TRANSCRIPTIE van een gedeelte van een brief van Etta vanuit Amsterdam aan de (voormalige) Franse minister Lebrun dd 4 juni 1793

Deze brief is overgenomen uit het boek Nederland en de revolutie 1789-1795, door Herman Colenbrander. Zie voor meer informatie over dat boek en voor een overzicht van alle er uit overgenomen stukken deze pagina.

Het onderstaande komt van pagina 301 van het boek en er wordt bij vermeld dat de oorspronkelijke vindplaats van de brief Archives Etrangères Hollande 585 is. Zie ook het overzicht van Franse archieven.

Colenbrander laat stukken uit brieven weg, wat wordt aangegeven door puntjes, maar de ervaring met andere brieven heeft geleerd dat soms stukken weggelaten worden ZONDER puntjes te zetten. Dat kan in dit geval alleen in de Archives Etrangères gecheckt worden.

Diezelfde ervaring leert dat RGP1 taalslordigheidjes in de brieven heeft gecorrigeerd. Bijvoorbeeld bij het voorzetsel à (aan, met, voor, enz) laat Etta het accent grave vaak weg, in RGP staat het er altijd. Maar dit is inhoudelijk niet van belang.

Hier is de tekst overgenomen zoals die in het boek staat, waarbij ik voor de overzichtelijkheid regeleindes en interlinies heb ingelast.

Deze brief zal Lebrun niet meer bereiken, want hij wordt deze zelfde 4 juni 1793 gearresteerd.


Tekst

Amsterdam

Voila plus d'un mois que nous n'avons plus de malles de Franee a la
Haye.

... (hier heeft Colenbrander een stuk weggelaten)

Je ne vis pas, je cours de la Haye à Amsterdam, et d'Amsterdam à la Haye, pour savoir le vrai; au moins dans la capitale on trouve quelques gens raisonnables qui désirent le bonheur et la liberté des Français; un négociant de mes amis m'a promis de me faire passer celle-ci sous enveloppe par Liége.

... (hier heeft Colenbrander een stuk weggelaten)

De grace, citoyen ministre, donnez vos ordres pour que je sois payée,
car en vérité je suis dans le plus cruel embarras.



Je bent hier: OpeningBronnenRGP1 → pagina 301