Drents Archief, toegang 0186, invnr 960
De Permanente Kommissie van Weldadigheid,
Overwegende de noodzakelijkheid, om meer naauwkeurig te bepalen
het personeel der Direktie in iedere kolonie, en te voorzien in
eene goede bebouwing der gronden van de huisgezinnen van Weezen,
Weduwen en andere personen die weinig kundigheden bezitten om
hunne velden behoorlijk te bearbeiden, of daartoe de geschikte
middelen missen;
Overwegende, dat dit oogmerk het geschikst kan bereikt worden,
door een aantal kolonisten onder een bepaald toezicht te stellen,
die hen in de veldarbeid behoorlijk onderwijst, die toeziet, dat
dezelve behoorlijk wordt uitgeoefend, en voorts, door ieder
kolonist naarmate van zijne ijver en bekwaamheid in den arbeid, te
doen deelen in de voordeelen, die de gronden door deze bewerking
opleveren;
Overwegende tevens de noodzakelijkheid, om fabriekmatigen arbeid
zoodanig interigten, dat bij ongunstige saizoenen aan ieder
huisgezin eene matige verdienste buiten den veldarbeid verschaft
kan worden, en tevens dat het debiet van het produkt daarvan
verzekerd worde;
Wijders, dat zoo tot den veld- als fabriekmatigen arbeid een
bepaald fonds behoort te worden aangewezen, hetwelk, eenmaal
daargesteld zijnde, door de inkomsten der kolonie zal worden
gereproduceerd, en dus de duurzame welvaart der kolonisten
verzekerd.
Overwegende eindelijk de noodzakelijkheid, om op een geschikte
wijze te voorzien in het vinden van fondsen tot de inwendige
Administratie der koloniën, en tot ondersteuning der kolonisten
noodzakelijk, en
Gezien het Reglement van Inwendige Huishouding der koloniën, en
andere bepalingen, daartoe betrekkelijk;-
heeft besloten, gelijk dezelve besluit bij dezen:
Artikel 1
Iedere kolonie wordt bestuurd door een onder-Durekteur, met een
Boekhouder, aan de eerste ondergeschikt, welke pligten bij een
bijzonder besluit verder omschreven zijn.
Artikel 2
Iedere kolonie zal, zoo veel mogelijk, worden afgedeeld in wijken
van 20 tot 30 huizen; over ieder wijk wordt een wijkmeester
gesteld; ieder wijk zal in twee sectien gedeeld, en over elk
derzelver een opziener gesteld worden, aan den wijkmeester
onderworpen.
Artikel 3
De pligt der wijkmeesters bestaat hoofdzakelijk in het zorgen voor
een goede policie in hunne wijken; die der opzieners daarin, dat
zij de kolonisten in den veldarbeid onderwijzen, vergezellende
dezelve bestendig op den akkers. Wijkmeester en opziener zijn
beide aan den Direkteur en Boekhouder ondergeschikt, en grengen
derzelver bevelen stiptelijk ten uitvoer.
Artikel 4
De Direktie van de fabriekmatigen arbeid is onmiddellijk
opgedragen aan den Direkteur der Spinnerij; een onderbaas in
iedere Kolonie dirigeert dezelve onder zijn speciaal toezigt.
Artikel 5
Een onderwijzer der jeugd bestuurt in de gezamenlijke Kolonien het
schoolonderwijs; een ondermeester is hem tot dat einde toegevoegd.
Over de veldarbeid.
Artikel 6
De voornaamste werkzaamheden, die de bebouwing der gronden
vordert, als het spitten der grond, het poten van aardappelen, het
ploegen, eggen, zaaijen en oogsten geschiedt in iedere sectie door
de bewoners derzelve, vereenigd onder het opzigt van den opziener.
De overige arbeid, welke de bewerking van de grond vordert,
geschiedt door ieder huisgezin, op deszelfs toegewezene Hoeve.
Artikel 7
Voor iedere Hoeve worde te dien einde geaffekteerd
als voor het spitten van een morgen gronds tot
aardappelen F 30,00
voor het ploegen en eggen
F 10,00
voor het zaaijen en maaijen
F 10,00
voor het aardappelpoten
F 10,00
voor het aardappelrooijen geniet ieder man 1/5 gedeelten van
hetgeen hij rooijt
onvoorziene uitgaven
F 10,00
Totaal
F 70,00
Artikel 8
Ieder lid, tot eene sektie behoorende, wordt voor den
opgegeven arbeid betaald volgens het tarief van de Maatschappij;
terwijl van den arbeid, dien ieder in het bijzonder op zijnen
grond verrigt, geene betaling genoten wordt. De onderopzieners
genieten in den zomer 15 stuivers daags, in den winter 12
stuivers, zoo dikwijls zij met het volk arbeiden; doch op eigen
grond arbeidende, geene betaling hoegenaamd.
