Op het
platform www.velehanden.nl vond van 1 april 2015 tot 21
september 2017 het project Post van Weldadigheid
plaats. De ingekomen post van de Maatschappij van Weldadigheid
van 1818 tot en met 1847 is ingescand en die 135.321 scans
werden door 458 vrijwilligers geïndexeerd. Dat wil zeggen dat
ze de handgeschreven stukken doorlazen en de erin voorkomende
persoonsnamen noteerden. Die namen staan nu in de genealogische database van het Drents
Archief en in de database alle
kolonisten.
Tem behoeve van dat project schreef ik elke week een
column. Een overzicht van die stukjes staat op deze pagina.
Hieronder staat...
De vijftien procent-grens en de twintig procent heb ik onbesproken
voorbij laten gaan. Alsof het heel gewoon is dat dit enorme
archief in hoog tempo wordt ontsloten. Dat is het echter helemaal
niet, het is een enorme krachttoer, het is geweldig, het is...
opmerkelijk.
Een beetje een zwak boogje, maar ik wilde op dat laatste woord
komen. Vanaf de start van het project op 1 april tot vrijdag 17
juli zijn er 390 scans door de invoerders als 'Opmerkelijk'
aangeduid. Die bulk heb ik in samenwerking met Pim Erbee
doorgenomen en daarvan dit verslag. We hebben ze verdeeld in
inhoudelijke opmerkingen en invultechnische opmerkingen.
Hierbij geeft iemand een toelichting bij het invoeren. Vaak
gebeurt dat als een persoonsnaam is gevonden op een plek waar je
het niet meteen zou verwachten. Bijvoorbeeld 'de naam staat in de
marge' of 'de naam wordt in de linker onderhoek vermeld' of 'de
naam staat in heel licht potlood genoteerd onderaan de brief'.
Of andere toelichtingen op de ingevoerde namen. Zoals 'waar de
achternamen met potlood zijn gecorrigeerd heb ik ze beide
ingevoerd' of 'Jacoba ondertekent met Jacob. Daarom toch ook maar
opgenomen'. En zo zijn er meer redeneringen hoe men tot een
bepaalde invoer gekomen is.
Of een invoerder corrigeert zichzelf: 'op de vorige bladzijde over
dit onderwijs heb ik vergeten dhr. Aukes te vermelden als
onderwijzer van kolonie 1'.
Regelmatig steek ik er ook nog iets van op. Wat ik bijvoorbeeld
niet wist is dat Ossenbrugge de Nederlandse naam voor Osnabrück
was. Nu ik het weet klinkt het wel logisch, ja.
Soms uit een invoerder zijn of haar twijfels of iets wel een
persoonsnaam is. Enkele daarvan: 'Hoevenaar' is geen naam, maar
een functie. De kolonisten die een van de grote hoeves rondom de
gestichten te Ommerschans en Veenhuizen bewoonden werden hoevenaar
of bouwboer genoemd. 'Is Korporaal titulaer zijn achternaam?' Nee,
het wil zeggen dat hij de (ere)titel korporaal mag dragen zonder
dat hij de functie uitoefent. 'Is Grietman een naam?' Nee, een
functie, de provincie 'Vriesland' was opgedeeld in grietenijen en
aan het hoofd daarvan stonden een 'Grietman en Assesoren'.
Assessor is ook een functie, zo was bijvoorbeeld Johannes van den
Bosch tweede assessor van de commissie van weldadigheid. Het wordt
ook wel geschreven als adsessor.
De naam 'doove Aart heb ik niet opgenomen', schrijft een
invoerder. Terecht, want op bijnamen is het lastig zoeken. En voor
sommigen wellicht een verrassing: 'Oude Willem' is géén
persoonsnaam! Het is de aanduiding voor een buurtschap in de
nabijheid van Wateren! Ik zal de onderzoekers die bezig zijn met
een boek over de geschiedenis van Wateren eens vragen waar die
naam vandaan komt.
