8 november 1823: CONCEPTBESLUIT HUISHOUDELIJKE INRIGTINGEN VOOR HET INSTITUUT TE VEENHUIZEN

Drents Archief, toegang 0186, invnr 988

Auteur van dit besluit is, uiteraard, Johannes van den Boisch. Met 'Sts' bedoelt hij stuivers. Hij negeert het feit dat de duit officieel niet meer bestaat. Er gaan acht duiten in een stuiver. Onderstaande is een letterlijke transcriptie, ook waar het onlogisch is.

Art 1
Het binnenste gedeelte van het Instituut is uitsluitende voor de Weeskinderen bestemd, en ιιn of twee der buitenzalen echter zoo dit noodig is, zullen mede Weezen kunnen worden gevestigd.

Art 2
De sexe worden van een gescheiden, door middel van een Hek, dat het plein doorsnijden zal.

Art 3
De Weezen worden naar mate hunner jaren en krachten in klassen afgedeeld, iedere klasse betrekt eene afzonderlijke zaal.

Art 4
Het onderhoud der kinderen berust hoofdzakelijk op hunne arbeid, Ieder is verpligt naar mate van zijne jaren en krachten daartoe bijtedragen en zijne genietingen zijn daar na geevenredigd.

Art 5
Iedere klasse is verpligt eene zekere som wekelijks te verdienen als
    De kinderen van 6 tot 9 jaren die eene klasse uitmaken gemiddeld 7 Sts of 35 cents, dat is die van 6 jaren 30 cents, die van 7 jaren 30 cents en die van 8 jaren 35 cents wekelijks, 7 Sts van 9 tot 12 jaren gemiddeld 14 Sts
    12 tot 16, 21.

Voor de meisjes
16 jaren en daarboven 25
Voor de jongens ...id… 28
De zalen zullen mitsdien genoemd worden, de zalen van 7 Sts, van 14, van 25 of 28 Sts ofwel N 1, 2, 3. De gemiddelde verdiensten der kinderen is alzoo op 85 cents wekelijks gesteld.

Art 6
Ieder kind dat meerder verdiend dan de Taks hem opgelegd, geniet daar van 1/3 tot zakgeld, 1/3 wordt in de spaarbank voor hetzelve opgelegd en 1/3 vervald aan de Maatschappij ter goedmaking der kosten die het onderhoud der jongere kinderen boven hunne voeding bedraagd.

Art 7
Kinderen die de hun opgelegde Taks niet verdienen en bij welke zulks aan gebrek aan nijverheid moet worden toegeschreven zullen in een zaal van Discipline geplaatst worden, en aldaar op de nadere te bepalen wijze onderhouden worden.

OVER DE VOEDING

Art N 1
De voeding zal bestaan voor kinderen boven de zestien jaren als het middageten

Maandag
Ό pond gepelde garst 1 duit
1½ pond aardappelen (*) 2 duit
6 lood vleesch 2 duit
1 lood sellerij }
½ lood zout    }
½ lood peper }
1 duit
Vuur en koken 1 duit

7 duiten

(*) ½ pond aardappelen berekend tegen ⅔ duit ofwel het schepel a 40 pond 53 1/3 of 6 Sts 51/3 duit.

Dingsdag
2 ½  pond aardappelen
2 ⅔ duit
½ pond zuurkool
1 ½ duit
2 ½  lood vet of 4 lood spek of 6 lood vleesch
2 duit
zout    }
peper }
1 duit
Vuur
1 duit

8 1/6 duit

Woensdag
Ό pond boekweitemeel
2 duit
1 ½ pond aardappelen
2 duit
6 lood vleesch
2 duit
½ lood zout     }
½ lood peper   }
1 lood ge??te Uijen }
1 duit
Vuur
1 duit

8 duiten

Donderdag
2 pond aardappelen
2 ⅔ duit
½ pond wortels
1 duit
6 lood vleesch
2 duit
1 lood uijen }
½ lood zout  }
1/8 lood peper }
1 duit
Vuur
1 duit

7 ⅔ duit

Vrijdag
Ό pond boekweitenmeel
2 duiten
1½ pond aardappelen
2 duiten
6 lood vleesch
2 duiten
½ lood zout      }
1/8 lood peper   }
1 lood ge??te Uijen }
1 duit
Vuur
1 duit

8 duiten.

Zaturdag
2 pond aardappelen
2 duit
1 pond knollen
1 duit
6 lood vleesch of 4 lood spek
2 duit
½ lood zout  }
½ lood peper }
1 duit
Vuur
1 duit

7 duiten

Zondag dikke soep
½ pond gort
1 duit
1 pond aardappelen
1 1/3 duit
½ pond groene erwten
3 duit
6 lood vleesch
2 duit
½ lood peper }
½ lood zout  }
1 duit
Vuur
1 duit

9 1/3 duiten

De gemiddelde middagvoeding derhalve voor kinderen boven de 16 jaren zal komen te staan op 35 cents ’s weeks.

