Op het
platform www.velehanden.nl vond van 1 april 2015 tot 21
september 2017 het project Post van Weldadigheid
plaats. De ingekomen post van de Maatschappij van Weldadigheid
van 1818 tot en met 1847 is ingescand en die 135.321 scans
werden door 458 vrijwilligers geïndexeerd. Dat wil zeggen dat
ze de handgeschreven stukken doorlazen en de erin voorkomende
persoonsnamen noteerden. Die namen staan nu in de genealogische database van het Drents
Archief en in de database alle
kolonisten.
Ten behoeve van dat project schreef ik elke week een
column. Een overzicht van die stukjes staat op deze pagina.
Hieronder staat...
Als in het vorige stukje over de
tijdschriften van de Maatschappij van Weldadigheid gezegd, is het
blad de Star in 1826 kwijnende en komt er een doorstart.
Dat wordt per januari 1827 de Vriend des Vaderlands, met
als ondertitel 'een tijdschrift, toegewijd aan den roem en de
welvaart van Nederland en in het bijzonder aan de hulpbehoeftigen
in hetzelve' en met als motto een citaat van Vondel: 'De liefde
tot zijn lant is ieder aengheboren.'
Dat klinkt allemaal behoorlijk nationalistisch, maar het is goed
om daarbij te bedenken dat we nog niet zo lang één staat zijn. Pas
vanaf 1795 was men begonnen van al die afzonderlijke provincies en
steden een natie te boetseren, dus het nationale gevoel is nog
maar jong.
De nieuwe hoofdredacteur is Pieter Otto van der Chijs, afkomstig
uit Delft. Hij is van jongsafaan geïnteresseerd in oude munten en
het verhaal gaat dat hij op zijn zestiende al een aardige
muntenverzameling heeft als hij zo gegrepen wordt door de
oprichting in 1818 van de Maatschappij van Weldadigheid dat hij
die verzameling verkoopt en het geld doneert.
Daarbij zal de broer van zijn moeder een belangrijke rol gespeeld
hebben. Luitenant-kolonel Jan Hendrik Bagelaar is een persoonlijke
vriend van Johannes van den Bosch en hij heeft aan de kolonie de
‘zware en welluidende klok met passende inscriptie’ geschonken die
de kolonisten in Frederiksoord elke ochtend duidelijk maakt dat de
werkdag dient te beginnen.
Pieter Otto van der Chijs blijft ook enthousiast als hij te Leiden
gaat studeren, hij richt een subcommissie van weldadigheid voor
studenten op die al snel vele leden telt, maar ophoudt te bestaan
als er studenten worden opgenomen in het bestuur van de gewone
subcommissie van weldadigheid Leiden. Als dank voor de toename van
het aantal Leidse contribuanten kent de Maatschappij aan Pieter
Otto het honorair lidmaatschap toe. En in 1827, hij is 24 jaar,
gaat hij het nieuwe blad maken.
Eerst maar even hoe je bij de Vriend des Vaderlands komt. Ga naar
www.delpher.nl.
Links zie je staan 'Doorzoek alles' en dat menuutje kun je
uitklappen en dan kun je kiezen 'Tijdschriften'. Onder de balk
kies je 'Uitgebreid zoeken'. Dan klik je op 'Titel tijdschrift'.
En dan vul je in 'Vriend des Vaderlands'. Daarna kies je er bij
het vakje 'Sorteer op' voor om ze op datum te sorteren en dan heb
je ze chronologisch. Dat is op het scherm helaas niet te zien, ik
had liever gehad dat ze de ondertitel hadden weggelaten zodat de
nummers in beeld komen, maar je mag van mij aannemen dat de
volgorde wel klopt.
Voorin zitten weer lijsten met de abonnees, 'inteekenaren', met de
fine fleur van ons land. Hoogleraren, officieren, vrederechters,
het 'leesgezelschap ledige uren nuttig besteed' uit Dokkum, het
'leesgezelschap Om nut te stichten, is het doel, waar we ons naar
rigten' uit Groningen, enzovoort. Onze vriend Antonius Tempelman staat er ook bij
en diverse employées van de Maatschappij.
