Drents Archief, toegang 0186, invnr 960
De Perm. Komm.
Gezien het berigt van den Heer Direkteur der Kolonien in dato 3
sept. ll. omtrent het onbehoorlijk gedrag van J. van den
Einden, boekhouder bij de kolonie N4, gehouden te
Noordwolde, bij gelegenheid der jaarmarkt aldaar; alsmede van de
geëmployeerden A. van Riemsdijk en K. Oosting,
boekhouder van kol. N1&2, op den 31 augustus ll.
Overwegende dat beide deze voorvallen van dien aard zijn dat er
volkomen grond bestaat, om alle deze geëmployeerden uit den dienst
der Maatschappij onverwijld te demitteren;
Overwegende echter dat de P.K. bewogen door de beklagenswaardige
toestand, waarin hunne huisgezinnen door eene zoodanige demissie
zouden worden gedompeld, hun aan de ééne zijde de gelegenheid wil
laten, om door berouw en goed gedrag dezen misstap uittewisschen,
doch tevens aan den anderen kant de gemelde wangedragingen
geenszins ongemerkt wil noch mag laten voorbijgaan,
heeft besloten:
Het traktement van de voorn. boekhouders J van den Einden
en K. Oosting voor den tijd van twee, en dat van den
geëmployeerde A. van Riemsdijk voor den tijd van drie
maanden op de helft te verminderen.