Over de fabrijkmatige inrigting.
Artikel 9
Behalve het spinnen van vlas, waarin een of meerdere leden van een
huisgezin, zullen kunnen delen naarmate hunne behoefte en waarvan
het debiet door vrijwillige inschrijving verzekerd is, zullen in
iedere wijk, zooveel mogelijk, en met die wijzigingen welke de
omstandigheden mogten vorderen, aangesteld worden:
1 schoenmaker
1 kleedermaker
6 huisgezinnen, ter bereiding van saijet en kousen
1 linnenwever
1 wollengoedwever
1 wollenaaijster
4 wolspinners en – kaanders
1 klompenmaker
1 timmerman
3 snuit- of vlasspinners
2 onderopzieners
Artikel 10
De Directeur der Spinnerij verschaft aan ieder huisgezin
jaarlijks, zoveel mogelijk op de tijden dat de veldarbeid geen
middel van bestaan oplevert, f 75,00 aan fabriekmatigen arbeid.
Het produkt daarvan wordt afgeleverd aan den winkelier, die
hetzelve aan de Kolonisten verkoopt; het onderkogte ( zoo er dit
zijn mogt) wordt jaarlijks afgeleverd aan het algemeen Magazijn,
om ten dienst van nieuw aangelegd wordende Kolonien gebezigd te
worden.
Artikel 11
Behalve de opgegeven veld- en fabriekmatige arbeid, behoudt de
Kommissie het regt aan zich, om de Kolonisten te doen deelen in de
voordeelen van den arbeid, bij het aanleggen van nieuwe Kolonien
en in die, welken andere werkzaamheden opleveren. De opgegeven
veld-en fabriekmatigen arbeid wordt vergoed door het korten van
twee stuivers op ieder gulden zoo op de gewone als buitengewone
verdiensten van veld-en fabriekmatigen arbeid. Het fonds ter
ondersteuning der Kolonisten door het heffen van een 10e gedeelten
van den oogst van het graanland en waarvan het meerder bedragen
dan het voorgeschotene van ieder Hoeve in het bijzonder gebragt
worden zal in mindering der schuld waarmede den bewoner belast is.
Ingevalle echter dit 1/10 niet voldoende zijn mogt tot het oogmerk
zal er eene grotere korting op de verdiensten van den oogst kunnen
plaatshebben en bij een bijzonder besluit van de Kommissie bepaalt
worden.
Artikel 12
Ieder kolonist is gehouden zich te kleeden met het goed, in de
Kolonien zelve gemaakt; wie zonder toestemming van den Direkteur
en chef, andere goederen draagt, zal verstoken zijn van het
voorregt om in den fabriekmatigen arbeid te deelen.
Over de kosten van de inwendige Administratie der Kolonien.
Artikel 13.
Tot de kosten van inwendige Administratie der Kolonien zullen
gerekend worden:
1. De betaling der Ambtenaren van de Maatschappij in
dezelve en het repareren der akkerbouwgereedschappen , aan de
Maatschappij behoorende;
2. Het fonds ter ondersteuning der Kolonisten zal bestaan
uit de som van f 5.000,00 voor ieder huisgezin, namelijk f 50,00
bij de algemeene rekening als bijzondere voorschotten voorkomende.
De traktementen der Ambtenaren voor eene Kolonie van 100
huisgezinnen zijn geregeld als volgt:
aan den Onderdirecteur
f 500,00
aan den Boekhouder
f 375,00
aan een Direkteur der spinnerij f 3,00 per huisgezin
f 300,00
aan de Wijkmeesters, ieder f 208,00
f 832,00
aan de Schoolmeester f 1,00 per huisgezin in
Kolonie f 100,00
aan den Ondermeester
f 250,00
aan reparatie van gereedschappen
f 150,00
Totaal f 2507,00
Over het daarstellen der fondsen voor veld-en fabriekmatigen
arbeid, benevens die der Administratie en ondersteuning der
Kolonisten, en over de oprigting van dezelven.
Artikel 14
Voor het fonds van veldarbeid wordt door de Maatschappij tegoed
gedaan
f
7.000,00
Voor de betaling van fabriekmatigen arbeid
f 8.000,00
Voor de betaling aan arbeidsloon
f 6.000,00
tot aankoop van grondstoffen; totaal
f14.000,00
NB. Ongerekend de fondsen, te valideren van de buitengewone arbeid
in Artikel 11 vermeld.
