Tijdens dit bedrijf wordt het publiek een mix van persoonlijke en huur-gerelateerde situaties voorgeschoteld. Van huwelijksproblemen tot onderhoudsklachten, van een relatiebeheerder bij de corporatie wiens functioneren belemmerd wordt door een Groot Verdriet tot een huurster die haar ongelukkig liefdesleven afreageert op een drumstel, van een gemeente-ambtenaar die liever OVER dan met de mensen beslist omdat er bij een tragedie in haar verleden ook OVER haar beslist is tot een huurder die zijn vrouw als sloof behandelt. Hoe serieus dit ook klinkt, door de manier waarop het is uitgewerkt voert humor de boventoon. De schrijvers hebben gestreefd naar een tamelijk hoge grapfrequentie. Zoals bij soap gebruikelijk eindigt het eerste bedrijf op een veelvoud aan cliffhangers. Daarna is de pauze en vlak daarvoor wordt terloops, verwerkt in de tekst, duidelijk gemaakt dat het tweede bedrijf ongeveer twintig minuten zal duren zodat de mensen weten waar ze aan toe zijn. Tweede bedrijf. Na de pauze is het decor veranderd. Twee van de acteurs bevinden zich in de zaal tussen het publiek, de andere vier (de corporatiemedewerker, de gemeenteambtenaar en twee vertegenwoordigers van de huurders) zitten achter een tafel op het toneel met het gezicht naar de zaal. Er wordt nu een buurtvergadering nagespeeld waarbij alle tijdens het eerste bedrijf geëtaleerde problemen en conflicten aan bod komen. Er is mogelijkheid tot interactiviteit: het publiek, dat dus als 'de buurt' beschouwd en aangesproken wordt, kan reageren op de gebeurtenissen. De minimum-optie is dat de zaal haar mening geeft over ter tafel komende voorstellen door met zitten en opstaan te stemmen. Er wordt ook ruimte gelaten om individueel te reageren op de acteurs achter de tafel of de acteurs in de zaal, waarna een acteur die ervaring heeft met improvisatie het stuk weer op de rails zet. Aan het eind worden alle problemen en conflicten opgelost, soms op zeer verrassende wijze. |