In De proefkolonie blz. 298-299 wordt vermeld hoe de
verhalen van zijn echtgenote over de geneeskundige hulp - of beter
het gebrek eraan - die hij op zijn sterfbed had ontvangen, leiden
tot een relletje. En tot het acuut weer naar huis terugkeren van
enkele nieuw aangekomen kolonisten. Hier het volledige verhaal.
De toestand begint als de weduwe Zwaan na de dood van haar man op
familiebezoek in Bovenkarspel is geweest. Kort daarop komen haar
verhalen via-via terecht bij secretaris O. van Tricht van de
subcommissie van weldadigheid te Enkhuizen en hij schrijft op 6
juli 1821 aan de permanente commissie van de Maatschappij
van Weldadigheid, Drents Archief, toegang 0186, invnr 58:
'Roelof Zwaan, die van het naburige Bovenkarspel in den voorleden jaar naar Willemsoord of zo is verzonden en aldaar zeer onlangs is overleden, schijnt volgens ingekomen berigten, het bezoek van den geneesheer, ja alle geneeskundige hulp gedurende zijne ziekte geheel ontbeerd te hebben.
Dit baart groote klagten en werkt der tegenstreving der dorpen meer en meer op de hant. Daarom wenscht de schrijver dezes om in de gelegenheid te worden gesteld, om dit berigt als valsch te kunnen logenstraffen.
Met de passage over de dorpen doelt hij erop dat de Maatschappij rond deze tijd veel leden in kleinere plaatsen verliest. De dorpscommissies vinden dat de grotere steden alle plekken in de kolonie voor zich opeisen. De permanente commissie stuurt de brief door naar directeur Wouter Visser op de kolonie, die informeert bij de directie van Willemsoord en dan legt hij 14 juli 1821 uit hoe het zat, zelfde invnr als hiervoor:
Eindelijk heb ik de eer der Permanente Kommissie ter voldoening aan haar bij missive do 7 julij no.137/7 geuitte verlangen, te berigten, dat den Heer adjunkt Direkteur Drijber mij heeft verklaart, zelfs van de ziekte van den overleden Roelof Zwaan niet anders te hebben geweten, als van een kleine ongesteldheid en dat het derh. wel mogelijk was, dat in de klagten eene waarheid gezegd, maar ook wel eene andere verzwegen zoude zijn geweest; terwijl Zijn Ed. den adj. Direkteur tot meerder staving van zijn gevoel in deezen erbijvoegt, dat het zeker schijnt dat gen. Roelof Zwaan aan eene ziekte heeft gelaboreerd, welke hij tragte voor anderen te verbergen.
De echtgenote van Roelof, die Jantje of Jannetje Houtkoper heet, strooit haar verhalen niet alleen thuis in Bovenkarspel rond. Ze doet dat ook op het beurtschip dat haar over de Zuiderzee terugbrengt naar de kolonie en dat heeft gevolgen. Op 4 augustus 1821 schrijft Johannes van den Bosch vanuit Frederiksoord aan de permanente commissie over drie nieuwe kolonisten die een dag na aankomst al weer rechtsomkeert hebben gemaakt, zelfde invnr als hiervoor:
WelEdele Heeren!
De West van Utrecht, van Dielen en Vulling van Amsterdam, woensdag avond te elf uuren in de kolonie aangekomen, hebben reeds donderdag morgen om 6 uuren in den morgen hun ontslag gevraagd.
Alle pogingen om hun tot andere gedagten te brengen zijn machteloos geweest.
De aanleidende oorzaak tot dat spoedig besluit schijnt geweest te zijn de ontmoeting van vrouw Swaan op het schip waar mede zij zijn overgekomen, die hun een ongunstig denkbeeld van de kolonie heeft ingeboezemd.
Twee van die drie nieuwe kolonisten, die op weg waren om tot de eerste bewoners van het dan net opgerichte Wilhelminaoord te behoren, kwamen dus uit Amsterdam. En als de permanente commissie op 8 augustus 1821 de subcommissie Amsterdam een verklaring wil geven voor hun terugkeer, gebruikt ze dit verhaal van Johannes, zelfde toegang invnr 352:
'(...) schijnen zij gehoor te hebben gegeven, aan de lasterlijke taal omtrent den toestand in de kol:, van zekere kolonisten, hunner reisgenoten in den beurtman, alvorens dien zelve te hebben onderzocht.