OVER HET MORGEN ETEN
Ieder kind boven de 16 jaren ontvangt dit ’s morgens
Ό pint warme zoete melk met ½ pint water
1 duit
2/3 lood boter
1 duit
½ pond brood
2 duiten

4 duiten

AVOND ETEN
Idem

Nog zal voor een volwassen kind worden tegoed gedaan:
Voor het administratiefonds
ƒ 0,19
Voor het kleedingfonds
ƒ 0,30
Voor vuur en licht
ƒ 0,13
Voor bewassen en bestoppen
ƒ 0,18
Totaal
ƒ 0,50
Voor den opgegeven voeding
ƒ 0,70
Totaal ƒ 1,20

Zoodat het totaal onderhoud van een kind boven de 16 jaren jaarlijks bedragen zal f 62,40. Voor een kind van 16 tot 12 jaren, zal Ύ dezer som worden te goed gedaan; voor een van 9 tot 6 jaren 2/3 ofwel gemiddelde kinderen dooreen  gerekend f 48,00 jaarlijks.
De kinderen die de taks hun opgelegd niet verdienen worden van een hogere zaal in een mindere verplaatst, en zijn verpligt in dezelve 2 Sts  boven de taks der zaal te verdienen, en genieten in geen geval eenig zakgeld.
Zoodanige kinderen, die aan deze bepaling niet voldoen, worden in de discipline zaal verplaatst waarin geen morgen of avond eten verstrekt wordt, en slegts 2/3 portie van het middageten en in geen geval eenig zakgeld.
Zoodanige kinderen die door nijverheid zich met de verdiensten van een hogere zaal verheffen erlangen de helft hunner meerdere verdiensten tot zakgeld, Ό wordt hun als credit in de spaarbank opgeschreven en Ό vervald aan de Maatschappij.

OVER HET FONDS VAN ONDERHOUD

Art N 1.
In het Instituut wordt aangelegd een Fonds van Onderhoud. In het Fonds van Onderhoud wordt wekelijks gestort, alles wat de kinderen minder aan voeding genoten hebben, als het tarief medebrengt, hetzij dat zulks het gevolg is van de goedkoopte der levensmiddelen of veroorzaakt wordt door het verplaatsen van kinderen in de zaal van discipline.
Bovendien zal in de Reserve Kas gestort worden het 1/3 of Ό der oververdiensten der kinderen.
1e. De winst op de Fabrieksmatige arbeid voorzoverre die uit de Consumptie van eigen kleederen voortvloeijt.
2e. De opbrengst der turf door de kinderen zelfs gestoken na aftrek van f 250 per morgen en ’t arbeidsloon.
3e. Het bedragen der arbeidslonen van de kinderen.
4e. De meerdere opbrengst eener Hoeve van 50 morgen, dan hetgeene dezelve aan arbeidsloon gekost heeft.
5e. Het zuiver overschot wat wekelijksch van de door de Maatschappij geaccordeerde somme ten behoeve van het Instituut zullen overlaten.

Wekelijksch zal de rekening van dit boek met alle deze baten worden gecrediteerd, daarentegen worden belast voor de Gelden vanwegens de Maatschappij verstrekt. Het is de pligt der Directie te zorgen dat de uitgaven, de baten niet te boven gaan. Zoo de uitgaven de baten surpasseren zal deze rekening het volgende jaar daarmede worden gedebiteerd. Zoo daarentegen de baten de uitgaven surpasseren, zal de ½ der som worden uitgedeeld aan de inwendige Directie en wel de helft van dat Montant aan den Onderdirecteur en de gezamentlijke zaalopzieners en de andere helft vervallen ten vordeele der Maatschappij.

OVER DE BEWOONDERS BUITEN HET INSTITUUT

Art 1.
De bewoners buiten het Instituut zullen in huisgezinnen van 5 a 6 menschen te zamen wonen, bovendien zal er ιιne zaal van discipline zijn voor mannen en ιιn voor vrouwen.

Artikel 2.
De verdiensten van ieder lid van een huisgezin wordt geregeld als volgt:
Voor een volwassen man     ƒ 1,50
Voor een volwassen vrouw   ƒ 0,60
Voor een jongen boven de 16 jaar  ƒ 0,10
Voor een meisje boven de 16 jaar ƒ 0,08
Voor een jongen of meisje boven de 14 jaar  ƒ 0,05
Voor een jongen of meisje boven de 12 jaar tot 14 jaar ƒ 0,04
Van 10 tot 12 jaar 3 en van 8 tot 10 2 cents.

