Drents Archief, toegang 0186, invnr 988 (dubbel aanwezig, ook
in invnr 963)
De Permanente Kommissie van Weldadigheid,
Overwegende, dat ofschoon het, aan de ééne zijde, billijk is, dat
de sterkere kolonist van het bedelaars etablissement genot hebbe
van de meerdere verdiensten, welke zijne meerdere krachten hem
doen erlangen, boven den zwakkeren, welke met dezelfde
arbeidzaamheid in zijne verdienste moet achterstaan;
– het aan de anderen kant, niet voor onredelijk kan gehouden
worden, en het bovendien voor de inrigting van het etablissement
zelf hoogst nuttig is dat hierin zoo veel mogelijk wierde tegemoet
gekomen;
Overwegende dat de ondervinding geleerd heeft de moeijelijkheid ja
onmogelijkheid, om zoodanige tegemoetkoming geheel en alleen door
de toedeeling van de soort van arbeid aan de onderscheidene
klassen en sexen van kolonisten daar te stellen;
Overwegende, dat het gevolg hiervan zoude zijn, dat onder de in
arbeidzaamheid gelijk staande kolonisten, welke ofschoon alle
valide, echter niet gelijk in krachten staan, het verschil
tusschen de oververdiensten, vooral tusschen de mans en
vrouwelijke kolonisten, te groot wierd om den sterken kolonist op
de voor hem geschikten graad van welvaart te houden, en om den
zwakkeren tot het bereiken van dien staat te kunnen in staat
stellen, en hierin mitsdien behoord te worden voorzien;
Overwegende, dat eene klassificiering, zoo van de beide sexen, als
van de onderscheidene krachten van ieder derzelve, omtrent hetgeen
in de verschillende fondsen van onderhoud moet worden bijgedragen,
alvorens eenige oververdienste te erlangen, de geschiktste wijze
schijnt te wezen om in het bedoelde gebrek te voorzien;
Gezien het reglement van administratie van het bedelaars
etablissement van den 25 Oct 1822 en de ampliatie op hetzelve van
den 4e mei 1823;
Gezien het voorstel van den Heer Direkteur der kolonien van den 30
Jan ll,
Heeft besloten
Art. 1
Behalve de onderscheiding van de kolonisten in het bedelaars
etablissement, wegens hunnen ouderdom, in mannen, jongens en
kinderen van het mannelijk, – en in vrouwen, meisjes en kinderen
van het vrouwelijk geslacht, worden, met betrekking tot derzelver
vollen verdiensten voor de verschillende fondsen, de mannen en
vrouwen elk in 3 en de meisjes en kinderen van het vrouwelijk
geslacht elk in 2 klassen verdeeld, en wordt de volle verdienste
van elk dier soorten en klassen van kolonisten nader bepaald als
op de hieraan gehechten staat vermeld wordt;
blijvende overigens, alle hier niet mede strijdende vroegere
bepalingen van administratie van het etablissement in volle
kracht.