TRANSCRIPTIE van een gedeelte van een brief van Etta vanuit Den Haag aan de Franse minister van Buitenlandse Zaken Deforgues dd 2 september 1793

Deze brief is overgenomen uit het boek Nederland en de revolutie 1789-1795, door Herman Colenbrander. Zie voor meer informatie over dat boek en voor een overzicht van alle er uit overgenomen stukken deze pagina.

Het onderstaande komt van pagina 303 van het boek en er wordt bij vermeld dat de oorspronkelijke vindplaats van de brief Archives Etrangères Hollande 585 is. Zie ook het overzicht van Franse archieven.

Colenbrander laat stukken uit brieven weg, wat wordt aangegeven door puntjes, maar de ervaring met andere brieven heeft geleerd dat soms stukken weggelaten worden ZONDER puntjes te zetten. Dat kan in dit geval alleen in de Archives Etrangères gecheckt worden.

Diezelfde ervaring leert dat RGP1 taalslordigheidjes in de brieven heeft gecorrigeerd. Bijvoorbeeld bij het voorzetsel à (aan, met, voor, enz) laat Etta het accent grave vaak weg, in RGP staat het er altijd. Maar dit is inhoudelijk niet van belang.

Hier is de tekst overgenomen zoals die in het boek staat, waarbij ik voor de overzichtelijkheid regeleindes en interlinies heb ingelast.


Tekst


... (het eerste gedeelte van de brief heeft Colenbrander weggelaten.

J'ai raison de croire que Frédéric Guillaume n'est qu' entrainé dans la coalition. J'ai connu des preuves qu'en 1787 il désirait l'alliance de la France, et je puis vous assurer qu'il méprise les frères du ci-devant Roi.

... (hier heeft Colenbrander een gedeelte weggelaten)

Si on pouvait lui faire quitter la partie coalisée, la Hollande cesserait, et la République française ferait la loi au reste.
Le ministre de Prusse ici est un honnête homme qui sait que le grand Frédéric est mort avec la persuasion que la France était l'alliée naturelle de la Prusse, comme les Cours Impériales en sont les ennemies naturelles. II déplore, je le sais, le sang qui coule; il ne pourrait donc qu'être zèlé a être l'ouvrier de la paix.

On vient de m'assurer que la Gueldre et la Frise ne sont pas avides de conquêtes et qu'elles ne veulent plus continuer la guerre offensive.

... (de rest van de brief heeft Colenbrander weggelaten)



Je bent hier: OpeningBronnenRGP1 → pagina 303