 |
Het was
halverwege een woensdagmiddag toen in enen de oude opa
Appinga bij ons in de straat dood neerviel.
Zo, denk je dan, even opruimen en
daarmee basta. Maar zó gemakkelijk is het allemaal
niet. De officiële instanties willen eerst geld zien.
'Je zou jezelf toch bijna een ongeluk begaan aan die
gasten', mompelt ome Sjoerd terwijl de straatbewoners
op een grimmige muur van 'eigen bijdragen'stuiten.
'les niet koet', vindt ook Achmed. De huisbaas ruikt
uiteraard meteen handel en de oude mevrouw Stuit (zo
seniel als een looien deur) blijft opa Appinga maar
Hendrik-Jan noemen. En zo heet-ie niet. Daarbij is
Willum door zijn pils heen en doet Berend niets anders
dan naar Kitty kijken.
Gelukkig hebben we Jaap Gijssers in
ons midden en die heeft jarenlang een sigarenzaakje
gedreven, dus die weet voor elke crisissituatie de
correcte gedragslijn.
Nou ja, correct.
..
|
De
dood van Opa Appinga, ISBN 90-225-0787-4,
uitgeverij De Boekerij, uitgekomen eind 1987, 123
pagina's, omslagtekening Jan Wesseling
Terug
naar bovenaan de pagina
|
|
 |
'Deze tram gaat door
naar de remise. U wordt verzocht hier uit te stappen en
de volgende wagen te nemen,' sprak de bestuurder in de
microfoon.
Jaap Gijssers draaide zich half in
zijn bank om en keek mij aan. Ik draaide mijn hoofd
schuin naar achteren en keek ome Sjoerd aan. Ome
Sjoerd keek de naast hem zittende tante Bets aan.
Tante Bets keek over het gangpad heen naar Kitty. De
beheerder van de fietsenstalling had zich in zijn bank
omgedraaid zodat Kitty hém aan kon kijken. Vervolgens
keek Jaap Gijssers tante Bets aan, de beheerder van de
fietsenstalling keek mij aan en ome Sjoerd keek Kitty
aan. Daarna wendden we ons allemaal naar voren en
zeiden: 'Nee'.
Net als een jaar geleden, toen een
van hun bejaarde straatgenoten het leven liet (De dood
van opa Appinga), krijgen de meerjarige, échte sociale
minima uit de Brederodestraat het aan de stok met Het
Gezag. Als je maar geld hebt voor één uitstapje per
maand en dat loopt dan zó af... Dan word je wat
humeurig. Dan raak je een beetje in de contramine. Dan
wil je ook wel eens een keer je zin hebben. Ja toch?
|
Genoeg Gesold, ISBN
90-225-0866-8, uitgeverij De Boekerij, uitgekomen eind
1988, 121 pagina's, omslagtekening Jan Wesseling
Terug
naar bovenaan de pagina
|
|
 |
Jaap Gijssers had een
vlekje op zijn long. Het moest wel even onderzocht
worden en dat kon alleen als Gijssers voor een paar
dagen zijn intrek nam in het ziekenhuis.
'Voormalig sigarenboer ranselt
woekeraars uit voorhal' of 'Dubbele herrijzenis op
tweede dag'. Zo zouden de krantekoppen geluid hebben
als ze erover geschreven hadden. Maar ja, ze schrijven
natuurlijk nooit over gewone mensen... Schackmann wel,
maar die was er dan ook zelf bij. Net als eerder, toen
een van onze bejaarde straatgenoten het leven liet (De
dood van Opa Appinga) of toen we moeite hadden met
tram 17 thuis te komen (Genoeg gesold).
Deze keer had de schrijver een heel
dringende reden om erbij te zijn, want zijn Jacky
stond 'op springen'. Zodat toch op schrift is gesteld
wat er allemaal gebeurde na de constatering dat Jaap
Gijssers een vlekje op zijn long had.
|
De BV
Zusters Diaconessen, ISBN
90-225-1028-X, uitgeverij De Boekerij, uitgekomen
medio 1990, 125 pagina's, omslagtekening Jan Wesseling
Terug
naar bovenaan de pagina
|
|
   
|
|
|