Drents Archief, toegang 0186, invnr 960
De Permanente Kommissie,
In overweging genomen hebbende, het te kennen gegeven verlangen
van den onderdirecteur L. Vogelzang, geetablisseerd te Veenhuizen,
om vandaar verplaatst te worden;
Overwegende voorts het oppassend gedrag van den tegenwoordigen
onderdirecteur van kolonie no.7 N.J.Nijenbandering en
willende aan deze een bewijs geven van hare tevredenheid over zijn
persoon in deszelfs betrekking;
Gelet op het berigt en advijs van den Heer Direkteurs der
kolonien, bij missive van den 3 december ll. No. 454.
Heeft besloten:
Artikel 1.
De onderdirekteur L. Vogelsang wordt als zoodanig
verplaatst uit de Kolonie te Veenhuizen naar kolonie no.7 en hem
provisioneel toegelegd het gewoon traktement van den
onderdirekteur dezer kolonie, zijnde f 7,00 ’s weeks, met
het vooruitzigt echter op het volle onderdirekteurs traktement van
f 500,00 jaarlijks, bij de eventuele bevolking der kolonie.
Artikel 2.
De onderdirekteur van kolonie no.7 Nijenbandering wordt
bevorderd tot onderdirekteur in het etablissement te Veenhuizen in
plaats van L. Vogelzang met het volle traktement van f 500,00
jaarlijks.
Artikel 3. De Heer Direkteur wordt geautoriseerd, houdend
gevolg te geven, waartoe afschrift dezes aan Zeg. zal worden
uitgereikt, terwijl de verplaatsing zal gerekend worden ingegaan
te zijn met den 15 december 1823.
Aldus gearresteerd door de Permanente Kommissie van Weldadigheid
te ’s-Gravenhage den 6 december 1823.