Amsterdam gelooft daar weinig van want er wordt in hun eigen stad al zo veel kwaad over de kolonie gesproken, schrijft zij in haar reactie van 11 augustus 1821, invnr 58:
'(...). willen wij gaarne, wat de eerste reden aangaat, de stellige verzekering van UWEds. aannemen, dat er door zekere kolonisten, hunne reisgenoten in den beurtman, eene lasterlijke taal omtrent der kolonie kan gevoerd zijn: maar, als de vele smaadredenen, die zich hier sommige, en wel van allerlei standen, over de koloniale inrichtingen dagelijksch veroorloven, de opgemelde huisgezinnen van hun voornemen en besluit, om naar de kolonien te vertrekken, niet hebben afgeschrikt, dan menen wij in bedenking te mogen geven, of de schein wel genoegzame grond heeft, dat zij daar aan, alvorens zelve te hebben onderzogt, zouden gehoor gegeven hebben (...)
Vrouw Zwaan zal wat moppers van de directie over haar 'lasterlijke taal' gehad hebben, maar ze mag met haar kinderen in Willemsoord blijven wonen. Zie de inschrijving in het bevolkingsregister Willemsoord, invnr 1407:
Uit deze en latere inschrijvingen neem ik de gezinsgegevens
over, met de kanttekening dat geboortedata in de
kolonieadministratie zelden correct zijn:
● Jannetje Houtkoper weduwe R. Zwaan is volgens die
kolonieadministratie geboren 6 november 1773. Ze is hervormd, net
als haar kinderen:
● Klaas Zwaan, geboren 28 februari 1802,
● Eltje Zwaan, (of Elsje of Eiltje) geboren 24 augustus
1805, maar volgens genealogieën op internet moet dat 1804 zijn,
● Jan Zwaan, geboren 7 november 1806,
● Grietje Zwaan, geboren 25 november 1812, en
● Simontje Zwaan, geboren 2 februari 1817.
Een oudere dochter, Debora, was niet meegekomen naar de kolonie
en was een paar maanden voor de dood van haar vader al in Wijdenes
getrouwd.
Het gezin woont in hoeve 75 van Willemsoord die vanaf 1 juni 1825
het hoevenumer 101 krijgt. Dat is de enige plek op de kolonie waar
ze als gezin zullen wonen. Tegenwoordig is dat de Löhnislaan 5,
kadastraal Steenwijkerwold B 228, met de coördinaten 52.827500 en
6.089260.
In augustus 1821 speelt Jannetje Houtkoper weduwe Zwaan een
rolletje in de affaire rond wijkmeester Koppe. In de eerste brief
op deze pagina
verklaart zij iets voor een medekoloniste nagewogen te hebben.
Het wordt overigens nog knap ingewikkeld met die weduwe Zwaan,
want..... na een jaar woont er nóg een weduwe Zwaan in
Willemsoord!! Op hoeve 62 had zich op 2 juni 1820, dus één maand
vóór Roelof Zwaan en gezin, zich gevestigd het gezin van Jan Zwaan
uit De Rijp. Die Jan Zwaan overlijdt juli 1822 en om verdere
verwarring te voorkomen zal ik dat gezin op een andere pagina zetten.
Het gevolg is echter dat er diverse vermeldingen in het archief
zijn van 'de weduwe Zwaan' waarbij ik niet weet wie er bedoeld
wordt. In het maandblad de Star van april 1824
wordt bijvoorbeeld gemeld dat 'de WED. ZWAAN' behoort tot de
mensen die de afgelopen maand ziek zijn geweest, maar is dat
Jannetje ??
En nog een: op de
tuchtzitting van 28 oktober 1826 moet de weduwe
Zwaan terechtstaan 'beschuldigd van eenige aardappelen tot
dagelijks gebruik gerooid te hebben op een stuk land, waar zij
niet rooijen mogt'. Maar welke weduwe Zwaan ??
En bij de
tuchtraad van 1 november 1828 maken ze het helemaal
dol. Dan gaat het over de weduwe van J. Zwaan die woont op hoeve
101 (waar echter de weduwe van R. Zwaan woont). Kortom, de
directie weet het soms ook niet meer.
Op 18 oktober 1824 vertrekt de oudste zoon Klaas Zwaan
met ontslag van de kolonie. Maar daar is een reden voor. Er is
iemand zwanger van hem en tweeënhalve maand later krijgt hij een
dochter wier geboorte wordt aangegeven bij de burgerlijke stand
van Steenwijkerwold.
Mogelijk woont hij dan inmiddels in het semi-illegale huttendorp
van zelf gebouwde plaggenhutten dat op het moment bekend staat als
'Huttenberg' en dat later Mariënkampen gaat heten. Houd die
dochter, Jantje Swaan, geboren op 7 januari 1825 als kind
van Klaas Swaan en ene Pieternella Bankers, welke ouders volgens
de aangifte niet met elkaar getrouwd zijn, in gedachten, want daar
krijgen we later nog mee te maken.
Op 19 juni 1825, invnr 74, schrijft de directeur der
koloniën aan de permanente commissie:
De kolonisten Maria, dogter van Jacobus Bouwman kol. 4, Hendrik, zoon van Willem Kuiters, Jan en Eeltje zoon en dogter van de wed. Roelof Zwaan, Gerardina dogter van Pieter van der Veen, alle uit kol. N3, en eindelijk Grietje dogter van Jan Brands kol. N6 ontslag verzogt hebbende neem ik de vrijheid tot het geeven daarvan de authorisatie te vragen.