Artikel 3.
De benodigdheden van ieder huisgezin van de opgegeven sterkte is berekend als volgt:
Voor een volwassen tot 16 jaren minst. 9 pond brood wekelijks
Voor een volwassen tot 16 jaren minst. 30 pond aardappelen wekelijks
Voor een volwassen tot 16 jaren minst. 36 pond winkelwaren wekelijks
Iemand boven de 9 jaren en beneden de 16 jaren 2/3 idem
Iemand van 9 jaren tot 5 jaren 1/3 idem

Ofwel
gemiddeld f 3,50 aan voeding;
aan kleeding f 1,50;
totaal f 5,00.

Het staat ieder huisgezin vrij om voor zijne verdiensten aan te koopen dat soort van levensmiddelen welk hij verkiest zonder bepaaldelijk aan de opgegevene gebonden te zijn, dezelve zullen verkogt worden volgens het tarief der Maatschappij.
Kleeding ’s wekelijks
ƒ  1,50
42 pond brood
ƒ  1,05
3 schepels aardappelen
ƒ  1,05
Boter en andere winkelwaren
ƒ  1,50
Totaal
ƒ  5,05

Artikel 4.
Ieder huisgezin zal verpligt zijn wekelijks ƒ 1,50 te laten staan voor kleeding. De overige verdiensten zullen tot ƒ 5,00 uitbetaald worden en van de meerdere verdiensten de helft en de andere helft in den Algemeen Reserve Fonds gestort worden, doch nooit te meer, ieder worden gecrediteerd voor hetgeene wat hij in de reserve gestort heeft.

Artikel 5.
Ieder man, vrouw of kind in een huisgezin, welke uit hoofde van nalatigheid niet verdiend de Taks waar op hetzelve gesteld is, wordt in de zaal van discipline voor mannen of vrouwen opgesloten. Ieder kind in hetzelfde geval wordt in de zaal der discipline binnen het Instituut geplaatst.

Artikel 6.
Alle verdiensten worden in loodjes uitbetaald na aftrek van ƒ 1,50 voor kleeding. Alle overige verstrekkingen wordt tegens kontante betaling bij de winkelier verkrijgbaar gesteld.

Artikel 7.
In gevalle van ziektens, of in zoodanige omstandigheden waarin een of meer leden van een huisgezin buiten de mogelijkheid gesteld te worden, het navolgende te verdienen wordt voor zoodanig een persoon tot ƒ 0,50 wekelijks voorgeschoten, uit de algemeene reserve.
In gevalle echter die verstrekking langer dan eene maand duurde, zullen de te weinig verdiende in de zalen voor iedere klasse in het bijzonder bestaande overgaan, dat is de mannen in de mannenzaal en de vrouwen in de vrouwenzaal, de kinderen bij de Weezen en de zieken in de ziekenzaal.

Artikel 8.
Er zal een algemeen fonds van Reserve voor de Bewoonders van het buiten Gesticht worden aangelegd.

Artikel 9.
In dit fonds zullen worden gestort
1e de helft van het meerdere verdiende boven de ƒ 5,00
2e de winst op de turf en ƒ 250,00 van den morgen voor de Maatschappij boven de kosten van dezelve betaald
3e al het meerdere dat de opbrengst eener Hoeve van 50 morgens boven de kosten van het arbeidsloon daaraan besteed, opbrengt
4e de winsten der Fabriek voor zoo verre die door het eigen geconsumeerde betaald wordt.

Artikel 10.
Uit dit Fonds zullen betaald worden de onderdirecteurs buiten het Etablissement, vier boeren of wijkmeesters en in het algemeen alle zoodanige adminstratiekosten en voorschotten, als voor het Etablissement gemaakt worden.

Artikel 11.
Wekelijks wordt dit Fonds gedebiteerd en gecrediteerd voor deszelfs ontvangsten en uitgaven.
Zoo bij het einde van het jaar de baten van hetzelve de last te boven gaan, zal de helft daarvan aan den Onderdirecteur en bouw- of wijkmeesters worden uitbetaald, de eerste voor de helft, de overigen gezamentlijk, de andere helft en het overschietende vervallen aan de Maatschappij.
Zoo daarentegen de lasten de baten overschreiden worden dezelve ten laste van het volgende jaar gebragt.

Geapprobeerd door de Permanent Commissie van Weldadigheid behoudens de nadere Redactie van hetzelve.
Te s Graven Hage
den 8 november 1823
(w.g.) W.A. Ockerse
2e secretaris

voor kopie conform
J. van Konijnenburg
directeur

Door de laatste ondertekening staat vast dat dit een kopie is van na 1 juli 1829, want pas vanaf die datum is Van Konijnenburg directeur. Het zal ook zijn klerk zijn die fouten bij het overschrijven heeft gemaakt waardoor er af en toe onzin staat of zinnen niet lopen.

Dit besluit is de basis van een circulaire die de Maatschappij op 10 november 1823 rondstuurt waarin zij subcommissies en andere relaties uitnodigt gezinnen voor te dragen die als arbeidershuisgezinnen aan de buitenkant van het gesticht kunnen wonen.