Tot voorschot f 50,00 per huisgezin, van 100 dito
: f 5.000,00
Voor de kosten van Administratie
f
2.507,00
Totaal
f 28.507,00
Artikel 15
Het opgegevene kapitaal worde door de Maatschappij voor geschoten
en zal aan de Koloniale Kas gerestitueerd worden ,op de volgende
wijze:
1. Het fonds van den veldarbeid, door het heffen van f
50,00 op de voortbrengselen van den landbouw op iedere Hoeve, en
door het betalen van f 20,00 van de huur van iedere Hoeve, welke
de Maatschappij mede aan hetzelve afstaat; tezamen uitmakende f
7.000,00;
2. dat van den fabriekmatigen arbeid, door de
goederen,welke de Kolonisten vervaardigen, en die aan hen worden
verkogt, met eene verhoging van twee percent aan de Maatschappij
en 2 dito aan de winkelier, boven de prijs waarvoor die aan het
magazijn worden afgeleverd;
3. De fondsen van buitengewonen veld-en fabriekmatigen
arbeid worden aan de Maatschappij gerestitueerd door den arbeid,
ten behoeve van andere Kolonie verrigt, of door de afgeleverde
goederen aan het magazijn;
4. Het fonds van inwendige Administratie wordt vergoed:
a. door het korten van twee stuivers op iedere gulden, zoo
op de gewone als buitengewone verdiensten van veld- en
fabriekmatigen arbeid;
b. door van ieder kind te korten op deszelfs wekelijksche
verdiensten 3 duiten, en zoo dit niet toereikt, alsdan ook op den
verdiensten der ouders;
c. door het belasten, met 2 percent, van alle verwerkte
stoffen, ten behoeve der Maatschappij, om het was, of die aan
Kolonisten verkogt, of aan andere Kolonien afgeleverd worden;
5.Het fonds ter ondersteuning der Kolonisten , eindelijk
wordt schadeloos gesteld door het heffen van een 10e gedeelte van
den oogst van het graanland; zullende het meerder bedrag daarvan
boven het voorgeschotene, voor iedere Hoeve in het bijzonder,
gebragt worden in mindering der schuld, waarmede de bewoner is
belast. Ingevalle dit 1/10 niet voldoende zijn mogt, tot het
oogmerk, zal er eene grotere korting op de verdiensten door den
oogst kunnen plaatshebben, en zal dit bij een bijzondere besluit
van de Kommissie bepaald worden.
Verantwoording der opgegeven fondsen
Artikel 16
Ter verantwoording der opgegevene fondsen en van de verdere
Administratie der Kolonien, houdende Onderdirecteur:
1. een Rekening-courant met den Directeur, waarin
hij aan den eenen kant alle ontvangsten en aan de andere zijde
alle uitgaven noteert en waarvan hij wekelijks een extract, met de
daarbij behorende werkstaten, wekelijksche betalingstaten , en
kwitansien inzendt;
2. een Rekenboek der Kolonien, volgens bijgevoegd model.
Op de eerste bladzijde van dit Rekenboek zijn aangewezen de
geaccordeerde sommen voor veld- en spinarbeid, beide onderscheiden
in het administratiefonds en in gewone en buitengewone en voor
bijzondere voorschotten benevens het totaal der sommen, op de
onderscheidene aspecten toegestaan. Behalve deze posten wordt op
deze bladzijde gevonden een rubriek, genoemd het Krediet bij de
Maatschappij, waarvan het gebruik nader zal worden opgegeven, en
eene rekening van buitengewone uitgaven van den Heer Directeur,
ingevolge een besluit van de Permanente Commissie bevolen of
geautoriseerd, en welke uitgaven derhalve nimmer met de gewone
uitgaven behoren te worden verward.
Wekelijks worden op deze rekening ingeschreven de posten, op de
onderscheidene respecten uitgegeven, en deze van de geaccordeerde
sommen afgetrokken, opdat het blijke welke sommen nog kunnen of
mogen worden aangewend.
Op de rubriek Krediet bij de Maatschappij worden geboekt de
gelden, welke van de onderscheide objecten, nader te expliceren,
nader te ontvangen en ten dienste der Kolonien worden aangewend,
zoodanig dat deze in mindering strekken van hetgene anders, als
geakkordeerde posten door de Maatschappij zou hebben moeten worden
voldaan.
