Besluit van de Perm. Komm. der Mij van Weld., houdende bepalingen tot vermindering van de uitgaven in kontante gelden, in het etablissement van de Ommerschans, van den 3 Mei 1825 N1


Drents Archief, toegang 0186, invnr 963 en invnr 961, mapje 1825

De Permanente Kommissie der Maatschappij van Weldadigheid,

Overwegende de door haar medelid de Heer 2e Assessor overgelegde Memorie, omtrent het onderhoud van het etablissement te Ommerschans, van deszelfs eigene inkomsten.

Overwegende, dat, om het vermeld etablissement voortaan in deszelfs eigene behoeften geheel te doen voorzien, het noodzakelijk is, de konsumptie aldaar zoo veel mogelijk te doen bepalen tot eigene voortbrengselen, en het geen volstrekt van buiten moet worden ingekocht, zoo veel doenlijk, bij wijze van ruiling tegen produkten van eigen teelt te doen geschieden.

Overwegende dat, in het algemeen, tot dit oogmerk, hetwelk tevens met de belangen der Maatschappij alleszins strookt, alle geldelijke uitgaven bij dit thans geheel gevestigd etablissement behooren verminderd en voorgekomen te worden.

Heeft besloten

Artikel 1
Met 1e Juny aanstaande zullen alle geldelijke verstrekkingen voor het etablissement te Ommerschans een einde nemen, met uitzondering van die ter voldoening van de lopende traktementen en salarissen aan de onderscheidene geëmployeerden en die tot aankoop van het nog ontbrekende aan de ?? goederen tot eerste daarstelling;
en voorts nog, van alle noodige algemeene uitgaven voor het etablissement.

Artikel 2
De Heer Direkteur der koloniën zal mitsdien, onder de nadere approbatie van de Perm. Komm., met een of meer leveranciers overeenkomsten aangaan, omtrent het maandelijksch leveren van de noodige objekten voor de menage en den winkel, van ongeveer ƒ 1000:-- tegen ruiling van boekweit, rogge, koolzaad of eenige andere voorhanden produkten, naar den voorgaanden marktprijs bij den ruiling;
of wel tegen betaling in kontanten, indien de Perm. Komm. zulks zal verkiezen.

Artikel 3
De voldoening van de leveranciën, hetzij in produkten of in geld, en de geheele afrekening daaromtrent, zal plaats grijpen in de maanden April en December van elk jaar, voor de leveranciën welke in de voorafgaande maanden tot 1e April en 1e December zijn geschied.

Artikel 4
De finale afrekeningen zullen in de maanden January en Mei van elk jaar aan de Permanente Kommissie ter goedkeuring moeten worden ingezonden.

Artikel 5
De Maatschappij zelve zal eenen winkel houden, en dien doen waarnemen door eenen afzonderlijken daartoe aantestellen winkelier, welks genot daarvoor zal zijn ƒ 7:-- wekelijks, benevens vrije woning.

Artikel 6
Den winkelier zullen maandelijks uit het magazijn worden verstrekt de objekten, in den winkel te slijten, en is hij daarentegen gehouden, na den afloop van elke maand, het voor die maand ontvangene aan de Maats. te betalen, zoo in koloniaal geld van de kolonisten, als in kontanten van de geëmployeerden ontvangen.

Artikel 7
Den winkelier wordt ten strengste verboden, eenige andere waren dan die van de Maats. uit het magazijn ontvangen, in zijnen winkel te verkoopen.

Artikel 8
Het koloniaal geld is alleen bij den winkelier der Maats. gangbaar, zullende er alzoo van geen anderen winkelier geld tegen kontanten ingewisseld mogen worden.

Artikel 9
De winkelier zal de waren tegen een billijken en door de direktie gezetten prijs verkoopen, zoodanig dat de Maats. bij den uitslag slechts geene schade lijdt, zullende de prijs in geen geval dien, waarvoor de waren in de naburige winkels verkocht worden, mogen te boven gaan, maar wel, zoo veel mogelijk beneden denzelven gesteld worden.

Artikel 10
De geëmployeerden van het etablissement worden uitgenoodigd, en desnoods verpligt, hunne benoodigde goederen, in den winkel der Maatsch. verkocht wordende, aldaar en in geen anderen te koopen, wordende hun de invoer van eenige goederen of waren van buiten het etablissement nadrukkelijk verboden.

Artikel 11
De Perm. Komm. behoudt zich voor de landbouw, melkerij en mesterij zoodanig interigten en te wijzigen, als haar met het voorgestelde doel overeenkomstig zal voorkomen, en zal zij te dien einde van den Heer Direkteur met 1e December aanstaande dienaangaande een voorstel inwachten.