Drents Archief, toegang 0186, invnr 988
De Permanente Kommissie van Weldadigheid,
Overwegende, dat niet zelden de Heeren Predikant en Pastoor der kolonien door afwezigheid buiten staat zijn, om bij vergaderingen van den kleinen raad tegenwoordig te zijn;
Overwegende de mogelijkheid om bij die afwezigheid dadelijk twee andere partikulieren, zoo mogelijk Honoraire of Korresponderende Leden, uit de nabuurschap in de plaats tot het bijwonen der vergadering van den kleinen raad te asformeren;
Gezien het besluit der Permanente Kommissie van den 13 augustus 1823, waar bij de kleine raad wordt ingesteld
heeft besloten
de beide eerste artikels van het besluit der Permanente Commissie van den 13 augustus 1823 worden zoodanig gealtereerd dat het personeel van den kleinen raad in iedere vrije kolonie zal bestaan uit:
a) den Heer directeur der koloniën;
b) den adjunct-directeur van de direktie waartoe de
kolonie of het etablissement behoort;
c) den onderdirecteur van de kolonie;
d) de wijkmeester tot wiens wijk de kolonist, wiens zaak
behandeld wordt, behoort;
e) en een kolonist van die wijk door de directeur bij elke
vergadering ter adsistentie opteroepen.
Zullende de heer directeur der kolonie mede tot bijwoning van die
vergadering nog kunnen uitnodigen den predikant of pastoor tot
wiens parochie de kolonist wiens zaak behandeld wordt behoort.
En zal een afschrift van dit besluit aan den Heer Direkteur der
koloniën worden uitgereikt, ter fine van informatie en nazegt.
Aldus gearresteerd enzovoort...