TRANSCRIPTIE van een gedeelte van een brief van Etta vanuit Den Haag aan de Franse minister Lebrun dd 25 december 1792

Deze brief is overgenomen uit het boek Nederland en de revolutie 1789-1795, door Herman Colenbrander. Zie voor meer informatie over dat boek en voor een overzicht van alle er uit overgenomen stukken deze pagina.

Het onderstaande komt van pagina 201 van het boek en er wordt bij vermeld dat de oorspronkelijke vindplaats van de brief Archives Etrangères Hollande 585 is. Zie ook het overzicht van Franse archieven.

Colenbrander laat stukken uit brieven weg, wat wordt aangegeven door puntjes, maar de ervaring met andere brieven heeft geleerd dat soms stukken weggelaten worden ZONDER puntjes te zetten. Dat kan in dit geval alleen in de Archives Etrangères gecheckt worden.

Diezelfde ervaring leert dat RGP1 taalslordigheidjes in de brieven heeft gecorrigeerd. Bijvoorbeeld bij het voorzetsel à (aan, met, voor, enz) laat Etta het accent grave vaak weg, in RGP staat het er altijd. Maar dit is inhoudelijk niet van belang.

Hier is de tekst overgenomen zoals die in het boek staat, waarbij ik voor de overzichtelijkheid regeleindes en interlinies heb ingelast.


Tekst


... (Het begin van de brief heeft Colenbrander weggelaten)

Ici on désire toujours la paix, quoique l'Angleterre arme à force et parait de bonne foi fachée.

Je crois qu'il serait possible, si vous vouliez, d'entamer une négociation; les Hollandais resteront neutres si la France ne les attaque pas.

Mais si cela était (ce que Dieu préserve) vous verrez tout se réunir pour se rendre formidable comme en Angleterre: ou m'a assuré que le pensionnaire van Berckel, que vous savez avoir été et être encore le chef des patriotes de 1787, dit: „J'ai toujours été contre le Stadhouder et le Stadhoudérat, mais je suis bien plus ennemi de la démocratie telle que la veulent les Francais."

... (hier heeft Colenbrander een gedeelte weggelaten)

„Rien n'est plus injuste," me disait hier un membre du gouvernement, „que de supposer un billet trouvé dans la poche d'un officier allemand être du Stadhouder, pourquoi pas de moi? Je crois pouvoir vous assurer qu il n'est pas du tout de lui."

Mon hôte va tous les matins au café où vont les émigrés. II m a dit hier qu'ils étaient tout joyeux d'un décret qui déclare la guerre à toutes les puissances de l'Europe.

J'ai envoyé prier chez M. le Grand Pensionnaire pour me prêter le journal du soir: je n'y ai rien vu de pareil, à moins qu'ils n entendent par la le décret présenté par Cambon.

Au moment de fermer ma lettre, 4 heures du soir 25, on vient de me dire que le Comte de Golowkin avoue la lettre trouvée dans la poche de l'officier vis à vis de ses amis: elle était au Prince de Nassau Usingue.

Vous savez, citoyen ministre, que ce Monsieur était des patriotes de 1787 comme ami de St. Priest.

Le Stadhouder dit à un de mes amis: „Allez-le lui dire pour qu' elle ne me prenne pas pour un insensé."


Je bent hier: OpeningBronnenRGP1 → pagina 201