TRANSCRIPTIE van een gedeelte van een brief van Etta vanuit Den Haag aan de Franse minister Lebrun dd 21 mei 1793

Deze brief is overgenomen uit het boek Nederland en de revolutie 1789-1795, door Herman Colenbrander. Zie voor meer informatie over dat boek en voor een overzicht van alle er uit overgenomen stukken deze pagina.

Het onderstaande komt van pagina 300 van het boek en er wordt bij vermeld dat de oorspronkelijke vindplaats van de brief Archives Etrangères Hollande 585 is. Zie ook het overzicht van Franse archieven.

Colenbrander laat stukken uit brieven weg, wat wordt aangegeven door puntjes, maar de ervaring met andere brieven heeft geleerd dat soms stukken weggelaten worden ZONDER puntjes te zetten. Dat kan in dit geval alleen in de Archives Etrangères gecheckt worden.

Diezelfde ervaring leert dat RGP1 taalslordigheidjes in de brieven heeft gecorrigeerd. Bijvoorbeeld bij het voorzetsel à (aan, met, voor, enz) laat Etta het accent grave vaak weg, in RGP staat het er altijd. Maar dit is inhoudelijk niet van belang.

Hier is de tekst overgenomen zoals die in het boek staat, waarbij ik voor de overzichtelijkheid regeleindes en interlinies heb ingelast.

Colenbrander heeft een aantal verklarende noten bij deze brief geplaatst:

1) Bij het verhaal van Anacharsis Cloots citeert hij Avenel, zie hier, deel 2 pagina 141. Cloots houdt in de Convention op 26 april 1793 een verhaal over 'les bases constitutionnelles de la Républiqite universelle'. Met daarin:

Les réformateurs indiens, chinois, égyptiens, hébreux et chrétiens se sont étrangement abusés en préchant les prétendus Droits de Dieu. Ils ont dit que nous étions égaux devant Dien et que la fraternité universelle découlait de la paternité céleste.
Cette erreur grave engendre le plus affreux despotisme sacerdotal et royal
(...)
Je défie que vous connaissiez bien la nature de la sans-culotterie si vous admettez une nature divine.

Volgens Colenbrander was Cloots met name tekeer gegaan tegen Claude Fauchet, de oprichter van de Cercle Social.

2) Bij de opmerking dat Anarchasis Cloots 'un rénégat hollandais' is, wordt verwezen naar de noot op pagina 198, waar staat dat Cloots 'wel van Hollandse afkomst, maar Pruisisch onderdaan geboren' was.
De noot op pagina 300 gaat verder: 'Dezelfde beschuldiging werd ook te Parijs tegen hem ingebracht, naar Avenel zegt door een Hollander de Heere (Avenel II, III). - Daar iemand van dien naam onder de uitgewekenen onbekend is, zal vermoedelijk de Friesche patriot A. J. C. de Bere bedoeld zijn, die zijn naam ook wel de Beere schreef.'

3) Bij de religieuze feesten: 'Pinksteren viel op 19 en 20 Mei 1793.'

4} Bij de afgevaardigde in de Staten-Generaal: 'Twee heeren van dezen naam verschenen in dezen tijd in de vergadering der Staten-Generaal: van Alberda van Rensuma en van Alberda van Byma.'

6) Bij het 'décret de ne plus se mêler avec les autres nations': 'Den 16den April had Danton de Conventie doen besluiten, dat men zich evenmin met de regeering van andere staten bemoeien, als hun bemoeiing met de regeering van Frankrijk dulden zou. - Zie over Danton's staatkunde van dezen tijd Sorel III, 386.'


Tekst


... Het eerste gedeelte van de brief is door Colenbrander weggelaten.

Tout ce que le Moniteur a rapporté de l'insensé discours de Cloots, tantôt Anacharsis, tantôt baron prussien, ambassadeur du genre humain, philosophe ami de la liberté et qui n'est rien de tout cela mais un rénégat hollandais, et l'antéchrist de la philosophie et de la liberté;

— ce discours donc a été traduit dans la gazette de Rotterdam; voila de l'etoffe nouvelle pour nos ministres d'évangile de rendre la nation française odieuse au peuple de tous les pays, mais surtout de la Hollande où le peuple est religieux jusq'u a la superstition; aussi ces fêtes nos églises ont retenti de l'athéisme des Français: et je suis obligée d'aller souvent a l'église pour que l'on ne me marqué pas au noir.

Un des députés aux Etats-Généraux de ma province, Alberda me dit: „Je vous vois quelque fois a l'église; cela me prouve qu'au moins vous n'approuvez pas les Français jusque dans leur irréligion et athéisme."

— „Ce n'est pas un Français mais un Hollandais qui affiche ce barardage", lui dis-je.

Soyez persuadé, citoyen ministre, que sans ces gens-là, et si tous les gens sages de la Convention étaient d'accord, la paix se ferait bientót en Europe.

Quoique le gouvernement de ces provinces a été cruellement affecté de l'injuste attaque que vous leur avez faite, croyez-moi, il n'est point hérissé de haine et je crois qu'il se prêterait à engager ses alliés; ils détestent la guerre et le sang, et le décret de ne plus se mêler avec les autres nations fait grand bien.

Je sais à n'en pas douter que Maulde était grand ami d'Egalité ou Orléans père, qu'il avait son couvert chez lui chaque fois qu'il allait a Paris; lorsqui'il partit cet hiver pour joindre Dumouriez il assurait ici à tout le monde qu'il serait sous peu ministre des affaires étrangères, comme je vous ai mandé alors; il se fondait sur le parti du général joint a celui d'Orléans.

... (hier heeft Colenbrander een gedeelte weggelaten)

J'espère que vous aurez égard à ma sollicitation en me faisant passer les cinq mois qui me sont dûs.



Je bent hier: OpeningBronnenRGP1 → pagina 300