Auteurs en hun gektes
symbool1
In ons hart wisten we allang dat er het een en ander schort aan onze beroepsgroep. Wat is er fijner dan dat nu ook wetenschappelijk aangetoond te zien?
In het zeer gezaghebbende "British Journal of Psychiatry" onderzocht dr. Felix Post, FRCPSych, Emeritus Physician, het verband tussen enerzijds "Verbal Creativity" (schrijven dus)symbool2 en anderzijds "Depression and Alcoholism". Oei-oei-oei-oei.

 

Meneer Post, normaliter werkzaam in The Bethiem Royal & the Maudley Hospital in Londen, legde biografiën van honderd Amerikaanse en Engelse schrijvers naast elkaar. Hij sloot auteurs die vóór 1840 gestorven waren van het onderzoek uit als zijnde te gedateerd en beperkte de groep verder tot reeds overleden schrijvers. Die laatste keus is natuurlijk terecht, want bij nog levende schrijvers weet je nooit of ze niet alsnog een keertje da-da worden. In de aldus tot stand gekomen onderzoeksgroep vinden we beroemdheden als Priestley, Dickens, Faulkner, Tennyson, Kipling, Ezra Pound, Huxley, Melville, enzovoort. Vrouwen zitten er niet bij: de dappere onderzoeker had te kampen met een gebrek aan betrouwbare biografiën van vrouwelijke auteurs. Maar hij voegt daar meteen aan toe dat een andere onderzoeker, ene Ludwig, in 1994 rapporteerde dat 75 % van de bezoeksters van een schrijfstersconferentie kon verhalen van ernstige affectiviteits-stoornissen. Dat ligt ver boven het algemeen gemiddelde en datzelfde kon gezegd van het misbruik van drank en andere stoffen. Kortom, hij wekt de indruk dat de onderzoeksresultaten niet wezenlijk zouden verschillen als beide sexen erbij betrokken waren.

PENALTY'S
De biografiën werden zorgvuldig gelezen en vervolgens werden er strafpunten ('penalty points') uitgedeeld voor elke geestes-ongesteldheid die werd aangetroffen. Een lichte persoonlijkheidsstoring of een milde vorm van alcohol-afhankelijkheid kreeg bijvoorbeeld één punt, echte verslaving of een geestesziekte die het functioneren omnogelijk maakte kreeg twee punten. Zo kwamen onze vakgenoten terecht op een schaal van nul (niks aan de hand) tot zes (en dan was het echt erg).
Het is leuk om te kijken waar schrijvers terechtkomen (George Orwell scoort een rustige '1', Oscar Wilde belandt in kolom 3, Hemmingway en Joyce delen het leed van de classificatie 5), maar belangrijker natuurlijk is het algemene beeld...

Zorgelijk, zeer zorgelijk, zeer zeer zorgelijk. Schrijvers scoren dramatisch op de psychopathologie-index: bij 93 van de honderd werd een of ander psychisch mankement aangetroffen. Bij liefst 82 % was in meer of mindere mate sprake van affectiviteitsstoomis, 48 % doorleefde perioden van zware depressies, het zelfmoordpercentage lag tien keer hoger dan bij de 'normale' bevolking en relatief zelden werd een hoge leeftijd bereikt. Slechts éénderde kon terugzien op een bevredigend sexueel en huwelijksleven, bij de rest stonden promiscuïteit en diverse psychosexuele afwijkingen dat in de weg.
We wisten al dat lokaalhouders bij wie een schrijversbijeenkomst aanstaande is in allerijl de voorraden aanvullen en dat blijkt terecht. Tweëentwintig procent van de onderzoeksgroep was ronduit verslaafd. Pal daaronder kampte zevenentwintig procent met min of meer regehnatig 'misbruik van alcohol of andere stoffen'.

