Drents Archief, toegang 0186, invnr 963 en invnr 961, mapje
1825
De Perm. Komm. van Weld.
Overwegende de noodzakelijkheid om te voorzien in de geregelde
ontvangst van de winkelwaren in het magazijn, en de aflevering van
dezelve aan de winkeliers, alsmede in de betaling van de geleverde
goederen door de winkeliers, en in eene rigtige verkoop van
dezelve aan de kolonisten.
Heeft besloten
Artikel 1
Aan het Algemeen Bureau in de koloniën zal geattacheerd zijn
een algemeen winkelier voor de gezamenlijke vrije of gewone
kolonien, op een wekelijksch traktement van zeven guldens.
Artikel 2
De algemeen winkelier ontvangt met den 15 van iedere maand de
opgave der winkeliers van de goederen, welke zij voor de volgende
maand noodig hebben, en die in geen andere artikelen zullen mogen
bestaan, dan waarvan de verkoop is toegestaan.
Artikel 3
Hij verzamelt de onderscheidene aanvragen en maakt daarvan een
algemeenen staat, welke hij vóór den 20e van iedere maand den Heer
Direkteur der koloniën behoort in te zenden, die denzelven
goedkeurende aan den leverancier doet toekomen.
Artikel 4
De bestelde goederen zullen, voor iederen winkel afzonderlijk
geëmballeerd, aan het magazijn elke maand worden afgeleverd, en,
na door den algemeenen winkelier ten overstaan van den
Adjunkt-Direkteur voor de komptabiliteit met de monsters
vergeleken en akkoord bevonden te zijn, door de winkeliers tegen
afgifte van een reçu worden afgehaald.
De aan den algemeenen winkelier afgeleverde goederen worden als
zijn eigendom beschouwd; alle schade en bederf, waaraan dezelve
onderhevig zijn, loopen ter zijnen nadeele.
Artikel 5
Geene winkeliers zullen in de kolonien worden geduld dan welke
bij een besluit van de Perm. Komm. zullen zijn geadmitteerd.
Artikel 6
Iedere week zullen de winkeliers aan den algemeenen winkelier
hunne ontvangene koloniale gelden uitbetalen en eenmaal 's maands
deswege finaal afrekenen.
Artikel 7
Die verevening zal plaats hebben:
1e door de ingeleverde gelden, en
2e door aanpeiling van het in de winkel nog aanwezige;
zullende mitsdien de winkeliers aan eene maandelijksche visitatie
ter konstatering van het overblijvende onderworpen zijn.
Artikel 8
De winkelier, wiens verantwoording niet in behoorlijke orde
mogt worden bevonden, zal zijnen winkel dadelijk moeten sluiten,
en hijzelf als winkelier worden ontslagen.
Artikel 9
De waren zullen de winkeliers worden aangerekend tegen den
inkoopsprijs en 2 pC boven dien ter vergoeding van vragt en
onkosten; zullende dezelve mogen worden uitgeslagen met eene winst
van 10 pC voor de uitslijting; in- en uitslag geschiedt in
Nederlandsch gewigt.
Artikel 10
Van 3 tot 3 maanden zullen er prijskouranten worden gedrukt,
waarvan er eene aan iedere kolonist zal worden ter hand gesteld,
op dat hij zien kunne voor welke prijs hem de goederen moeten
worden geleverd.
Artikel 11
In elke kolonie zal een schaalhouder worden aangesteld, die
vanwege de Maatschappij voorzien wordt van de noodige schalen en
maten; en bij wien de monsters der goederen welke in de winkels
verkocht worden gedeponeerd worden.
Iedere kolonist heeft het regt, tegen betaling van een halve cent
ten voordeele van den schaalhouder, zijne gekochte waren te doen
overwegen en met de monsters vergelijken.
Artikel 12
Ter benoeming van den schaalhouder zullen al de kolonisten in
eene kolonie op den eersten der maand worden opgeroepen om
denzelve bij meerderheid van stemmen te benoemen.
Artikel 13
De schaalhouder die eenig gewigt of maat bederft of laat
verloren gaan, is verpligt die aan de Maats. te vergoeden, en voor
zoo verre hij daar toe onvermogend is, worden de kosten daarvan
door de kolonisten gezamenlijk gedragen.
Artikel 14
Iedere winkelier van welken het blijkt dat hij de kolonisten
in maat of kwaliteit te kort heeft gedaan, zal zijnen winkel
moeten sluiten, en zal hij bovendien daartoe termen zijnde, in
regte worden vervolgd.