Op de tweede bladzijde van dit Boek zullen worden aangetekend alle
uitgaven, door den Onderdirecteur gedaan, met aanwijzing van de
no's der kwitansien, aan den Directeur met het extract der
rekening-courant toegezonden; zullende de uitgaven voor de paarden
gebragt worden op de rubriek veldarbeid.
Op de twee bladzijden zal worden aangetekend, in de eerste rubriek
de posten, in kontant geld, zoo van den Directeur als van anderen
ontvangen, gelijk mede de sommen op de verdiensten der Kolonisten
ingehouden en van anderen, in kontanten genoten, welke ten dienste
der Kolonien gebezigd worden, of in kas voorhanden blijven.
De tweede rubriek, Krediet bij den winkelier, zal bevatten de
waarde der goederen door den Directeur der Spinnerij aan den
winkelier afgegeven om verkocht te worden. Alle betalingen die
door dezen daarop geschieden zullen van het saldo, waarvoor hij
gekrediteerd is, worden afgetrokken, bij de Kontanten in ontvang
genomen en overgeschreven worden op de rubriek Krediet der
Maatschappij, omdat deze sommen werkelijk in mindering strekken
van hetgeen de Maatschappij op de geakkordeerde sommen te betalen
heeft.
Eindelijk zal op de rubriek: Krediet bij de Maatschappij geboekt
worden:
1. de arbeidsloon van goederen voor rekening van de
Maatschappij of van het Magazijn vervaardigd en waarvan de
grondstof niet door de Koloniale kas is betaald;
2. De gelden, door den winkelier betaald, van de goederen
hem geleverd;
3. De waarde der goederen, bij het eindigen van het jaar
niet door den winkelier verkogt, en aan het Magazijn teruggeleverd
wordende;
4. Alle zoodanige andere ontvangsten, als de waarde van
landprodukten, aan het Magazijn afgeleverd, tot formering van het
fonds voor de Kas van de Kolonien benevens alle andere, waarvan
het bedrag in ontvang genomen, ten dienste der Kolonien is
aangewend, en gestrekt heeft tot vermindering van uitgaven, tot
welk de Kommissie anders gehouden zoude zijn geweest.
Artikel 17.
Indien, bij het eindigen van het jaar, blijken mogt dat, na
betaling van de huur tegen f 50,00 per hoofd, de fondsen der
Kolonien mogten zijn geaccordeerd en meer bedragen dan de
bestrijding der geaccordeerde sommen en de buitengewone uitgaven
tezamen uitmaakten, zal dit meerdere ter dispositie van de
Kommissie gesteld worden, en strekken in mindering van de schuld
der Kolonisten. Terwijl bij eene eventuele tekortkoming hetzelve
zal worden aangevuld door eene verhoogde belasting op de
verdiensten, of op de veldvruchten, of wel op beide, naar
bevinding van zaken.
Artikel 18.
De boekhouder zal gehouden zijn wekelijks uit de Rekening-courant
van den Onderdirecteur dit boek bij te schrijven.
Additionele Artikelen.
Artikel 1.
De grondstoffen, welke ter vervaardiging van goederen, tot gebruik
der Kolonien bestemd, gebezigd worden, brengt den Directeur der
Spinnerijen aan den Onderdirecteur in rekening; het bedrag daarvan
wordt asl contant geld aangenomen en direkt in mindering der
geaccordeerde sommen, en word fabriek: gewone fabriekmatige
arbeid, daarmede belast . Indien de goederen ten
dienste van het Magazijn worden vervaardigd, worden de
grondstoffen door het Magazijn geleverd, alleen de arbeidsloon
wordt verrekend, en de uitgaven geboekt op het respekt:
buitengewone fabriekmatige arbeid.
Artikel 2.
Indien eene nieuw aangelegde Kolonie niet ten volle gereed is,
zullen de kosten, die nog moeten worden aangewend, bij een besluit
der Permanente Commissie gebragt worden op de rubriek:
buitengewone veldarbeid, zullen deze gedeeltelijk streken ter
goedmaking van het onderhoud der paarden. In het vervolg echter
zullen de paarden onderhouden worden door gronden, te dien einde
bebouwd, en verder komen ten laste van het respekt: gewone
veldarbeid.
Artikel 3.
Zij, die zilveren medaille erlangen, zijn des verkiezende van de
verpligting ontslagen om jaarlijks f 50,00 voor het fonds van den
veldarbeid op te brengen, doch genieten dan ook geene betaling
voor arbeid, dien zij op hunne eigen gronden verrigten, noch
eenige ondersteuning bij de bearbeiding van dezelve.
Gearresteerd den 29 September 1820