VERGELIJKEN
Cijfers zeggen pas iets als we gaan vergelijken. Post doet dat - en dat is zeer complimenteus - met de categorie "andere geniën". Om te kunnen vergelijken moesten de gegevens anders gerangschikt, zodat de cijfers verschillen van het voorgaande, maar ook dan vallen schrijvers overtuigend in de prijzen: waar twintig procent van de wetenschappers lijdt aan depressies of manisch-depressieve gemoedswisselingen, hebben 65 van de honderd schrijvers daar last van. Politici (28 %), "visual artists" (29 %), componisten (38 %) en intellectuelen (40 %) zitten daar ver onder.
Hetzelfde geldt voor affectiviteitsstoringen die zo ernstig zijn dat je van ziekte kunt spreken: tegen 29% van de wetenschappers, 30 % van de politici, 31 % van de visual artists en de componisten en 26 % van de intellectuelen, scoren de schrijvers hier 59 procent.

SOORTEN SCHRIJVERS
Alsof daarmee nog niet genoeg ellende over ons uitgestort is, had dr. Post zich ook nog in zijn hoofd gezet te onderzoeken of de ene vorm van schrijven met méér geestelijk ongemak gepaard ging dan de andere. Daartoe onderscheidde hij drie groepen: dichters, romanschrijvers en schrijvers van 'plays' (de laatsten zullen - gezien de tijd waarin ze leefden - vooral met toneel te maken gehad hebben, maar noem ik voor het gemak dramaschrijvers). Vermoedelijk wilde hij de gevleugelde woorden van Lord Byron "All poets are mad" toetsen.
Welnu, die uitspraak wordt gelogenstraft: 'slechts' 42 procent van de dichters kon psychisch ziek genoemd.
Het is met dichters vaker alles of niets. Ze waren nadrukkelijk suïcidaler dan hun beroepsgenoten, niet meer dan 71% haalde de vijftig jaar (tegen bijvoorbeeld 83% van de dramaschrijvers), manisch-depressieve aandoeningen kwamen drie keer vaker voor dan bij anderen, maar over het geheel genomen vond Post meer gezonde exemplaren in hun gelederen.
De eerder genoemde 82% gestoord gevoelsleven valt te verdelen in 80% voor de dichters, 80,5 voor de romanciers en 87 en een half voor de dramaschrijvers. Waar 31% van de dichters aan de drank was, kwamen dramaschrijvers tot over de helft (54%). Gemiddeld haalden dichters vaker de gezegende leeftijd van 74 jaar (43%) dan hun collegae (23%).
Romanciers en dramaschrijvers ontliepen elkaar niet veel, maar als er dan toch een eerste prijs moet worden uitgedeeld, gaat die naar de dramaschrijvers. Die komen nooit onder de twee penalty's. Naast hun al genoemde drankzucht, valt vooral op hoe moeilijk zij het met hun gezinsleven hebben: maar liefst 71% van de dramaschrijvers kende een problematisch of verbroken huwelijk, wat deels te maken zal hebben met het opzienbarend hoge percentage promiscuïteit (42%).

POSITIEF
Voordat we van al dat cijfennateriaal depressief worden (sorry, grapje), moeten we de iets positievere cijfers eruit lichten. Vroegtijdig dementeren kwam niet voor en ook Alzheimer verscheen of niet of pas op zéér hoge leeftijd. Post verklaart dat uit hoge intelligentie en blijvende geestelijke werkzaamheid.
De 12% met angstpsychosen en de 24% met lichamelijke klachten die psychische oorzaken hadden, schijnen niet boven het 'normale' gemiddelde te liggen. En hoewel gemiddeld 20% dwangmatige trekjes had, werden geen echte dwangneuroses aangetroffen.
Asociaal gedrag vind je bij schrijvers minder dan noemaal en beperkt zich dan ook nog tot financieel onverantwoordelijk gedrag of roekeloosheid met af en toe een beetje liegen of kruimeldiefstalletjes. Een hele fijne tenslotte (we steken nog eens op) is dat onder de doodsoorzaken geen longkanker voorkwam, terwijl toch 49 van de honderd schrijvers door hun biografen als zware rokers werden omschreven.

