Aan deze pagina wordt nog gewerkt.



Weifelende bewoners in Wilhelminaoord



Bij het bevolken van Wilhelminaoord en het iets noordelijker gelegen gedeelte van kolonie 6, zijn er nogal wat nieuwe kolonisten die snel weer rechtsomkeert maken, of op zijn minst aankondigen weer naar huis te zullen gaan. De redenen zijn divers. Bij sommigen heeft het met godsdienst te maken, bij anderen zou de 'voorlichting' door al langer gevestigde kolonisten een rol spelen, zie bijvoorbeeld het verhaal over de weduwe Zwaan
In het boek worden de toestanden die al dat weifelen met zich meebrengt beschreven op blz. 298-300. Hier wat uitgebreidere fragmenten uit de betreffende briefwisselingen en de namen bij de kreten. De mensen die toch blijven zijn terug te vinden op de pagina 'oogstresultaten Wilhelminaoord 1822'



Zwak gezigt

Directeur Wouter Visser schrijft aan de permanente commissie dat de Groninger Arnoldus Brinkman*

'kort na zijne aankomst in de kolonie mij reeds om zijn ontslag heeft gesproken, om reden - volgens zijn voorgeeven - zijn gezigt te zwak was om de buitenlugt te verdragen en hij dus voor de veldarbeid ongeschikt.'

De terecht gekozen oplossing was hem ander werk te geven:

'dan niet lang daarna wierdt hij in de spinzaal geplaatst, verdiende daar ruim zoo veel tot zijne voeding nodig was, en sprak niet meer van zijn ontslag'.

Maar blijkbaar heeft Brinkman ook aan 'H.H. besteders', oftewel de subcommissie Groningen, om zijn ontslag gevraagd. En als Visser daarvan door de pc op de hoogte is gesteld,

'(...) heb ik hem, weder doen vragen, of hij zoo gaarne de kolonie wilde verlaten, waarop hij zeer onverschillig heeft geantwoord.'

Ondanks die onverschilligheid blijven ze toch op de kolonie.



Te veel om te sterven en te weinig om te leven

(volgt)

Bouwman en Van Puffelen vinden te kerk te ver weg

(volgt)

Brood van beter kwaliteit gewoon

(volgt)

Aankomst 1 augustus 1821: De West van Utrecht, van Dielen en Vulling van Amsterdam woensdag avond te elf uuren in de kolonie aangekomen, hebben reeds donderdag morgen om 6 uuren in den mor­gen hun ontslag gevraagd.


Frans Bouquet arriveert ook op woensdagavond 1 augustus, maar gaat er in tegenstelling tot de anderen niet meteen vandoor. Hij heeft zich goed laten informeren. Zolang je geen huisraad en kleding van de Maatschappij aanneemt, heb je nog geen schuld en kun je schuldenloos weer vertrekken.

Hij kijkt het allemaal eerst eens rustig aan en op zaterdag 4 augustus loopt hij nog in zijn gewone kloffie en niet in de voorgeschreven koloniale kledij. En dan komt zaterdag, kort nadat de bovengenoemde drie de terugreis naar Amsterdam en Utrecht hebben aanvaard, kolonie-directeur Wouter Visser hem tegen en volgens hem:

'was hij nog geheel ongekleed, ik vroeg naar de reden daarvan, en kreeg tot ant­woord, dat hij nog niet gedecideerd was, of hij al of niet hier wilde blijven; waarop ik hem zeide, dat hij des avonds behoorlijk moest gekleed zij, of de kolonie hebben verlaten:'

De directeur verontschuldigt zich wel een beetje voor zijn gedrag:

'dit gebeurde op het ogenblik dat ik mij spoedde, om nog dien dag naar de Ommerschans te vertrekken'

Maar toen hij daarvan was teruggekeerd:

'maakt de onderDi­rekteur mij rapport, dat Frans Bouquet, aan hem - onderDirekteur - hadt gezegd, door mij uit de kolonie te zijn gejaagd.'

Tsjah, de weldadigdoeners en de bewelddadigden houden toch veel moeite elkaar te begrijpen. Frans Bouquet vertrekt met de eerste boot naar Amsterdam.

Nadere informatie over betrokkenen

Arnoldus Brinkman zal in 1833 met zijn gezin naar de strafkolonie worden verbannen. Na drie jaar detentie keren ze terug in de gewone koloniën, maar niet zo heel lang. In 1840 gaan ze met ontslag en kiezen ze voor een terugkeer naar de gewone maatschappij. Of dat een verstandige keus was, weet ik niet. Ik vond zijn gelijknamige zoon terug in de stamboom Dolfin.