In een bij de Star van 1826 gevoegde verklaring, die ik
van googlebooks heb en bij de scans van Delpher (nog) niet heb
kunnen vinden, wordt aangekondigd dat het de bedoeling is in het
nieuwe blad 'meer omstandige berigten uit de kolonien te leveren'.
Dat maakt Pieter Otto zegge en schrijve één jaargang waar. De
nummers van 1827 zijn bijzonder interessant! Met tekeningen en
beschrijvingen van de gestichten in Veenhuizen en met in het
maart-nummer heel veel informatie over de veteranen.
Vreemd genoeg is de fraaie plaat van het eerste gesticht te
Veenhuizen, die in nummer 12 van de Vriend des Vaderlands 1827
stond, terechtgekomen in de inhoudsopgaaf van jaargang 1829! Die
was blijkbaar een keer losgehaald in het exemplaar dat ze gescand
hebben. Ik bedoel dit plaatje:
Maar na die eerste jaargang wordt de aandacht voor de Maatschappij
en de koloniën geleidelijk minder. Ook qua plaatjes: juni 1828
staat nog een (geromantiseerd) kijkje op de binnenplaats van een
kindergesticht, mei 1829 het logement in Frederiksoord, april 1830
een 'Gezicht op Willemsoord' (let op hoe recht alles is) en mei
1831 het Instituut te Wateren, maar dan heb ik alle koloniale
plaatjes gehad.
Ook qua tekst wordt de aandacht voor de koloniën minder. Wat er
nog wel in staat vind je bij categorie IV van de inhoudsopgaven
die vóór elke jaargang zitten: 'Berigten wegens den staat der
Maatschappij en uit de koloniën'.
Daar wordt ondermeer verwezen naar het algemeen jaarverslag, dat
elk jaar integraal wordt afgedrukt, het financieel jaarverslag en
het jaarlijkse verslag over godsdienst en onderwijs. Meestal zit
dat ergens rond juli/augustus. Later in het jaar, ergens rond
november, volgt dan de commissie van toevoorzicht waarvan enkele
leden de koloniën bezocht hebben en daarvan verslag doen. Dit is
een ietsje objectievere berichtgeving, maar niet veel (ik zal een
dezer weken eens iets meer doen aan die commissie, want jullie
hebben tijdens het indexeren waarschijnlijk wel eens stembiljetten
ervoor onder ogen gekregen).
Soms staan er losse stukken in, zoals in 1828 de weerlegging van
het kritische geschrift 'Vlugtige waarnemingen', of de naamlijst
van personen die belijdenis hebben gedaan (bijvoorbeeld 1828 p
158) of 'Reglement voor de scholen in de gestichten der
Maatschapij van Weldadigheid' op p. 912 van 1830 of het reglement
voor de subcommissies 1830 p 779. Maar het wordt allengs minder,
het wordt steeds meer een algemeen blad met een sterke literaire
inslag. Ook leuk, maar dan om de eerste helft van de 19e eeuw
beter te begrijpen en niet zozeer om kennis over de koloniën te
vergaren. Genealogisch kun je niet zo verschrikkelijk veel met de
Vriend des Vaderlands, want er staan nauwelijks namen in.
En de 'lijst van overledenen' brengt hooguit een bevestiging van
iets dat je al wist.
Wat dan nog rest zijn de maandelijkse berichten uit de kolonie,
achterin elk nummer. Geschreven door de directeur. Misschien ben
je bij het indexeren zo'n stuk van Jan van Konijnenburg wel eens
tegengekomen waarin hij over de kolonie in de afgelopen maand
bericht, met af en toe potloodhalen van Pieter Otto van der Chijs
erdoorheen. Helaas schrijft Jan van Konijnenburg allesbehalve
spannend, en dat gaat ook steeds meer gelden voor de jaarverslagen
die naarmate de tijd vordert steeds meer op elkaar gaan lijken.
Wil Schackmann
Stukken uit de Vriend des Vaderlands
zijn opgenomen op de site en bereikbaar via deze pagina.