Het zal duidelijk zijn dat de invultechnische opmerkingen
O-N-T-Z-E-T-T-E-N-D nuttig zijn voor de controle. Helaas zit het
systeem niet zo in elkaar dat de opmerkingen volautomatisch bij de
controleurs komen. Daarom wordt er met deze opmerkingen een extra
controle-ronde gehouden. Heeft de controleur ook gezien dat de
naam in heel licht potlood onderaan de brief stond, enzovoort
enzovoort.
Zijdelings vormen die invultechnische opmerkingen ook een MONUMENT
voor de zorgvuldigheid waarmee invoerders te werk gaan. Als iets
moeilijk te lezen is, wordt van alles geprobeerd om te achterhalen
wat er staat. Bijvoorbeeld door nadere studie te maken van het
handschrift: 'Laatste naam als Neeben gelezen. Zie hoe de
schrijver bovenaan de kolom Namen schrijft'. Of er wordt gespeurd
naar een tweede vermelding op de vorige of volgende pagina, met
soms een toevoeging: 'De voorletter uit de volgende scan gehaald'.
Of men gaat het internet op: 'In de tekst staat Rubsart maar hij
ondertekent met Rubsaat. Rubsart komt weinig voor, maar in Norg is
er een Johannes in 1845 overleden. Rubsaat komt vaker voor. Beide
ingevoerd.'
Het internet op gaan kan prima werken om onduidelijk geschreven
namen te achterhalen, maar het is wel goed te bedenken dat er
grenzen zitten aan de 'waarheidsvinding'. Want ten aanzien van de
naamspellingen in de negentiende eeuw bestaat er geen waarheid.
Wie zegt hoe betrouwbaar de burgerlijke standgegevens zijn?
Er komen twee zaalopzieners bij de ambtenaar
van de burgerlijke stand en die melden dat die-en-die afgelopen
nacht in het gesticht is overleden.
- ‘En hoe spel je die naam?’ vraagt de ambtenaar.
- ‘Nouou,’ zegt zaalopziener-1, ‘volgens mij...’
- 'Welnee joh,' zegt zaalopziener-2, 'dat is niet met een 's', dat
is met een 'z'.
- 'Ik dacht toch...' sputtert zaalopziener-1 nog na.
Anders gezegd, er bestaat in de negentiende
eeuw geen juiste spelling. We kunnen, hoe hard we ons best ook
doen, toch niet alles oplossen voor de familie-onderzoekers. Die
zullen straks moeten gaan zoeken op alle spellingvariaties waar
hun voorouder aan onderhevig is geweest.
Bij dit gebruik van de knop 'Opmerkelijk' wordt er informatie
gegeven over de inhoud van de scan. Soms kort, 'Bouwplan' of
'behandeling van schurft/scabies', soms uitgebreider, 'Niets
nieuws onder de zon. Ook in 1837 bedenkingen van de Commissie van
Toevoorzigt tegen de richting van het schoolonderwijs, waarmee
kennelijk bedoeld werd de inhoud van het geschiedenis onderwijs.
Van Konijnenburg is het daar kennelijk niet mee eens, omdat dit
onderwijs 'zoo algemeen of oppervlakkig en tevens zoo kinderlijk
eenvoudig, (...) niet zoo verwerpelijk is'.
Of bijvoorbeeld: 'Klacht over het "laakbaar" gedrag van de
onderdirecteur van kolonie no.3, die in "onmin" leeft met zijn
vrouw "hetgeen van tijd tot tijd tot ergerlijke toneelen
aanleiding geeft, die niet altijd binnen de muren zijner Woning
blijven. Die onmin is misschien ook de oorzaak dat hij zeer
uithuizig is en liefst buiten de kolonien verkeert".'
Ook hierbij gaat een invoerder wel eens het internet op: 'Gerardus
van Heusden vermeldt in zijn verzoekschrift aan de Permanente
Commissie dat hij ridder der Militaire Willemsorde, 4e klasse, is.
Ik kom hem echter niet tegen in de in Wikipedia gepubliceerde
lijst van personen aan wie deze ridderorde is uitgereikt.'
Wikipedia hadden ze toen nog niet, dus ik ben benieuwd of Van
Heusden er mee weg is gekomen.
Wil Schackmann