Die toestemming komt er en op 28 juni 1825 vertrekt Eltje
Zwaan en op 2 juli 1825 vertrekt Jan Zwaan. Maar ze zullen
allebei weer terugkomen.
Eiltje is op het moment van vertrek al behoorlijk zwanger. Op 17
september 1825 bevalt ze van een dochter. De vader is de
kolonistenzoon Hendrik Kuiters die op 28 juni 1825 van de kolonie
was vertrokken, dus op dezelfde dag als Eltje.
Ik zal nog een keer een pagina maken over de familie Kuiters.
Vermoedelijk wonen Hendrik Kuiters, Eiltje Zwaan en later hun
dochtertje net als Klaas Zwaan ook in het huttendorp dat als
'Huttenberg' wordt aangeduid. Maar het lukt Hendrik niet om aan de
kost te komen.
Vanaf later in 1825 zijn stamboeken bewaard gebleven. Jannetje
Hourkoper weduwe Zwaan en de nog thuiswonende Grietje Zwaan en
Simontje Zwaan staan als bewoners van hoeve 101 in de stamboeken
Willemsoord met de invnrs 1358, 1359 en 1360.
Ga naar http://alledrenten.nl/scans,
klik op 'Maatschappij van Weldadigheid', bevestig die keus in het
vakje dat eronder verschijnt en je kunt de scans van die
stamboeken inzien.
Ze staan op scan 37 van invnr 1358, scan 24 van invnr 1359 en
scan 101 van invnr 1360.
Hendrik Kuiters heeft aangeklopt bij de subcommissie van
weldadigheid Dordrecht, waar hij oorspronkelijk vandaan komt, en
die hebben nog wel een hoeve voor hem. Op 13 september 1826
betrekt hij met Eiltje Zwaan en hun dochtertje hoeve nummer 85 van
de kolonie Wilhelminaoord. Dat is tegenwoordig de Jongkindt
Conincklaan 3, kadastraal Vledder A 272, met de coördinaten
52.890339 en 6.221060.
Ze staan op scan 31 van het stamboek met invnr 1352 en scan 21
van invnr 1353. Op 29 november 1828 verhuizen ze naar de
buurhoeve aan de overkant van de weg nummer 86, en dan staan ze op
scan 85 van invnr 1354 en daarna op scan 84 van invnr 1355. Om dit
even af te maken doe ik nu gelijk de...:
● Hendrik Kuiters is volgens de lang niet altijd betrouwbare kolonieadministratie geboren op 24 juli 1804. In genealogieën op internet is echter sprake van 24 juni. Hij is net als de rest van het gezin hervormd. Hij is getrouwd met
● Eiltje Zwaan, gegevens zie boven. De kolonieadministratie meldt de volgende kinderen:
● Geertje Kuiters, geboren 17 september 1825 te
Steenwijkerwold,
● Roelof Kuiters, geboren 4 juli 1828 te Wilhelminaoord,
● Jantie Kuiters, geboren 22 februari 1831 te
Wilhelminaoord,
● Willem Hendrik Kuiters, geboren 18 januari 1835 te
Wilhelminaoord, maar hij overlijdt al 7 maart 1835,
● Hendrik Kuiters, geboren 10 januari 1836 te
Wilhelminaoord, maar hij overlijdt al 23 januari 1836, en
● Wilhelmina Kuiters, geboren 3 januari 1837.
Op de zitting van de
kleine raad van 28 november 1829 verschijnt zoon Jan
Zwaan. Na vierenhalf jaar in de gewone maatschappij wil hij terug
in het moederlijk huis, 'en voor hem zelve en ten behoeve zijner
moeder, die dezen zoon noodig heeft'.
Het wordt goedgevonden en per 20 december 1829 woont hij
weer bij zijn moeder en zijn twee jongere zusjes. Niet zo heel
lang, hij trekt op 28 maart 1830 weer de wijde wereld in,
zonder eerst toestemming te vragen zodat hij in de boeken komt als
'gedeserteerd'. Daarna komt hij niet meer terug.
Drie maanden later, op 26 juni 1830, overlijdt Jannetje
Houtkoper weduwe van Roelof Zwaan, 56 jaar oud. De twee
thuiswonende dochters Grietje Zwaan (17 jaar) en Simontje Zwaan
(13 jaar) worden ondergebracht bij andere kolonisten.
Maar eerst willen de twee naar de familie in Noord-Holland. Op de zitting van de kleine
raad van 17 juli 1830 komen ze vragen of ze twee weken
naar Enkhuizen mogen en dat wordt goedgevonden. Bij wie Grietje en
Simontje in huis komen en hun verdere geschiedenis volgt verderop,
maar eerst even wie er drie jaar later ineens opduikt...
