Dit zijn de stukken 124 en 125 uit RGP1. Volgens RGP1 is de
eerste brief afkomstig uit het Koninklijk Huisarchief en bevindt
de tweede zich in het archief Van de Spiegel bij het Nationaal
Archief. Dat zal wel kloppen.
Het begint er mee dat Etta op de avond van 3 november een lang
gesprek met de raadpensionaris heeft gehad. Als reactie daarop
formuleert de raadpensionaris wat zij hem gevraagd heeft en begint
de onderstaande discussie.
De missie van de bewuste dame was 1°. om te weeten wat men van de
Republiek te hopen of te vreezen had; 2°. of men hier geinclineerd
zou zijn een minister te ontvangen, waarvan men de persoon zou
noemen tot ons genoegen. Ik heb alles in generaale termen
beantwoord, maar beloofd haar nader te zullen zien; ondertusschen
heb ik iets op het papier geworpen.
(...)
Madame Palm Daalders pourrait écrire:
Qu'il est trés certain que cette République ne pense pas à prendre
parti contre la France ou à s'ingérer en ancune manière dans ses
affaires intérieures;
qu'elle est fermement décidée a garder la plus parfaite
neutralité, comme elle l'a déclaré en plusieurs occasions, et
particulièrement aux cours de Vienne et de Berlin, lorsque ces
cours l'avaient fait inviter pour accéder à leur alliance;
qu'en même temps le gouvernement de ce pays se tient assuré que la
France de son côté ne le forcera pas à changer de système soit
pour la défense des possessions de la République ou pour le
maintieu de sa constitution;
Que relativement à la réception d'un ministre de France revêtu d'un caractère public, les membres du gouvernement avec lesquels cette dame a eu des explications à ce sujet, sont d'opinion qu'avant de répondre positivement à cette proposition, il sera de toute nécessité de se concerter avec le seul allié neutre de cette République, qui est l'Angleterre, et que ce concert est d'autant plus indispensable dans la position oû ce pays se trouve présentement par la proximité des armées des puissances avec qui la France est en guerre;
que néanmoins si le ministère de France jugeait à propos
d'envoyer un homme sage et non prévenu pour résider ici sans
caractère public jusqu'à ce que les circonstances permettent de
reconnaitre la plénitude de sa mission, on le considérerait comme
une chose trés utile à entretenir la correspondance et bonne
harmonie entre les deux nations et à les rassurer réciproquement
sur leurs intentions amicales et paisibles.
Met dankzegginge voor de communicatie restitueere ik U.W.E.G.
hiernevens desselfs concept-antwoord op de missie waarmede
Mevrouwe Daelders is gechargeert.
(...)
Ik kan niet ontveinzen dat het by mij eenig bedenken draagt of
het raadzaam is dat U.W.E.G. haar een schriftelijk antwoord
medegeve, maar wyl het niets anders is dan eene ongeteekende note
die niet van U.W.E.G. hand zal zijn, kan daarin misschien minder
bedenken zijn dan haar met een mondelinge boodschap, welke zij op
hare wijze zoude kunnen interpreteeren, te laaten gaan en waardoor
men meer gecompromitteert zoude zijn dan door een schriftelijk
voorschrift dat zij opvolgen moet.
Ik hebbe met alle attentie het stuk zelve geleezen en kan mij ten
volle conformeeren met de twee eerste gedeeltens van hetzelve.
Het derde vinde ik meer bedenkelijk, en zoo het in andere handen
viel zoude het zomwijlen een verkeerd effect kunnen doen, en
daarom zoude ik van gedachten zijn dat best was om dat gedeelte
van de note er niet bij te voegen en te eindigen met de woorden avec
qui la France est en guerre;
doch zoo U.W.E.G. nodig oordeelt ietwes hierbij te voegen, zoo
hebbe ik geconcipieert een slot van de note, zooals ik denke dat
zjj zoude kunnen worden getermineert in substantie.
Que si cependant le ministère de France croyait qu'il serait
utile d'envoyer dès à présent dans ce pays une personne sage et
non prévenue pour y résider sans caractère public, cette personne
sera à même de voir et de lui rapporter que la République des
Provinces Unies n'a d'autre but que de vivre en paix tant avec la
France qu'avec toutes les autres puissances, et de ne faire
aucunes démarches qui puissent leur donner de justes sujets de
plaintes.
Je bent hier: Opening
→ Bronnen → RGP1 → pagina 185-186