Op het
platform www.velehanden.nl vond van 1 april 2015 tot 21
september 2017 het project Post van Weldadigheid
plaats. De ingekomen post van de Maatschappij van Weldadigheid
van 1818 tot en met 1847 is ingescand en die 135.321 scans
werden door 458 vrijwilligers geïndexeerd. Dat wil zeggen dat
ze de handgeschreven stukken doorlazen en de erin voorkomende
persoonsnamen noteerden. Die namen staan nu in de genealogische database van het Drents
Archief en in de database alle
kolonisten.
Tem behoeve van dat project schreef ik elke week een
column. Een overzicht van die stukjes staat op deze pagina.
Hieronder staat...
Soms zwerft er zomaar een kind door het land. Daar moet iets mee
en dan komt er iemand mee in zijn maag te zitten.
Dit is een geval uit juni 1829 en degeen die er mee in zijn maag
zit is 'de Officier bij de Regtbank te Deventer'.
Het kind in kwestie heet Wilhelmus Hidser en hij is 'oud volgens
deszelfs opgave circa acht jaren'. Bekend is dat hij zich de
winter van 1828-1829 'eene geruime tijd te Wijhe heeft
opgehouden'. Hij weet zich daar in leven te houden dankzij 'de
mededeelzaamheid der landlieden', oftewel de boeren in Wijhe geven
hem voedsel en onderdak. Maar rondzwerven zonder middel van
bestaan mag niet en hij is, schrijft de officier bij de rechtbank
te Deventer 'in de maand Januarij gearresteerd en aan mij
opgezonden'.
Als hij ondervraagd wordt vertelt Wilhelmus 'gedeserteerd te zijn
uit de kolonie Veenhuizen'.
Aha, denkt de officier bij de rechtbank van Deventer, dan kan die
daar naar toe, zodat 'ik hem derwaarts heb doen transporteren'.
Maar in Veenhuizen kent men de hele Wilhelmus Hidser niet, hij
staat niet in de wezenregisters, hij is er nooit geweest en dus
wordt hij teruggezonden naar Deventer.
Nogmaals ondervraagd vertelt Wilhelmus dat hij is geboren 'te
Staarburg bij Hamburg, zoon van zekeren kunstenaar Hidser
overleden en van zekere Louise rondreizende'.
Aha, denkt de officier bij de rechtbank van Deventer, een
buitenlander! Zodat 'ik hem vervolgens naar Staarburg heb
weggezonden'. Maar Wilhelmus komt niet verder dan Bentheim. De
autoriteiten daar willen hem niet laten doorreizen en sturen hem
terug, 'omdat hij van geen bewijs was voorzien dat hij te
Staarburg zoude zijn geboren'.
'Ten laatste,' meldt de officier bij de rechtbank van Deventer,
'heb ik hem naar de kolonie Ommerschans gezonden'. Dat is immers
het landelijke afvalputje. Maar helemaal zeker voelt de officier
zich niet over die opzending, want hij verontschuldigt zich dat
Wilhelmus 'zich daartoe genegen verklaard' en dat hij wordt gedekt
door 'artikel 1 van ’s Konings Besluit van den 12 october 1825'.
Maar toch is het niet helemaal in de haak, want het
bedelaarsgesticht op de Ommerschans is niet bedoeld voor zulke
kleine kinderen zonder begeleidende ouders. Omdat hij geen
Nederlander is kan hij ook niet op kosten van het Rijk worden
overgebracht naar het kinderetablissement in Veenhuizen. En na een
jaar met bedelaarsnummer 621 in de Ommerschans, overlijdt
Wilhelmus Hidser daar, naar schatting dan negen jaar oud.
Wil Schackmann
Bronnen: Drents Archief, toegang 0186, invnr 97,
brief van 15 juni 1829 en toegang 0137.01, invnr 425, nummer
621.