Maar dan hebben we alle lichtpuntjes ook wel gehad. Blijft staan dat we ongunstig afsteken niet alleen bij de doorsnee-bevolking, maar ook bij creatieve geesten in andere disciplines en andere kunsten en dan is de vraag natuurlijk Hoezo? Waarom?

VERKLARINGEN
Psychische stoornissen, begrijp ik uit het verhaal, ontstaan als gevolg van hyperactiviteit van de zenuwen. Bij iedereen komt hyperactiviteit voor, maar normaliter ebt dat ook weer weg. Gebeurt dat laatste niet, dan leidt de volgehouden hyperactiviteit tot verandering in de hoeveelheid en verdeling van neuro-transmitters (chemische stoffen die de prikkeloverdracht in ons zenuwstelsel verzorgen) en dan heb je de poppen aan het dansen.
Langdurige hyperactiviteit kan verschillende oorzaken hebben. Echt beleefde trauma's, tobberige hersenspinsels of... grote creatieve inspanning. Op dit punt moeten we tot onze schrik constateren dat al een heel bataljon wetenschappers zich heeft geworpen op het verband tussen creativiteit en alles wat zich aan depressies in de bovenste hersenschors voordoet.
De al eventjes eerder genoemde Ludwig bijvoorbeeld vond bij creatieve geesten een 'psychological unease', zeg maar 'ongemak'. Omschreven als een gebrek aan emotionele berusting, een neiging tot rusteloosheid, ontevredenheid en ongeduld, waardoor je van project naar project raast.
Post verklaart dat ongemak uit een levendige verbeelding. "De innerlijke strijd om nieuwe gezichtspunten te vinden en nieuwe onderwerpen, zoeken naar niet-traditionele wijzen van denken en voelen, vinden van nieuwe manieren om te communiceren," het leidt allemaal tot hoogspanning in het zenuwstelsel en daardoor op de langere duur tot depressies en/of behoefte aan alcohol.

Tot zover zou er geen verschil moeten zijn met 'andere geniën', maar onze hogere scores vragen om een verklaring. Volgens Post is dat de grotere emotionele betrokkenheid die schrijfwerk vergt. Het bedenken van "human lives, characters, relationships, triumphs and disasters" eist meer emotie dan een wetenschapper in zijn werk stopt. Componisten zouden eerder dan wij tot rust komen dankzij het ritme in hun werk. Waarom visual artist minder hoog op de gekte-indexen scoren, verklaart hij niet. Misschien, als ik ook even mag proberen, zijn woorden toch een gebrekkiger uitdrukkingsvorm van emoties dan beeld?
Voor de rest lijkt het duidelijk: dan had je maar niet moeten gaan schrijven! Je krijgt er van alles van.

Maar als dr. Post zijn hypothese uiteindelijk nog eens samenvat, zet hij de deur voor de kip-of-ei vraag weer wijdopen. Want dan heet het dat depressies en alcoholmisbruik niet alleen veroorzaakt worden door een hoog niveau van emotionele verbeelding en de daaruit voortvloeiende hyperactiviteit van de zenuwen, maar ook door het bij schrijvers vaak voorkomen van depressieve karaktertrekjes.
Zodat de kip-of-ei op tafel ligt. Is er een bepaald type mens dat schrijver wordt of word je van schrijven een bepaald type mens???
De vraag blijft onbeantwoord. Misschien moeten we het er, onder het genot van een borrel, nog eens over hebben.

Wil Schackmann
 

Verschenen in het VvL-bulletin 1997. Met dank aan: Rob Schouten via wiens column in het dagblad Trouw ik van het bestaan van dr. Posts artikel op de hoogte raakte, André Huitenga die het voor mij opsnorde en dr. Arie Lameris die enkele buitennissige medische termen voor mij vertaalde.