De in 1825 geboren dochter van zoon Klaas Zwaan, welke laatste
vermoedelijk inmiddels overleden is, komt in 1833 ook op de
kolonie. Dat loopt niet via een subcommissie of gemeente, maar via
de permanente commissie en haar plaatsing in de kolonie is ook op
kosten van die permanente commissie.
Op 12 januari 1833 wordt Jantje Zwaan, inmiddels zeven
jaar oud, ondergebracht in het huishouden van Adriana Boekhoudt
weduwe van de kolonist Izak van der Walle, over dat gezin komt nog
deze pagina. Daar zal ze vier
jaar blijven wonen. Wordt vervolgd, eerst terug naar 1830, naar
Grietje en Simontje.
Grietje Zwaan komt na de dood van haar moeder op hoeve 115 van
Willemsoord bij de kolonist Leendert Verhagen, scan 115 van invnr
1360, maar dat duurt slechts drie maanden en per 18 september
1830 gaat ze naar hoeve 108 bij de huisverzorgster Geertje
Starrenburg.
Daar blijft ze lang. Ze verhuist op 26 april 1834 met Geertje
Starrenburg en de anderen mee naar hoeve 80, en pas als in
augustus van dat jaar het huishouden van de inmiddels bejaarde
Starrenburg wordt opgeheven, gaat ze per 16 augustus 1834
naar het huishouden van Elsje Minkman weduwe van kolonist Scholten
in de kolonie Frederiksoord.
Ze woont op hoeve 3 van Frederiksoord, zie de locatie, en ze staat op scan 5 van het stamboek met invnr 1348 en op scan 4 van invnr 1349, en ze krijgt hier verkering. Al vanaf 1818 woont te Frederiksoord de familie Hogenberk. Grietje trouwt op 4 juli 1835 te Vledder met Pieter Hogenberk, bij welke gelegenheid een totaal andere geboortedatum van Grietje (namelijk 18 oktober 1810) vermeld wordt.
De verdere geschiedenis van dit echtpaar staat op deze pagina,
maar hier even in het kort dat ze eerst als kolonisten in
Frederiksoord wonen, daarna in Groot Wateren en dat ze in 1838
worden bevorderd tot hoevenaars bij de Ommerschans, waarbij ze ook
Jantje Zwaan, de dochter van Klaas Zwaan, in huis nemen. Heel snel
na die verhuizing overlijdt Grietje Zwaan, maar Jantje Zwaan
blijft nog heel lang bij het gezin wonen.
Simontje Zwaan, die in de kolonistendatabase abusievelijk als
Simon staat, komt na de dood van haar moeder op hoeve 20 bij de
huisverzorgster Baukje Pieters Halma, maar dat duurt slechts heel
kort en op 10 juli 1830 gaat ze naar hoeve 16 van
Willemsoord, bij de kolonist Jacobus de Nekker.
Blijkens de zitting
van de kleine raad van 20 augustus 1831 gaat ze samen met
haar 'schoonbroeder Kuiters' (= de echtgenoot van zus Eiltje) met
verlof naar Bovenkarspel. Kort daarop, op 22 oktober 1831,
verlaat ze huize De Nekker en gaat ze wonen bij haar zus Eiltje en
diens gezin op hoeve 86 van de kolonie Wilhelminaoord (zie boven
voor de locatie).
Op de zitting van de
kleine raad van 3 mei 1834 vraagt en krijgt ze veertien
dagen verlof naar wat de notulist noemt Hogenkarspel.
NB: Dergelijk verlofaanvragen van haar of anderen kunnen
vaker voorgekomen zijn, maar ik heb van lang niet alle kleine
raadzittingen transcripties.
Tenslotte meldt scan 84 van het stamboek met invnr 1355 dat
Simontje Zwaan op 19 juni 1835 het huis van haar zus en de
koloniën verlaat om 'te gaan dienen'.
Blijkbaar bevalt het Hendrik Kuiters en zijn gezin niet op de
kolonie, want ze vragen ontslag. Dat wordt verleend en op 8
juli 1837 verlaten ze de kolonie.
Van het oorspronkelijke gezin is dan alleen nog op de kolonie de
met Pieter Hogenbirk getrouwde Grietje Zwaan, maar zij overlijdt
in 1838.
Er blijven nog wel banden met het koloniale gebeuren, want
Simontje Zwaan trouwt in 1840 met de kolonistenzoon Klaas Tijmes -
zie hier over zijn
familie - en de dochter van Klaas, Jantie Zwaan, blijft nog op de
kolonie - zie
hier - tot ze uiteindelijk op 1 november 1847
vertrekt. Maar dan zijn ze wel allemaal weg.