aan de kolonisten niet zijn verstrekt, niettegenstaande zij daar en op hunne schuldboekjes gedebiteerd zijn, alsmede, welke goederen op dat moment in het magazijn voorhanden zijn.

Art. 3
Na afloop van dit onderzoek zal dadelijk aan de huisgezinnen het hun toekomende worden verstrekt, en tevens opgemaakt worden welke som daarvoor zoo wel als voor het mogelijke tekort op het magazijn, zoo door den gewezen onderdirekteur Bersma als door den tegenwoordigen onderdirekteur Schurer, aan de Maatschapppij behoren te worden vergoed.

Art. 4
Het beloop der vergoeding in het vorige artikel vermeld, zal dadelijk door de gemelde onderdirecteuren, in de kas der Maatschappij gestort, en, bij gebreke daarvan, op hun tractement gekort worden

Art. 5
De boekhouder van de fabriek te Veenhuizen, van Boven, wordt provisioneel belast met de functie van boekhouder in kolonie no 3

En zal afschrift dezes worden gezonden aan den Heer Direkteur der kolonien, ter fine van executie.
Aldus gearresteerd door de Perm. Komm. van Weld. te Frederiksoord den 7 september 1825


Besluit N2


De Permanente Kommissie van Weldadigheid,

Overwegende de noodzakelijkheid om de werkzaamheden der komptabiliteit zodanig te regelen, dat de verantwoordingen niet alleen bij het Algemeen Bureau der kolonien, tijdig inkomen, maar ook voor het einde der maand, volgende op die, waar over dezelve lopen, aldaar kunnen worden geverifieerd, en aan de Permanente Kommissie ingezonden.

Overwegende dat het tevens van het hoogste belang is, dat de Heer Adj Direkteur der administratie genoegzame tijd ruimte hebbe, om de administratie in de verschillende koloniale etablissementen en kolonien volledig te kunnen surveilleren.

herzien haar besluit van den 10e augustus 1823,

heeft besloten:

Art. 1
de boekhouder van de Ommerschans binnen, H. Morrien, wordt benoemd tot geemployeerde op het Algemeen Bureau ten einde aldaar bepaaldelijk onder toezigt van den Heer Adj Direktteur der Admin. werkzaam te zijn en met behoud van deszelfs tegenwoordig tractement.

Art. 2
Bovendien zal er steeds een provisioneel geemployeerde bestemd om bij vervolg, tot eenig vast emplooy te vinden, bij den Adj Directeur Falck werkzaam zijn, waartoe voor het tegenwoordige bestemd blijft Schuurman.

Art. 3
De geemployeerden Greven en Montanus blijven in derzelven functien bij den algemeene boekhouder gecontinueerd.

Art. 4
Het tractement van den geemployeerde Montanus wordt met f 1- 's weeks verhoogd en alzoo gebragt tot f 3- 's weeks